Onlangs verscheen een biografie over Pep Guardiola, die in juni aan de slag gaat bij Bayern München. Sport/Voetbalmagazine keek het boek in en selecteerde voor u volgende fragmenten.

Het was november 2011 en de laatste training voor de reis naar Milaan en de groepswedstrijd in de Champions League begon. Pep Guardiola, die aan zijn vierde jaar met het eerste elftal bezig was, vroeg de spelers een kring te vormen. Hij probeerde uit te leggen wat hij, Tito Vilanova en de artsen voor het elftal geheim hadden gehouden, maar hij kon het niet onder woorden brengen. Het was een vreselijk moeilijk moment en hij wist niet wat hij moest zeggen. Hij voelde zich ontdaan en ongemakkelijk. Zijn stem haperde en hij stapte opzij. De artsen namen het over en legden de spelers de ernst van de situatie uit. Pep staarde intussen naar de grond en dronk uit zijn eeuwige waterfles, die moest voorkomen dat zijn stem ging beven. Nu werkte het niet.

De medische staf legde uit dat assistent-trainer Tito Vilanova meteen geopereerd moest worden aan een tumor op zijn oorspeekselklier, de grootste van de speekselklieren. Daarom zou hij niet mee kunnen naar Italië.

Twee uur later verlieten de spelers van Barcelona in een sombere stemming de stad. Pep leek in zichzelf gekeerd en liep diep in gedachten apart van de groep. In San Siro versloeg het elftal AC Milan met 2-3, maar desondanks bleef de coach neerslachtig. John Lennon zei het al: “Het leven overkomt je terwijl je druk bezig bent andere plannen te maken.” Het is dat wat je een klap in je gezicht geeft en je laat vallen als je denkt dat je onoverwinnelijk bent. Bij Guardiola schoot dat alles door zijn hoofd toen hij te horen kreeg dat zijn vriend ziek was. Hij maakte eenzelfde denkproces door als toen hem het voorgaande seizoen werd verteld dat Eric Abidal een tumor op zijn lever had. De Franse linksback herstelde voldoende voor een korte invalbeurt in de tweede wedstrijd van de halve finale van de Champions League tegen Real Madrid. Pep zou het omschrijven als de meest emotionele avond in Camp Nou die hij zich kon herinneren.

De gezondheidsproblemen van Abidal en Vilanova betekenden een grote schok voor Guardiola. Het was een onvoorziene, onbeheersbare situatie waarmee hij het erg moeilijk had, omdat hij graag alles wat er in het elftal gebeurt voorspelt en tot in de puntjes regelt. Hij is de man met een plan voor iedere onvoorziene omstandigheid. In deze gevallen was hij echter machteloos.

Knagende twijfel

Na die overwinning in Milaan reisde Barcelona naar Madrid voor een wedstrijd tegen het bescheiden Getafe. Het elftal controleerde het spel, maar slaagde er voor het doel van de tegenstander niet in om door te drukken. Een nederlaag zou betekenen dat Guardiola en zijn ploeg die avond geen overwinning konden opdragen aan Tito Vilanova, die op dat moment herstelde na een succesvolle operatie waarbij de tumor werd verwijderd.

Barcelona verloor met 1-0 in een koud, halfleeg stadion. Pep ergerde zich aan het verlies van de drie punten, omdat de weg naar de titel veel te vroeg op het seizoen leek te haperen. Real Madrid, dat stadsgenoot en rivaal Atlético met 4-1 had verslagen, was hongerig naar succes en brandde van verlangen een eind te maken aan het tijdperk- Guardiola. Madrid stond nu vijf punten voor en leek niet te stoppen.

La Liga was niet de enige reden waarom Pep zich depressief voelde en zijn optreden na de wedstrijd baarde de spelers van het elftal zorgen. Op de terugvlucht naar Barcelona, in de vroege uren van zondag 27 november 2011, had Pep er nooit eenzamer, neerslachtiger en zwijgzamer uitgezien. Er was plaats naast hem in het vliegtuig, een lege stoel aan het middenpad, maar niemand wilde die bezetten. Dat was de stoel waarop Tito Vilanova zou hebben gezeten. Waarschijnlijk is het moreel van Barça’s trainer nooit dieper weggezakt dan toen.

Sportdirecteur Andoni Zubizarreta zag wat de ziekte van Tito met Pep deed. Hij had het gezien tijdens de reis naar Milaan en tijdens de reis naar Madrid, en hij had het afgeleid uit de manier waarop de trainer zich voor die wedstrijden op het trainingsveld gedroeg. Het was net alsof hij lek was geprikt en alle energie door dat gat wegvloeide. Hij leek leeg, magerder, gebogen en plotseling ouder en grijzer. Zubi wou dat hij toen had geweten wat hij tegen Pep had kunnen zeggen, hoe hij hem had kunnen troosten en steunen.

Natuurlijk kwam Tito erdoorheen, maar die week was een bevestiging van Peps grootste angst: hij was niet klaar voor meer. Meer verantwoordelijkheid, meer zoeken naar oplossingen, meer crisismanagement, meer eindeloze uren van werk en voorbereiding, meer tijd zonder zijn gezin. Het was een bevestiging van een knagende twijfel die hij sinds oktober had gevoeld. Toen had hij vlak na de wedstrijd tegen BATE Borisov tegen Zubi en voorzitter Sandro Rosell gezegd dat hij zich niet sterk genoeg voelde om nog een seizoen door te gaan. Als hem op dat moment werd gevraagd om zijn contract te verlengen, zou het antwoord neen zijn, zo zei hij. De reactie van de club kwam meteen: hij zou alle tijd krijgen, haast was niet nodig.

De club gegijzeld

Een vriend van Pep, Charly Rexach – voormalig speler van Barça, ex-assistent van Johan Cruijff en een icoon van de Catalaanse club – zei altijd filosofisch dat een trainer van Barcelona slechts dertig procent van zijn inspanningen aan het elftal wijdt. De andere zeventig procent moet hij besteden aan het afhandelen van ‘de bagage’ die zo’n enorm instituut met zich meedraagt. Pep had er als speler zijdelings iets van gemerkt, maar als trainer ontdekte hij al snel hoe zwaar de druk was – en dat Charly gelijk had gehad met zijn berekening.

Johan Cruijff, die geregeld uitgebreid met Guardiola dineerde, begreep dat even goed. Hij had Pep al gewaarschuwd dat het tweede jaar zwaarder zou worden dan het eerste, en het derde weer zwaarder dan het tweede. Als hij zijn periode als leider van het Dream Team had kunnen overdoen, zou hij de club twee jaar eerder hebben verlaten. “Blijf niet langer dan nodig is”, zei Cruijff tegen Pep.

Zubizarreta wist dus dat het moeilijk zou zijn om hem over te halen te blijven. Op zoek naar een antwoord stelde de directeur voetbal zich nu eens beschermend op, dan weer zweeg hij en soms oefende hij lichte druk uit. Alleen kwam het antwoord nooit. Guardiola’s reactie op de vragen van Zubi over zijn toekomst was altijd dezelfde: “Je weet dat ik ermee bezig ben. Het is moeilijk.”

Na de 1-0-nederlaag vroeg Pep zich af of de spelers zijn boodschap wel zo goed begrepen als enkele jaren geleden. Waarom werkte het 3-4-3-systeem dat hij dat jaar had ingevoerd niet meer? Hij voelde dat het steeds moeilijker werd om zijn spelers onder controle te houden.

Dani Alves, die in de zomer van zijn vrouw was gescheiden en de fout maakte zich na de kerstvakantie te laat te melden, was onaangenaam verrast toen hij halverwege het seizoen een week uit het elftal werd gezet om alles op een rijtje te zetten. Bovendien kreeg de vleugelverdediger een paar keer in het bijzijn van zijn ploeggenoten een uitbrander omdat hij geen aandacht schonk aan de tactiek, iets wat Pep zelden deed. “Je bent eerst en vooral een verdediger”, zei hij tegen Alves na een wedstrijd waarin hij zich meer met de aanval had beziggehouden dan hij had moeten doen.

Dat soort problemen kwam met het verstrijken van het seizoen steeds meer voor, en elk conflict, hoe triviaal ook, deed afbreuk aan de bruggen die Pep zo tactvol tussen hem en zijn spelersgroep had gebouwd.

Er waren echter ook nog steeds hoogtepunten. In februari schakelde Barcelona in de kwartfinale van de beker Real Madrid uit en Guardiola leek weer even op de Pep van het seizoen ervoor: energiek, fel, onvermoeibaar. Het elftal streed nog steeds voor elke prijs en het bestuur dacht dat het succes voor hem een reden zou zijn om te blijven, ook al klaagden sommige bestuursleden over zijn zwijgzaamheid over de toekomst. Zij noemden Pep de ‘Dalai Lama’ of de ‘mysticus’. In zekere zin gijzelde Guardiola de club, omdat hij geen beslissing kenbaar maakte.

Het wonderbaarlijke van voetbal

Zijn spelers zullen zeggen dat ze, net als Zubizarreta, het gevoel hebben Pep vrij goed te kennen. Ze herkennen de man die grapjes met hen maakt, die zo’n persoonlijkheid heeft dat ze oplettend rechtop gaan zitten zodra hij zijn mond opendoet. Daar staat een trainer wiens aandacht voor het kleinste detail hen beter maakt, die de geheimen van een wedstrijd kan doorgronden en uitleggen. Maar ze zullen ook zeggen dat er een heleboel is waarop ze bij hun baas niet de vinger kunnen leggen. Ze zien een complexe man met heel veel aan zijn hoofd, die altijd over dingen piekert, soms te veel. Spelers zeggen zeker te weten dat hij meer tijd zou willen doorbrengen met zijn vrouw en kinderen, maar dat hij dat niet kan omdat hij het grootste deel van zijn tijd besteedt aan het winnen van wedstrijden. Daar leeft hij voor. Maar soms vragen zelfs zij zich af of hij niet overdrijft.

Voor Pep is het juist die overdaad die hij nodig heeft om die flits van inspiratie te vinden. Hij is altijd op zoek naar het moment waarop hij tot het besef komt hoe de volgende wedstrijd zal verlopen of waarop hij ontdekt hoe die gewonnen kan worden, dat ogenblik dat ‘zijn beroep zin geeft’, zoals hij het uitdrukt.

Van de ene taak naar de andere, van deadline naar deadline, dan pas voelt hij zich levend. Hij is verslaafd aan de adrenaline die daardoor vrijkomt. Die arbeidsethiek was hem meegegeven door zijn ouders en maakt in grote mate deel uit van de Catalaanse volksaard: red de ziel door vlijt, prestatie en eerzame arbeid en zet je helemaal in voor je baan.

Pep stelt echter onmogelijk hoge eisen aan zichzelf en heeft steeds het gevoel dat het nooit goed genoeg is. Hij mag er sterk uitzien en in staat lijken om een club op zijn schouders te torsen, maar hij is erg gevoelig voor de reactie van het elftal en hij wil de supporters absoluut niet teleurstellen. Of zichzelf. Ooit vertrouwde hij een goede vriend toe: “Ik kan een absoluut verbluffende oplossing voor een probleem bedenken en dan komen de spelers tijdens de wedstrijd soms met iets beters, iets waaraan ik niet had gedacht. Dan staat dat voor mij gelijk aan een kleine nederlaag, want ik had die oplossing eerder moeten vinden.”

Vóór een wedstrijd wil de coach weten welke benadering moet worden gekozen, maar uiteindelijk moeten de spelers het doen. Regisseren is niet mogelijk. Sterker nog, in het veld is het aantal variabelen oneindig. Voor Pep is dat het wonderbaarlijke van voetbal. En ook het frustrerende, want probeer zoiets ongrijpbaars maar eens voorspelbaar te maken. Hoe hard hij ook werkt, hij heeft de strijd bij voorbaat al verloren.

Nieuwe horizonten?

“Guardiola houdt van voetbal”, schreef zijn vriend, filmregisseur David Trueba. “En hij houdt van winnen, want daar draait het spel om. Maar hij wil vooral dat er recht wordt gedaan aan de benadering van het spel. Hij stelt een systeem voor en vraagt slechts van je dat je hem vertrouwt en dat je loyaal aan hem bent. Als hij merkt dat de spelers ongeïnteresseerd, apathisch of weifelend zijn, zelfs na een onbelangrijke training, wordt hij verdrietig en zou hij het liefst alles in de steek laten.

“Niemand zou daar verbaasd over moeten zijn”, gaat Trueba verder. “In zijn beroep is hij bezeten, besteedt hij aandacht aan elk detail, omdat hij weet dat details een wedstrijd kunnen beslissen. Hij heeft respect voor de club waarvoor hij werkt en heeft als regel dat niemand meer is dan een radertje in het geheel, dat iedereen zijn salaris moet verdienen en nooit om een kop koffie mag vragen zonder ervoor te betalen. Hij wil geen goeroe of leidsman zijn, hij wil alleen erkenning als trainer, als een goede trainer. Al het andere, het goede en het slechte, is een last die hem op de schouders is gelegd door een maatschappij die behoefte heeft aan rolmodellen. Pep maakt deel uit van die maatschappij, maar hij brengt er op een heel eenvoudige manier hulde aan, door te proberen zijn werk goed te doen, door vanaf zijn plaats in de openbaarheid mee te helpen het gezonde verstand te laten zegevieren. Hij doet dat met dezelfde rustige waardigheid waarmee een goede metselaar, zonder dat iemand kijkt of applaudisseert, stenen op elkaar metselt.”

“Het werk van een trainer is nooit klaar”, kon men Pep vaak horen zeggen. Maar op een ochtend na een van die avonden waarop hij op het trainingscomplex achterbleef om video’s te bekijken die al waren geanalyseerd door zijn collega’s, zag de trainersstaf hem met een somber gezicht over het trainingsveld lopen. De enthousiaste Pep die ze de vorige dag hadden gezien, had plaatsgemaakt voor een zwijgzame, wiens woorden niet strookten met wat zijn ogen vertelden. “Wat is er aan de hand?”, vroeg een van zijn collega’s hem. “Gisteren had ik naar de balletvoorstelling van mijn dochter moeten gaan kijken, maar ik kon niet.” “Waarom niet?”, vroeg zijn vriend verbaasd. “Omdat ik video’s van onze tegenstander zat te bekijken.”

“Luister, elke dag denk ik dat ik morgen vertrek”, zei Guardiola in het openbaar toen hij het werk twee jaar deed. “Als je ergens de leiding over hebt, moet je altijd in gedachten houden dat je kunt vertrekken. Ik werk beter als ik geloof dat ik vrij ben om mijn eigen toekomst te bepalen. Een lange tijd vastzitten aan een contract beangstigt me. Het kan ervoor zorgen dat je je geestdrift verliest. Daarom teken ik telkens maar voor een jaar. Als het mogelijk was, zou ik maar voor zes maanden tekenen. Ik heb altijd gedacht dat alles begint met zoeken naar wat je echt leuk vindt. En dat is tegenwoordig het moeilijkst om te vinden. Het vinden daarvan is de essentie van alles.”

Die essentie glipte hem in het laatste seizoen door de vingers. Hij genoot niet eens meer van de grote Europese avonden, omdat hij werd gekweld door zijn zorgen en besluiteloosheid.

Het bod van Chelsea

Roman Abramovitsj was zich al enige jaren bewust van Guardiola’s twijfels en hij wilde gebruikmaken van de situatie. Hij bleef de twee jaar voordat Pep Barcelona verliet steeds achter hem aan zitten en probeerde hem bij veel gelegenheden te overreden de teugels op Stamford Bridge in handen te nemen. Na Ancelotti’s vertrek bij Chelsea, in de zomer van 2011, begon de eigenaar meer druk uit te oefenen. André Villas-Boas was vierde keuze, na Guus Hiddink, José Mourinho en Guardiola, die in februari van dat jaar zijn contract weer met een jaar had verlengd. In juni, vlak voor het begin van Guardiola’s laatste seizoen bij Barça, nodigde Abramovitsj Pep via een bemiddelaar uit. Hij zou met een privéhelikopter worden opgehaald voor een gesprek op Romans jacht in Monaco. “Stop hiermee. Ik wil Roman niet ontmoeten, omdat ik me misschien door hem laat ompraten”, was het beleefde antwoord van Pep. Abramovitsj liet echter weer van zich horen tijdens Peps laatste maanden aan het roer bij Barcelona. Twee keer bood hij Rafa Benítez een overeenkomst van drie maanden aan om het seizoen af te maken na het ontslag van Villas-Boas. De eigenaar van Chelsea dacht namelijk dat hij Pep kon overhalen om zijn sabbatical te vergeten en meteen na zijn vertrek bij Barcelona op Stamford Bridge de leiding over te nemen.

Het laatste aanbod van de eigenaar van Chelsea voordat Pep Guardiola in 2012 aan het eind van het seizoen uit de openbaarheid verdween, was het voorstel om voor één seizoen een interim-trainer te benoemen, zodat de deur van Stamford Bridge een jaar later voor Pep open zou staan. In de tussentijd kon hij het elftal voor het seizoen 2013/14 samenstellen zodra hij daar klaar voor was. Chelsea was de eerste club die hem actief probeerde te verleiden. AC Milan en Inter zouden volgen.

Messi’s rol

Eerder op het seizoen was er een voorval geweest dat voor de rest van de competitie van invloed zou zijn op de dynamiek van het elftal. In de derde wedstrijd liet Guardiola Messi voor de wedstrijd tegen Real Sociedad in San Sebastián op de bank plaatsnemen, omdat hij dacht dat de speler vermoeid was na zijn optreden met het Argentijnse nationale elftal. Leo was ontzettend kwaad, zo erg zelfs dat hij in de paar minuten dat hij inviel nauwelijks een bijdrage leverde aan het spel en de volgende dag niet op de training verscheen. Na die dag ontbrak Messi in geen enkele wedstrijd.

De rol van Messi was iets om over na te denken. Pep had een elftal samengesteld dat draaide om de kleine, alle records brekende Argentijn. Er waren tal van spitsen gekomen en gegaan: Ibrahimovic, Eto’o, KrkicDavid Villa moest er zelfs aan wennen op de vleugel te spelen, hoewel hem bij zijn komst was verteld dat hij Barça’s nummer negen zou zijn. Geen van allen waren ze echter in staat geweest zich aan te passen aan een spelstijl die vereiste dat ze ondergeschikt waren aan Messi. Toen het elftal vooral in uitwedstrijden steken liet vallen, kreeg de Argentijn een grotere verantwoordelijkheid en Pep selecteerde elftallen om hem te ondersteunen. Maar het op de voorgrond plaatsen van Messi verminderde de verantwoordelijkheid van anderen en joeg de jongere spelers angst aan.

Pep wist dat hij voor deze toestand even verantwoordelijk was als ieder van zijn spelers. Johan Cruijff legde de vinger op de zere plek: “Guardiola moest in de kleedkamer een heleboel ego’s onder de duim houden. Het is geen verrassing dat zijn energie op is.” Guardiola investeerde heel veel in zijn voetballers. Eigenlijk te veel. Hij had pillen nodig om te kunnen slapen en hij maakte wandelingen met zijn partner en kinderen om een soort emotioneel evenwicht te vinden.

Geen prettige herinneringen

Op een gegeven moment in dat laatste seizoen stond Barcelona 13 punten achter op Madrid. Barça’s statistieken waren nog steeds indrukwekkend, maar minder dan de drie voorgaande jaren. Het elftal begon zijn scherpte te verliezen en Pep had het gevoel dat dat zijn schuld was. Na de nederlaag in februari tegen Osasuna in Pamplona (3-2) zei hij: “We hebben te veel fouten gemaakt. Ik wist niet hoe ik de vragen moest beantwoorden voordat ze werden gesteld. Ik heb gefaald. Ik heb mijn werk niet goed genoeg gedaan.”

José Mourinho bekeek alles vanuit Madrid met een spottende glimlach. De impact van diens destabiliserende strategie moet niet onderschat worden, al zal Pep dat altijd ontkennen. Toen Pep aan de vooravond van zijn laatste Clásico als trainer werd gevraagd wat hij zich herinnerde van de vorige, zakte zijn stem: “Ik heb geen prettige herinneringen, of het nu overwinningen of nederlagen waren. Er zijn altijd redenen die geen verband houden met de wedstrijd, die maken het voor mij onbegrijpelijk.” Echt waar? Kon hij zich niet eens de vernietigende 2-6 in Bernabéu herinneren? Of de 5-0 in Mourinho’s eerste Clásico, door velen beschreven als de beste prestatie in de geschiedenis van de sport?

Er was enorme druk op hem uitgeoefend, niet alleen door Mourinho, maar ook door de Madrileense sportpers, die hem tot op het bot beledigde door te suggereren dat de prestaties van Barcelona het gevolg waren van doping. Voor een gevoelig mens als Pep was het genoeg om zelfs de mooiste herinneringen uit te wissen.

Toen het seizoen ten einde liep, werd de beslissing over zijn toekomst een onveranderlijke zekerheid: hij ging de club, die onder zijn leiderschap een van de meest bewonderde van de planeet was geworden, verlaten. ?

“Een lange tijd vastzitten aan een contract beangstigt me. Als het mogelijk was, zou ik maar voor zes maanden tekenen.” Pep Guardiola

“Guardiola moest in de kleedkamer een heleboel ego’s onder de duim houden. Geen wonder dat zijn energie op was.” Johan Cruijff

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content