Een dagje in het spoor van Tomislav Butina, de Kroatische keeper van competitieleider Club Brugge. ‘De strepen tellen niet, het belangrijkste is de persoonlijkheid. Die breekt alle barrières.’

De kaas- en wijnavond van de dag voordien laat duidelijk sporen na bij Jos. Jos is Stijn Stijnen. “Een glas te veel ? Neen. Voor mij is één glas al te veel. Dan slaat mijn hoofd al op hol. Ik drink normaal nooit alcohol, ik kan er niet tegen.” Glenn Verbauwhede had voor het eerst zijn vriendin meegebracht en het viel iedereen op dat hij zo kalm was. ” And I,” zegt Tomislav Butina, ” I have Big Brother today.” Het is maandagochtend. Dany Verlinden traint zijn drie keepers.

Jos, komaan Jos !

Armen plat.

Niet op je knieën Glenn, blijf recht.

Hallooooo.

Goed, Tommy, oké.

Niet overmoedig worden, Glenn.

Oké, Tommy, komaan Tommy. Jaaaa.

Niet achteruit, vooruit !

De laatste, de laatste ! Kom op !

Ja, Jos.

Kom op, niet slabakken nu.

Niet laten vallen Stijn.

Two more !

Hou ‘m vast.

Kom op Jos.

’t Is de laatste.

Oké.

Na een uur en een kwartier zit het erop. Dan trappen Dany, Glenn en Jos met hun minst goede voet naar de deklat. Wie verliest, betaalt de broodjes. Dany scoort nul op vijf, Jos en Glenn treffen bij hun eerste poging al raak. De trainer betaalt !

Tommy heeft tussen de middag een afspraak met een Kroatische vriend, Anto Prnic, die gehuwd is met een Belgische en een galerij runt in de Gentpoortstraat, Libertas Gallery. Old Masters & Fine Paintings. Impressionists. Tussen de schilderijen en de kunstboeken staan de champagne, de hapjes en de koffie klaar. Tommy wijst op een kaft. Dictionary of Belgian painters between 1750 & 1875. Het schilderij dat op de cover is afgebeeld, is eigendom van Anto. “Hier vind je het beste van wat er in België te vinden is”, zegt Tommy. “Hij is mijn leraar, hij koopt voor mij het beste in Europa.”

“In ons hart zijn we beiden verzamelaars”, aldus Anto. “Ik van klassiek, hij van modern. We zitten op dezelfde golflengte en het is mooi als je elkaar begrijpt, maar veel tijd om samen de wereld in te trekken is er niet. Elk heeft zijn job. En iédere job is mooi als je doet wat je graag doet. Als je bezield bent, ontzie je je niets.

“Tomislav is een mooie, vriendelijke en betrouwbare jongen. Een goede vader, een familieman. Een artistiek persoon, maar met de voeten op de grond. Je hebt er die tussen de sterren willen leven en het contact met de aarde verliezen, maar zo is Tomislav niet. De strepen tellen niet, het belangrijkste is de persoonlijkheid. Die breekt alle barrières.”

Bij het afscheid krijgen we toeristische gidsen van Kroatië toegestopt. Tommy wijst op een kaart de eilanden aan waar hij woont en waar Bosko Balaban woont. “Van Krk naar Opatia, het is met de boot maar een kwartiertje. Bosko heeft een Hollywood-huis, ik een traditioneel. Je moet eens afkomen in juni. Wij zijn een zuiver land, alles is er naturel. Geen gebrek aan zuurstof bij ons.”

Anto en Tommy gaan op de foto. “Ik denk”, glimlacht Tommy, “dat één foto niet voldoende zal zijn om mijn neus er volledig op te krijgen.”

Op de terugweg naar het stadion voor de namiddagtraining worden we eventjes opgehouden door de slakkengang van een bejaard koppel. “Brugge is een prachtige stad,” roept Tommy, “maar, denk ik geregeld, met de slechtste chauffeurs ter wereld. Het lijkt soms alsof iedereen hier 79 jaar is, of 98. Geen improvisatie, immer rechtdoor, bij voorkeur tegen 20 kilometer per uur, en als ze links of rechts moeten inslaan altijd maar op het laatste moment hun richtingaanwijzer gebruiken.”

Trond Sollied kijkt video. De groep die op Aalst speelde, loopt uit onder leiding van Chris Van Puyvelde en de rest nemen René Verheyen en Dany Verlinden op een ander veld mee. Opwarmen, tikken, afwerken, spelen. Tomislav krijgt er van Jonathan Blondel, Gert Verheyen en Alin Stoica een half dozijn om de oren. Korte spurtjes, stretchen, uitlopen en naar binnen.

Naar huis ! Tomislav Butina woont met vrouw en kind in het oude stadscentrum. Sledestraat 4. Straatjé. Hij doet zijn muiltjes aan en pakt Magdalena op. “Tweeëntwintig maanden. My biggest love. Als mijn familie gelukkig is, als ik een smile op hun gezicht zie, ben ik ook gelukkig.” Ana-Marija is aan het koken. Frietjes ! In huis hangen zeker twintig werken van duidelijk dezelfde schilder. Veel kleur, veel lijnen, horizontaal of verticaal. ” Zdravko Pal, een jonge Kroaat uit Zagreb. Hij exposeerde al in Duitsland en in Oostenrijk. We zullen hem ook naar België halen.”

Na het avondmaal installeert Tommy zich in een gezellig hoekje van de woonkamer. “Ik voel mij uitstekend”, vertelt hij. “Ik denk dat mijn moment gekomen is, bij Club Brugge en bij de nationale ploeg. Er zijn dit seizoen al veel mooie dingen gebeurd. Momenten die ik koester. Ik geniet van het voetbal en het leven ernaast.”

Vorig seizoen was het anders. Lijden. Pijnlijke momenten om snel te vergeten. “Ach”, zucht hij. “Mijn hele carrière was ik stabiel, behalve de eerste zes maanden bij Brugge. De tijd die ik nodig had om mij aan alles en iedereen aan te passen, zoals dat voor iedereen geldt. Maar ik weet wat ik kan en hoe ik het kan. Niemand kende mij in België, behalve Hans Galjé, die mij enkele keren in Kroatië bezig zag. Het enige wat er dit seizoen veranderd is, is mijn positie. Nu ben ik eerste doelman.

“Op Lokeren maakte ik vorig seizoen één fout en begon iedereen te zeggen : ‘Die gast is niet goed genoeg.’ Maar ik ben nooit de woorden vergeten die Trond toen tijdens de rust sprak. Hij zei : ‘Tommy, dat is jouw fout, een grote fout. Maar het is niet de eerste in je leven en het zal ook niet de laatste zijn.’ Dat geldt voor iedereen. Niemand is perfect. We zijn allemaal van vlees en bloed. Allemaal kennen we goede en slechte dagen. Ik was niet in vorm toen. Ik was tweede keeper en onvoldoende voorbereid.

“Maar zelfs toen kende ik veel mooie momenten. In Dortmund. De match erna in Antwerp, 0-4. Op het einde tegen Moeskroen, in de halve finales van de beker. Lokeren thuis, Charleroi. Ik was tevreden met dat eerste seizoen. A great experience, hoe dan ook. Ik leerde iedereen kennen, in de club en in de Belgische competitie. En we wonnen de beker ! Een zeer mooie dag in mijn carrière. Ik was zeer, zeer gelukkig toen, ook al speelde ik niet. Iedere trofee is mooi.”

Maar het was toch vooral een seizoen van veel kritiek, waarin hij beledigd, vernederd en gekwetst werd. De clown was een tragisch figuur. “Harde kritiek was niet nieuw voor mij. Kroatische journalisten vernietigen spelers in tien seconden, dat is het temperament van zuiderlingen dat dan speelt. Geen probleem : als ik een fout maak, weet ik het zelf ook wel. Maar hier kwalificeerden ze mij meteen als : hij kan niets ! Dat was zeer hard voor mij, zeker de eerste veertien dagen. Ik was zwaar ontgoocheld. Ongelooflijk. Ik zat altijd thuis, maar kreeg veel steun via sms. ‘Blijf trainen, Tommy, come on !’

“Iemand houdt van jou of niet, van je stijl, je gezicht, je neus. Maar ik ben altijd in mezelf blijven geloven. Iedere dag positief denken helpt. Dan gaat het beter, op training en in de wedstrijd. Je zult mij ook nooit zien schreeuwen naar spelers. Wie een fout maakt, weet dat. Het is een slecht moment voor hem waar niets meer aan te veranderen is. Als je dan op zijn kap zit, krijgt hij het nog moeilijker. Beter is hem erbovenop te helpen, zodat hij klaar is voor het volgende moment. Maar het is waar : één bal kan je leven veranderen. Dat is voetbal op dit niveau. Bij de achtste of de tiende in de klassering is het anders.”

Zijn relativeringsvermogen is voldoende groot om er niet aan kapot te gaan. Troost zoekt hij in schoonheid en die is overal te vinden. In de natuur, in mensen, in schilderijen, in historische gebouwen, in een gevel, een kerk, een bruggetje. En hij is zich er bewust van dat meningen niets meer zijn dan bescheiden pogingen om de complexe werkelijkheid te vatten, ook al worden ze soms met pretentie geponeerd.

“In de krant kan je veel dingen creëren, maar wie weet er nog wat er drie dagen geleden in de krant stond ? Het belangrijkste is wat mijn ploegmaats, trainer en supporters denken. Het allerbelangrijkste is dat de ploeg wint. En als ik elke week speel, is het omdat ik goed genoeg ben. Ik moet de ster niet zijn. Voetbal is geen tennis, boksen of skiën. Het is een collectieve sport. Ik geef veel om het team. Als ik momenteel de minst gepasseerde doelman ben, is dat de verdienste van de hele ploeg.

“Stijl is onbelangrijk. Iedere keeper is anders. Ik zag er alleszins nog geen twee dezelfde. Het belangrijkste is : waar is de bal ? Achter mij in doel of out ? Soms boks ik, soms niet. Dat is mijn keuze. Als je 30, 31 jaar bent, weet je jezelf zeer goed te beschermen. Ik hou niet van veralgemening. Iedere situatie is anders. Soms denk ik : mijn reactie was goed. Terwijl andere mensen zeggen : ‘Wat doet hij nu ? !’ Iedereen ziet het vanuit zijn positie, ik vanuit de mijne. Hoe kwam die bal, wat gebeurde er in de zestien meter ? Iedere bal is anders. Ook letterlijk, want bijna iedere week spelen we met een verschillend merk. De ene is heel zacht, de andere hard. In voetbal zijn de omstandigheden altijd anders. Vorige week speelden we met de nationale ploeg in Ierland in de storm. De eerste helft met de storm en de tweede helft ertegen. Elke dag is het iets anders, dat maakt het voetbal ook mooi. Een analyse van een wedstrijd houdt niet op bij de keeper. Ik ben niet perfect – dat weet ik zeer goed – maar ik probeer altijd het beste van mezelf te geven. En ik speel niet alleen voor mezelf, ik speel met mijn hart voor het team en voor de club. Al van eind vorig seizoen voel ik rond mij veel vertrouwen in mij, sinds die bekerwedstrijd tegen Moeskroen.”

Pauze. Magdalena vraagt aandacht. “Als thuis alles oké is, is het makkelijker om je op iedere bal te concentreren. Na dertien jaar profvoetbal weet ik ook wat het beste voor mij is. Ik ben een laatbloeier. Ik vertrok pas naar het buitenland op mijn negentwintigste. Misschien kende ik niet het geluk van mijn vriend Pletikosa, die top was toen hij 19, 20 jaar was. Mijn weg verliep langzaam, maar wel stap voor stap. Misschien is dat beter. Ik weet het niet, maar ik ben zeer tevreden met mijn carrière. Het was een harde weg, maar een leerzame. Ik heb nu respect voor alles in mijn leven, voor geld, voor trainers, voor oudere spelers, voor jongeren, voor journalisten.

“Ik heb ook geduld leren oefenen. Mijn eerste profcontract tekende ik toen ik net 18 jaar was, in 1992. Datzelfde seizoen debuteerde ik al in het eerste van Dinamo Zagreb, waarna ik drie, vier jaar niét meer speelde. Dan weer wel, ook in de Champions League, omdat Ladic ernstig geblesseerd was. Maar het seizoen erop weer niet meer. Pas in 1998, 1999 ben ik vast in de basis gekomen.

“Als ik voelde dat ik tweede keeper was, zei ik altijd : geef mij een kans in een andere club, ook al is het tweede klasse. In afwachting van het einde van de carrière van Ladic, de grootste Kroatische keeper ooit, wou ik spelen en gelukkig zijn. Op de bank voel ik mij geen keeper, eerder kinesist of fotograaf.

“Vorig seizoen ben ik na nieuwjaar met Hans Galjé begonnen met de voorbereiding op het EK. Ik was tweede keeper op dat moment, na Pletikosa, maar als je kans komt, moet je klaar zijn. Ik dacht : ik wil in Portugal niet onvoorbereid in de goal staan voor 65.000 toeschouwers in het stadion en 50 miljoen tv-kijkers. Wij zijn trotse mensen in een klein en jong land na een dwaze oorlog, weet je. En ik kende geluk, Pletikosa pech. Dat is voetbal. Je weet nooit wanneer je kans komt. Ik greep ze. Het was de beste week in mijn carrière.

“Op donderdag of vrijdag al start ik de voorbereiding op de wedstrijd. Dan begin ik me volledig op het voetbal te focussen, want het is belangrijk dat je brein voor iedere wedstrijd zeer helder is. Als je negentig minuten lang tussen de lijnen op de bal kunt focussen, is de helft van je werk al gedaan. Er zijn spelers die voor een wedstrijd gek doen of tv-kijken ; het enige wat ik dan nodig heb, is peace. That’s all. Als de warming-up start, ben ik altijd diep in mezelf gekeerd. Maar fouten zullen er in voetbal altijd gemaakt worden. Gelukkig, want anders zou het altijd 0-0 zijn en zou het stadion leeg zijn.”

God is belangrijk. In huis hangt een kruisbeeld. Om zijn hals hangen twee houten kruisjes en om zijn linkerpols hangt een armband van Fatima, heilige plaats in Portugal. “Hier vlakbij is een kerk. Ik ga er niet dagelijks heen, maar toch heel vaak. Geloof is zeer belangrijk in mijn leven. Ik denk dat het goed is in iets te geloven, in het goede. Ik bid ’s ochtends en ’s avonds, maar ik vraag nooit resultaten. Ik vraag gezondheid en bescherming voor mij en mijn familie.”

18 uur. De avond valt. “Als het weer het toelaat, gaan we na het avondeten normaal nog wat in de stad wandelen. Als Magdalena dan wat oud brood aan de eenden kan geven, is ze gelukkig. Soms komt Bosko met zijn vrouw, soms gaan wij naar Varsenare. Om halfacht kijk ik naar het nieuws op de Kroatische televisie. Magdalena is dan in de badkamer. Om acht uur eet ze, om halfnegen speel ik nog wat met haar en tussen negen en halftien gaat ze slapen. Meestal praten mijn vrouw en ik dan een paar uur met elkaar. Bij een glas wijn soms en wat delicatessen uit de vele mooie shops in deze stad. Over de voorbije en de volgende dag. Vandaag moet ik haar over nieuwe schilderijen spreken die we kunnen kopen, over de prijs vooral. Ik twijfel nog.

“Ik ga slapen als ik moe ben, normaal is dat na middernacht. De dagen voor de wedstrijd niet. Dan gebeurt het soms dat ik er even vroeg in kruip als Magdalena. Ik slaap dan ook langer en ga minder de stad in. Ik leef dan zeer traag, ik spaar mijn krachten voor de wedstrijd. Naar televisie kijken we niet zo veel. Als je iedere avond heel de tijd naar dat scherm zit te kijken, vervreemd je van elkaar.

“Ik ben altijd trots als ik vrienden deze stad kan tonen. We zijn gelukkig hier. Het contact met de buren is uitstekend. Bijna allemaal Cerclefans. Always joking.”

door Christian Vandenabeele

‘Als mijn familie gelukkig is, ben ik ook gelukkig.’

‘Ik denk dat één foto onvoldoende zal zijn om mijn neus er helemaal op te krijgen.’

‘Ze kwalificeerden mij meteen als : die kan niets ! Dat was zeer hard.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content