‘Als ze goed voetbal willen zien, zetten ze bij ons de Spaanse competitie aan. Willen ze veel goals, dan kiezen ze voor Engeland. En wie alleen voetballers wil zien die denken aan winnen en scoren, kiest voor Argentijns voetbal.’ Zo analyseerde Diego Simeone het voetbal in zijn land, voor hij zijn biezen pakte en in Spanje ging werken.

Geweld op de tribunes, slecht voetbal, clubs in schulden en schandalen: dat is, samengevat, het voetbal in Argentinië. Vorige zondag verliezend finalist op het WK en zich daar tonend van zijn beste kant. Ze hebben er Lionel Messi, tot wasdom gekomen in Catalonië en een product van CF Barcelona. En Angel Di María, ontwikkeld bij Benfica en Real. En voor het overige zeer veel krijgers, mannen met een gouden hart. Zo bereikte Argentinië hier de finale, waarin het moedig boven zichzelf uit steeg, maar niet werd beloond.

De weg naar de finale van Argentinië was niet uitzonderlijk mooi. Weinig beklijvend zelfs. In de eerste vier wedstrijden volstond een flits van Messi, zondag verkozen tot speler van het toernooi, om het verschil te maken. Tegen België en Nederland was zelfs dát niet het geval, en rekende men vooral op de defensie. In een interview met ESPN-radio onderkende César Luis Menotti, wereldkampioen met Argentinië in 1978, daarin de hand van Alejandro Sabella, de bondscoach die met een WK-finale afscheid nam van de nationale ploeg. “Het in de basis zetten van MartínDemichelis, die JavierMascherano perfect aanvoelt, was dé zet van de coach.” Ook Carlos Bilardo, wereldkampioen met Argentinië in 1986 en finalist in 1990, en nu coördinator van de nationale ploegen, onderkende het belang van de defensie voor het bereiken van de finale. “Er was vooraf veel twijfel rond, maar in het toernooi zijn ze gegroeid. Ze zijn gaan uitvoetballen, waren in de lucht niet te kloppen en speelden zeer sterk.”

Moeten we nu, dankzij die goeie finale, met zijn allen concluderen dat het Argentijnse voetbal weer floreert? Absoluut niet. Een paar collega’s omschrijven het hier als ‘de luchtbel’van de nationale ploeg. Ook Menotti: “Een WK, en zeker een finale, daar moet je voluit van genieten. Maar ga nu geen victorie kraaien. Dit is vijftien dagen vreugde en daarna gaat het leven weer zijn gewone gang. Mascherano gaat de problemen van het land niet oplossen.”

Godfather Julio

En die zijn groot. Sportief, economisch (inflatie van dertig procent), politiek (schandalen). Sabella gaf het hier een paar keer aan op persconferenties: het niveau van het voetbal in zijn land is niet zo hoog. Op zich niet erg, dat geldt voor de meeste landen. Ook zijn internationals spelen in het buitenland. Alleen had hij toch graag het talent wat beter ontwikkeld gezien.

Een paar analisten maakten de voorbije dagen de vergelijking met Brazilië. Er zijn parallellen: te weinig aandacht en geld voor jeugdopleiding, tactisch weinig vernieuwing, met de passie voor de bal wordt te weinig structureels gedaan. Iedereen wil in de spits, trainers hangen te veel af van het resultaat, er is weinig aandacht voor het samenspel, het gaat om scoren en daarna alles dicht. Het beeld van de nationale ploeg die we tegen België aan het werk zagen.

De verwijten gaan daarbij in Argentinië vooral naar de competitieformule. Die is sinds 1990 anders dan wat wij gewoon zijn: er worden twee competities per jaar afgewerkt door twintig ploegen. Die spelen in één competitie één keer tegen mekaar. In die daarop zijn er de ’terugwedstrijden’. De bedoeling van die formule? Twee kampioenen per jaar (het gaat er om titels verzamelen) en meer spanning, een kampioenschap duurt immers slechts 19 speeldagen. Het was ook de bedoeling om zo meer volk naar de stadions te lokken. Dat lukte, maar de formule heeft ook nadelen. Een beetje wat op een WK te zien is sinds de achtste finales: veel gesloten wedstrijden, weinig kwaliteit. Angsthazenvoetbal, veel druk, veel trainersontslagen.

Bovendien is er ook een pak geld dat uit het voetbal verdwijnt. De ‘Braziliaanse ziekte’ is er ook in Argentinië. Sinds 2009 is de overheid de facto de grootste sponsor, via het Fútbol para Todos. Aan de basis lag een politieke afrekening (de rechten waren in handen van een groep die de regering zwaar bekritiseerde), maar vijf jaar later lijkt niemand er beter van te zijn geworden. In 2009, toen de overheid de Argentijnse bond verplichtte om het contract met de groep Clarín te verbreken en alle matchen op het openbare net kwamen, bedroeg de schuld van de eersteklassers samen zo’n 36 miljoen euro. Vijf jaar lang werd er zo’n 40 miljoen euro per jaar betaald, maar inmiddels is de schuld van de clubs… verviervoudigd.

“Wie is daar dan beter van geworden?”, vraagt iedereen zich nu af. Beschuldigende vingers worden uitgestoken naar de Godfather van het Argentijnse voetbal, Julio Grondona (83). Al aan de macht sedert 1979, ook vicevoorzitter van de FIFA. Er loopt nu een onderzoek naar de manier waarop hij het geld distribueerde. Niemand verwacht er echter wat van, want in 2015 loopt zijn mandaat af en de man geniet politieke bescherming.

30 teams in eerste

Omdat de achteruitgang duidelijk is, gaat er in 2015 een en ander veranderen. Een ingrijpende competitiehervorming. Eerste klasse wordt uitgebreid naar dertig (!) ploegen. Die spelen elk één keer tegen elkaar en de winnaar is kampioen. De dertigste match van het seizoen is een grote derby, genre Boca-River of Independiente-Racing.

De bedoeling is het voetbal een nieuwe dynamiek te geven. Er komen minder wedstrijden, 30 in plaats van 38 wedstrijden (2 x19) nu. Een titel wordt over een langere periode beslist, zodat de druk minder is. Er zijn slechts twee degradanten, zodat ook daar de druk zou moeten afnemen. Clubs moeten minder premies betalen én er komt een opening naar de provincie. Het verwijt is nu dat Buenos Aires het voetbal domineert. Bovendien probeert Grondona ook live betting van de grond te krijgen, de prode bancado. Nu nog bij wet verboden, maar dat wil men veranderen. Een nieuwe bron van inkomsten.

Rest het probleem van het stadiongeweld. Voetbal is passie in Argentinië. En passie leidt tot excessen. Doden. Bilardo haalde het hier nog eens in een interview aan, in zijn tijd kwamen spelers soms gewapend naar de trainingen. De barra brava is er een integraal onderdeel van de club, ze runt parkings, merchandising, perst spelers af en organiseert mee ticketverkoop. Om gevechten te vermijden, was het dit jaar verboden om bij wedstrijden bezoekende supporters toe te laten. Dat verbod wil men na afloop van dit WK herbekijken.

DOOR PETER T’KINT IN RIO DE JANEIRO – BEELDEN: BELGAIMAGE

Floreert het Argentijnse voetbal nu weer? Absoluut niet.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content