Matthias Stockmans
Matthias Stockmans Redacteur van Sport/Voetbalmagazine en Knack Focus.

Behalve ‘zoon van’ is Marko Muslin ook middenvelder bij SK Lierse. Vechtend voor een basisstek en knokkend voor een eigen voornaam.

Wat maakte van Slavoljub Muslin zo’n markante figuur ? De Joegoslavische ex-international maakte als speler furore bij Rode Ster Belgrado en later als trainer in Frankrijk, waar hij Bordeaux naar de landstitel leidde. Op amper zeven maanden tijd wist Muslin vorig seizoen te imponeren als trainer van Lokeren, om daarna voor een lucratieve deal bij Lokomotiv Moskou te kiezen. Lokerenvoorzitter Roger Lam-brecht – anders niet meteen de makkelijkste overste voor zijn trainers – was wild van hem en ook de Belgische pers at uit zijn hand. Nochtans waren de resultaten van Muslin in België niet wereldschokkend, evenmin als zijn voetbalfilosofie. Maar Slavo Muslin was een minzame man, ambitieus en veeleisend, doch altijd zeer beschikbaar voor de pers en zijn spelersgroep. Een ware professional.

Hetzelfde horen we over MarkoMuslin, de 21-jarige zoon van Slavoljub. Tegenwoordig bij SK Lierse knokkend voor een basisplaats, hetzelfde gevecht dat hij eerder bij Rode Ster Belgrado, AS Monaco en Willem II voerde. En verloor. Ook het gevecht voor een eigen voornaam kon Marko niet winnen. Hij legde er zich intussen bij neer dat hij altijd ‘de zoon van’ zal blijven : “Ik maak me geen illusies. Of ik nu in Monaco, Tilburg of Lier teken, men zal altijd wel blijven zeggen dat ik ergens speel dankzij mijn vader.”

Rode Ster Belgrado

“Mijn vader heeft me nooit geforceerd om voetbal te spelen. Mijn ouders vonden het alleen belangrijk dat ik íéts van sport deed. Ik heb nog een oudere broer, Luka (26), hij koos voor zijn studie en woont nu in New York. Mijn eerste voetbalpasjes zette ik in Pau, toen mijn vader daar trainer was. Daarna verhuisden we naar Nice, nu nog steeds de stad waarmee ik me het meest verbonden voel. We bezitten er al jaren een villa en de meesten van mijn vrienden wonen daar. Op een bepaald moment ging mijn vader Raja Casablanca trainen, maar ik bleef in Nice. Ik moest eerst mijn studie afmaken. Nadat hij terugkeerde uit Casablanca, trokken we allemaal samen naar Belgrado, waar hij Rode Ster onder zijn hoede kreeg. Dat was in 2002. Ik speelde er als zeventienjarige bij een satellietclub in de tweede klasse, maar trainde mee met de A-kern van Rode Ster. Het was de eerste en laatste maal dat ik mijn vader als trainer had. Het bleek voor geen van ons beiden een makkelijke situatie. Ik kreeg het heel hard te verduren van hem, hij wilde de rest bewijzen dat ik niet bevoordeeld werd. Maar voor hem was het ook niet makkelijk om de kerk in het midden te houden. We discussieerden vaak na de training nog uren over voetbal. Hij gaf me voortdurend aanwijzingen. Hij was hard, maar hij kon complimentjes geven wanneer nodig. In de speler die ik nu ben, zie je duidelijk zijn hand. We houden er beiden dezelfde voetbalvisie op na : verzorgd voetbal, met veel flankwissels, met veel druk op de drager van de bal. Ik heb vroeger videocassetten van hem bekeken, want zelf heb ik hem nooit zien voetballen, en het valt me op dat we dezelfde speelstijl hebben. Hij was ook verdedigende mid-denvelder en moest het vooral hebben van zijn tactisch inzicht.

“Met het soort voetbal dat wij willen spelen, moet je een goede fysiek hebben. Gelukkig kreeg ik dat van kindsbeen mee, bij Rode Ster was ik in de fysieke tests altijd al bij de beteren. In het tussenseizoen stelde mijn vader een loopprogramma voor me op dat ik nauwgezet volgde.”

AS Monaco

“In 2004 vertrok mijn vader naar Bulgarije, ik keerde terug naar Frankrijk want ik wilde niet alleen in Belgrado achterblijven. Na een proefperiode mocht ik bij AS Monaco mijn eerste profcontract tekenen. Mijn vader had daar niets mee te maken, hij heeft nooit bij die club gespeeld of getraind. Bij Nice tekenen lag meer voor de hand, aangezien ik daar mijn jeugdopleiding had genoten, maar ik wilde hoger mikken en een nieuwe wending aan mijn leven geven.

“Ik speelde een seizoen bij de reserven van Monaco, als centrale verdediger beleefde ik er een goed seizoen. Didier Deschamps hevelde me over naar de A-kern. Ik ben fier dat een man van zijn kaliber mij een eerste profcontract aanbood. Hij heeft me veel geleerd, zeker omdat ik naderhand verdedigende middenvelder mocht spelen, de positie die Deschamps altijd bekleedde. Hij trainde veel op techniek, bijna altijd in spelvorm. Het is spijtig dat hij drie maanden later moest opstappen. Onder Francesco Guidolin werd ik steeds vaker in de wedstrijdkern opgenomen. Ondanks het feit dat ik amper zesmaal op de bank mocht plaatsnemen, voelde ik toch vertrouwen van hem. Tenslotte was ik amper twintig jaar, dat is heel jong om een belangrijke positie als verdedigende mid-denvelder te bekleden. Bovendien trainde ik er elke dag samen met grote namen als Emmanuel Adebayor, Olivier Kapo en Shabani Nonda.

“Na dat eerste leerrijke seizoen bij deels de reserven en deels de A-ploeg, kwam de honger om meer te spelen. Ik besefte dat die kans vrij gering was bij Monaco, ze hadden daar genoeg grote namen lopen op de positie van verdedigende middenvelder. Al was ik ervan overtuigd dat ik wel met mondjesmaat zou mogen invallen of spelen in de eerste ploeg van Monaco, maar ik wilde ergens bij een eersteklasser een basisplaats veroveren. Dus vroeg ik om uitgeleend te worden.”

Willem II

“Ik wilde vertrekken naar een club die me echt wilde, want dan sta je sterker. Tijdens de winterstop speelde Willem II een oefenmatch in Monaco, waarbij de Nederlanders vroegen of ze geen spelers op overschot hadden. Zo zijn ze mij enkele malen komen scouten bij de reserven van Monaco. Ikzelf was niet op de hoogte van hun interesse en was in onderhandeling met enkele Franse tweedeklassers. Er was ook even sprake van Lokeren, waar mijn vader toen zat, maar het zou voor geen van beiden een goede zaak geweest zijn. Uiteindelijk kwam Willem II met een concreet voorstel. Ik kende weinig van de club, maar het was een eersteklasser die me echt wilde, dus tekende ik. Daarom was het achteraf bezien heel ontgoochelend dat ik er amper zes wedstrijden speelde. Vorig seizoen was een van de moeilijkste periodes in mijn leven. Ik woonde alleen in Tilburg, beheerste de taal niet, zag mijn familie niet vaak en bovendien speelde ik amper. Ik was er ongelukkig, maar ik leerde bij : ik werd mentaal sterker en weet nu hoe ik moet omgaan met zo’n situatie. Maar ik begrijp nog altijd niet waarom ik niet in de ploeg stond.”

SK Lierse

“Bij SK Lierse heb ik het gevoel volwaardig profvoetballer te zijn. Mijn vader vertelde me dat Lierse vorig seizoen problemen kende, maar dat er nu een nieuwe en gezonde structuur staat. Volgens hem kan ik in deze club en deze competitie vooruitgang boeken. Mijn moeder schippert nu constant tussen Moskou, New York en Lier. Een speciaal leven, maar de familieband is er niet minder hecht om. Ik sta erop dat mijn moeder naar mijn wedstrijden komt kijken. Ze is trouwens erg begaan met de carrière van haar mannen. (lacht) Tegenwoordig geeft ook zij me ook al voetbaladvies.”

MATTHIAS STOCKMANS

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content