Simon Van Vossel heeft vertrouwen in Pieter Gysel en Wim De Deyne, de Belgische shorttrackers in Turijn.

S imon Van Vossel (26) zal straks op tv met pijn in het hart de shorttrack volgen. Vier jaar geleden, in Salt Lake City, was de Oost-Vlaming er zelf nog bij. Hij haalde toen de kwartfinale. Bedoeling was om nu in Italië te oogsten, maar een auto-ongeluk en een mislukte operatie, met een verlamde voet als gevolg, zorgden ondertussen voor een abrupt einde van zijn topsportcarrière.

Van Vossel probeerde op wilskracht nog terug te keren, maar haakte eerder dit jaar gedesillusioneerd af. “Ik ben er nog elke dag mee bezig. Ik was top tien in de wereld, in Europa was ik tweede. En dan ben je op één dag kreupel. Het accident gebeurde tijdens een stage op 17 september 2002 in het Canadese Calgary. Mijn bekken was op zes plaatsen gebroken. Bij de operatie in het Gentse UZ liep het grondig fout. Mijn rechteronderbeen raakte verlamd. Ik zal nooit meer normaal kunnen stappen. Drie jaar lang probeerde ik terug te komen, omdat ik graag nog een medaille met de ploeg wou halen. Lance Armstrong en Marc Herremans waren mijn voorbeelden. ( Zucht.) Het heeft niet mogen zijn. Ik kon net niet weer aansluiten bij de Belgische en Europese top. Het enige wat ik betreur, is dat de Nederlander Jeroen Otter bondscoach werd. Zijn manier van werken was absoluut niet aan mij besteed. Jammer, want shorttrack is mijn leven.”

We moeten nu hopen op goede prestaties van Pieter Gysel (25) en Bruggeling Wim De Deyne (28). Vooral Gysel kan scoren, want op het EK in het Poolse Krynica Zdrój eind januari behaalde de atleet uit Kessel-Lo de bronzen medaille. “Pieter eindigde daarvoor al drie jaar als vierde. Het is moeilijk om de hegemonie van de Italianen, die iets professioneler werken, te doorbreken”, weet Van Vossel. “Op het ijs is het ieder voor zich. Als Belg kan je eigenlijk alleen maar hopen op een medaille op het EK. Het WK en de Olympische Spelen, dat is een trapje hoger.”

Op het wereldvlak zwaaien China, Zuid-Korea, Japan, de Verenigde Staten en Canada de plak. “We slagen er stilaan in om die achterstand te overbruggen”, klinkt het optimistisch bij Van Vossel. “Pieter en Wim kunnen zich stilaan mengen. Vooral de fysieke kracht van Pieter is een ongelofelijke troef. Bovendien schaatst hij technisch heel goed. Pieter kan ook terugvallen op een groot uithoudingsvermogen. Hij is een allrounder, terwijl Wim zich eerder specialiseert op de vijfhonderd meter. Op de vijf afstanden moeten ze zeker bij de eerste tien kunnen eindigen.”

De reglementering verstrengde de laatste drie jaar. Een positieve verandering volgens Van Vossel. “De scheidsrechters mogen nu gebruikmaken van de video replay. Een grote stap in de juiste richting. Maar shorttrack zal altijd een contactsport blijven. Er is weinig plaats om mekaar voorbij te steken. Duw- en trekwerk leidde al vaak tot massale valpartijen, omdat je toch mag rekenen op een maximale snelheid van 50 km/u.”

Er kan constant iets gebeuren tijdens shorttrack, waardoor het moeilijk lijkt prognoses te maken. Van Vossel beweert het tegendeel. “Vijf tot zes jongens steken er echt bovenuit. Alleen kan ik niet op voorhand zeggen welke afstand ze zullen winnen. Ik weet nu al dat de Amerikaan Apolo Anton Ohno en de Koreaan Ahn Hyun-Soo de grootste slokoppen zullen worden. Die zijn gewoon te sterk, omdat ze zo immens professioneel begeleid worden, ook op het medische vlak.”

Shorttrack is een heel explosieve sport, wat de kans op dopinggebruik verhoogt. “Dat klopt”, bevestigt Van Vossel. “Er werd echter nog nooit iemand gepakt, terwijl er zowel op training als in elke grote wedstrijd veelvuldig controles worden gedaan. Anabolica lijkt het aangewezen middel. Maar met dat alleen kom je niet ver, want je moet ook technisch en tactisch sterk zijn. Puur op stimulantia kan je in geen enkele sport winnen. Shorttrack is een cleane sport.”

FRÉDÉRIC VANHEULE

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content