Afgelopen woensdag zette Justine Henin eerder onverwacht een punt achter een illustere carrière. Als nummer één van de wereld mag ze met opgeheven hoofd het toneel verlaten. Heel België had haar wel nog graag even zien blijven staan.

Er waren de smadelijke pandoeringen tegen Maria Sharapova op de Australian Open en SerenaWilliams in Miami. Er waren de onverwachte verliesmatchen tegen Francesca Schiavone in Dubai en Dinara Safina in Berlijn. Er waren de signalen – vorig jaar zei ze al dat ze het alsmaar moeilijker had om haar koffers te pakken -, de recente uitspraken – “Ik zou graag terug gaan studeren en tijd voor mezelf maken.” – en er was het geladen woord ‘identiteitscrisis’ dat coach Carlos Rodriguez begin dit seizoen in de mond nam. En toch kwam het afscheid van Justine Henin vorige woensdag als een donderslag bij heldere hemel. Hoe kon iemand zo gepassioneerd door tennis ineens die sport een sleur vinden? Hoe kon iemand zo plichtmatig met zijn vak bezig deze bui niet laten overwaaien? Hoe kon iemand met zo’n palmares en in die positie adieu zeggen na een mindere passage? Simpelweg door Justine Henin te zijn. Trop was te veel geworden. Ze zag zichzelf niet aarden als een eenvoudige topspeelster zonder meer. “Justine is geen prof die content is met de top 20”, verwoordde Olivier Rochus het. “Ze is gemaakt om nummer één te zijn.” Bovendien was het heilige vuur gedoofd. De vlam die haar motor was gedurende haar negenjarig profbestaan. Zonder die brandstof verloor Henin haar meerwaarde. Bijna een decennium lang had ze geteerd op die extra concentratie, vechtlust en wilskracht. Het gaf haar een voorsprong op de tegenstand. Het vulde haar trofeeënkabinet. Maar nu had Henin de indruk dat die kast vol bekers mooi op zijn plaats stond. “Een titel op Wimbledon zou me niet gelukkiger maken dan ik nu al ben”, zei ze veelbetekenend op de persconferentie vorige week. Combineer dat met het gebrek aan grinta en de rekening is vlug gemaakt.

Leeggezogen

En toch had niemand dit zien aankomen. Hoe kon het ook anders na het majestueuze 2007. Een seizoen om duimen en vingers bij af te likken. Vier nederlagen, tien toernooizeges, de koningin van het circuit en goed op weg om een levende legende te worden. Qua palmares was haar idool Steffi Graf nog ver weg, qua uitstraling en dominantie begon Henin dezelfde weg op te gaan. Enkel de prestigieuze titel op de All England Club ontbrak nog op haar formidabele oorkonde. Waarop iedereen er maar eventjes vanuit ging dat Henin er dit jaar zou op mikken. Samen met een vijfde titel op Roland Garros, Olympisch goud in Peking – een Golden Slam werd geopperd – en om af te ronden een nog volmaaktere score dan vorig jaar. Over het hoofd werd gezien dat een gigantische druk zich op de schouders van Henin had genesteld. Beter doen dan in een quasi perfect seizoen? Geen sinecure. Blijven werken om progressie te maken? Niet makkelijk als je mentaal vermoeid aan het jaar begint. Gemotiveerd blijven als je zowat alles bereikt hebt? Onmogelijk, zo bleek voor Henin. Twintig jaren tennis hadden haar leeggezogen.

Henin had genoeg van de WTA Tour. De verwachtingen, de druk, de emotionele rollercoaster, het gebrek aan empathie. Ze had vorig jaar nieuwe inzichten verworven, niet alleen doorheen haar successen maar ook op sentimenteel vlak. Vooreerst was er de breuk met echtgenoot Pierre-Yves Hardenne. Het gaf haar leven een nieuwe wende. Henin stelde zich meer open op, liet meer van haar (best aangename) persoonlijkheid doorschemeren en leek ietwat bevrijd. Toen ze in februari haar zeven jaar durende vete met een deel van haar verwanten had bijgelegd, snapte Henin dat die familiale banden misschien meer waard waren dan de miljoenen dollars op haar rekening. De vraag hoe ze een match ging winnen veranderde in de vraag waarom ze nog een match zou winnen en kalmpjes aan zette de trein richting uitgang zich in beweging. Het leven naast de baan bracht perspectieven, de tunnelvisie werd verbreed en een wereld opende zich voor de Waalse. Tennis was 20 jaar lang het belangrijkste geweest in haar bestaan. Nu was het tijd voor verandering. “De Masters in Madrid voelde aan als een apotheose, de cirkel was rond”, zei ze.

De cirkel werd nog wat ronder eerder dit jaar, bij haar zege in het Antwerpse sportpaleis. Het werd een moeizame overwinning – ook daar sluimerde de tennisafkeer reeds – maar ook een zege op zichzelf. Voor eigen publiek genoot ze van de wederzijdse appreciatie en voelde ze persoonlijk hoe ze de mensen met haar tennis en prestaties verwarmde. Het was een thuiskomst voor Henin, en dat in het voormalige bastion van het Clijsterskamp. Symbolischer kon haast niet. Haar oordeel was toen al min of meer geveld. Er was geen weg terug. Dat bleek uit het vervolg. Henin liet geen slaap voor de afslachting tegen Williams in Miami, trok zich terug uit verschillende toernooien en probeerde nog één keer tegen beter weten in op het Tier I-toernooi van Berlijn. Het zou haar laatste wedstrijd worden. Bij het verlaten van de baan in het Steffi Grafstadion hakte ze de knoop door. Ze was klaar met competitief tennis.

IJzeren wil

Twintig jaar eerder begon het allemaal op T.C. Rochefort. De tennisclub lag op amper 250 meter van het ouderlijke huis en Henin volgde haar broers en vader – postmeester in het dorp – om een balletje te slaan. ‘Juju’ sprak elke persoon aan die naar of van een tennisbaan kwam om haar talenten te demonstreren. De keukenmuur van de ouderlijke woonst was een andere plek die door haar geteisterd werd. Zelfs op die jonge leeftijd kenmerkte een vreselijke sérieux het bestaan van de spichtige Waalse. Haar ouders moesten haar meermaals afremmen – in het aanklampen van tennisslachtoffers of in het touwtjespringen thuis – om ook maar wat onbedwongenheid in het kind te krijgen. De omstandigheden van het leven hielpen evenwel niet om Henin van haar ernst af te helpen. Mama Françoise werd ziek en vader José kreeg de verantwoordelijkheid over vier opgroeiende kinderen. Op tienjarige leeftijd slaagde moeder Henin er toch nog in haar dochter te begeleiden naar de finale van Roland Garros. Steffi Graf, het idool van Justine, moest dan wel het onderspit delven tegen MonicaSeles, het was een dag om nooit te vergeten. Justine bezwoer haar moeder dat ze ooit op de court Philippe Chatrier zou aantreden en wie weet wel zou winnen. Twee jaar later verloor haar mama de strijd tegen kanker.

Henin kwam op haar veertiende onder de hoede van Carlos Rodriguez. Het talent was ontegensprekelijk aanwezig maar de uitgeweken Argentijn had nog heel wat werk voor de boeg. Service en forehand lieten te wensen over en haar innerlijke huishouding moest ook afgesteld worden. Het waren zware jaren waarbij de timide Henin dikwijls haar tranen de vrije loop liet op buitenlandse verplaatsingen. Rodriguez werkte niet alleen aan haar technische mankementen maar deed ook aan persoonsopbouw. Lepelde haar discipline, geloof en zelfbewustzijn in. Op haar vijftiende begon de klok te tikken en liet Henin op het Belgische kampioenschap geen spaander heel van Dominique Monami. De 24-jarige Vervierse stond op dat moment in de top 40 van de wereld. Een ster kwam langzaamaan aan het Belgische tennisfirmament fonkelen.

Wat onmiddellijk opviel naast die majestueuze backhand was de koelbloedigheid, de focus en ambitie van deze tiener. In dat iele lichaam zat een ijzeren wil. Revanche op het leven en de wereld door middel van succes in het tennis. Dat was het project waaraan Henin en Rodriguez begonnen. De vooruitzichten en aspiraties zorgden evenwel ook voor spanningen in de familie. Broer Thomas had zijn job opgegeven om een heel jaar rond te kunnen rijden met Justine en vader José voelde zijn dochter uit zijn handen wegglippen richting Rodriguez en de tenniswereld. Kwam daar nog bij dat Justine een jongen had leren kennen. Op een lokaal toernooi had ze de prijsuitreiking verzorgd en in de ogen van Pierre-Yves Hardenne gekeken, een half jaar later waren ze een koppel. De stress steeg nog een beetje ten huize Henin. Met een beginnende carrière die het beste liet verhopen – Justine werd op 1 januari 1999 prof en won haar eerste WTA-toernooi amper zes maanden later – barstte de bom in 2000. Justine trok de deur achter zich dicht en verhuisde samen met haar toekomstige echtgenoot naar een appartement boven een slagerij in Wépion. De breuk zou zeven jaar duren.

Olympisch goud

In deze op haar frêle schouders drukkende situatie sloeg het noodlot nog harder toe. 2001 was het jaar van de grote doorbraak met de fameuze halve finale op Roland Garros tegen Kim Clijsters. Henin liet een quasi zekere kwalificatie voor de finale door zenuwen uit handen glippen. De ontgoocheling was groot. Drie weken later stond ze dan toch in de finale van haar eerste grandslamtoernooi op Wimbledon. Venus Williams bleek nog een maatje te groot. En er was allerminst reden tot vreugde. Op de vooravond van haar eindstrijd overleed haar favoriete grootvader – die aan moeders zijde – maar het voorval werd wel stilgezwegen door haar entourage. Na de finale kwam in het bijzijn van het Belgische prinsenpaar de klap hard aan.

Eens temeer klauterde Henin uit de mentale put en onder de auspiciën van Rodriguez bleef ze aan de weg en haar tennis timmeren. Haar forehand was ondertussen uitgegroeid tot een wapen terwijl haar service meer dan behoorlijk functioneerde tussen de zware opslagkanonnen van de zusjes Williams of LindsayDavenport. Bovendien schrok ze er niet voor terug het laatste spatje energie uit haar lichaam te persen om zoveel mogelijk het verschil in gestalte weg te werken. Onder de conditiebeul Pat Etcheberry werd Henin in Florida veel en veel sterker. Niet alleen fysiek maar ook mentaal creëerde ze een harnas tegen de oppositie. In het boerenjaar 2003 plukte ze vruchten van deze noeste arbeid, één jaar later kreeg ze echter de weerslag. Het cytomegalovirus had haar in zijn greep en een groot deel van het seizoen ging eraan verloren. Desalniettemin slaagde Henin er op karakter in Olympisch goud te halen in Athene. Niet alleen een hoogstaande sportieve prestatie – herinner u die onwaarschijnlijke comeback in de halve finale tegen Myskina – maar ook een unieke, menselijke ervaring voor Henin. Ze leefde temidden collega’s in het atletendorp en raakte bevriend met onder meer turnster Aagje Vanwalleghem.

Op het circuit deed Henin nooit veel moeite om zo’n camaraderie op te wekken. De WTA Tour is sowieso al een slangenkuil – tenzij u Kim Clijsters heet – waarbij elke clan zich bezighoudt met zijn eigen zaken. Op persconferenties toonde ze een ernstige, vaak geprogrammeerde Henin, al vocht ze wel tegen die vooroordelen door bijvoorbeeld uit te komen voor haar liefde voor snelheid en parachutespringen. Tennis was evenwel haar lust en leven, de emoties deelde ze met een kleine groep mensen. Legio de toernooizeges die ze louter vierde met haar man en haar trainer. Enkel bij de kinderen van die laatste, Matteo en Manuel, durfde ze zich te laten gaan. Haar band met Clijsters, die tijdens de jeugdjaren wel degelijk was opgebouwd en zijn beste moment kende tijdens het winnen van de Fed Cup 2001 in Madrid, werd alsmaar meer op de proef gesteld. Hun resultaten, uitspraken en karakters werden door de pers tegenover elkaar gezet. Het zorgde voor onrust en misverstanden, ergernis en pijnlijke momenten. Pas in 2006, toen de twee wereldvedetten geëvolueerd waren in hun carrière en persoonlijkheid, kwam er terug een toenadering. Samen speelden ze in een zinderende Country Hall van Luik Rusland zoek in de eerste ronde van de Fed Cup tijdens een zeldzaam feest van samenhorigheid.

Ambassadrice

Zoals het een ware kampioene betaamt, bleef Henin ondertussen werken aan haar progressie. Naast het veld schaarde ze een select groepje intimi rondom zich die haar bijstonden met woord en daad. Op de baan zocht ze verder naar de perfectie. Haar spel kwam het best tot zijn recht op gravel. Daar kreeg haar balgevoel, tempowisselend tennis en zin voor tactiek een meerwaarde. Henin benaderde met haar techniek het mannentennis en bood het publiek en haar opponenten een ander soort spel. In een tijdperk gedomineerd door mokerharde basisslagen bracht zij het aanvalstennis onder de aandacht. Het gebruik van effecten, het nut van creativiteit en het surplus van variatie werden tentoongespreid. Natuurlijk was zij met haar uitzonderlijk talent, samen met MartinaHingis en Amélie Mauresmo, zowat de enige die het kon toepassen. Door haar werkethiek, haar wilskracht en haar tactisch genie – met dank aan Rodriguez – legde ze de lat hoger voor het vrouwentennis. In 2007 gaf ze een perfecte demonstratie van die aanpak.

Het fabuleuze seizoen zou uiteindelijk de doodsteek blijken van een van de grootste Belgische sportcarrières ooit. Ondanks het pijnlijke begin, met de echtscheiding, duurde het niet lang voor ze terugkwam in volle glorie. Niet alleen op het terrein, waar geen maat leek te staan op een sublieme Henin, maar ook daarnaast, waar ze na zeven jaren terug de geborgenheid vond van haar familie. Dat zorgde voor een emotionele overdruk. Eén die ze vooralsnog leek kwijt te kunnen in haar tenniscarrière. “Waarom ik nu al stop, zo net voor Roland Garros? Omdat ik me afvroeg of ik een betere Roland Garros kon spelen dan vorig jaar en het antwoord was nee”, zei ze vorige week bij haar afscheid. Ze oogde dan ook perfect gelukkig gedurende die fantastische tien maanden in 2007. Opengebloeid, meer van de vrouw in de atlete tonend, af en toe zelfs laverend tussen zelfspot en arrogantie, genietend van de nieuwe band met haar familie. Dat allemaal ondersteund door een onvoorstelbaar palmares. Steffi Graf, haar idool, achterna.

Gezien de impact van tennis op haar leven en de druk om een quasi perfect seizoen op te volgen, is het haast te begrijpen dat Justine Henin haar rackets opbergt. “Ik heb ondertussen al twee à drie levens achter de rug. Nu is het tijd voor mij”, zei ze vorige week. Het is haar gegund maar het is een harde klap voor het nationale tennis. De hoogconjunctuur is definitief voorbij. Terug naar de realiteit. Wat we daarbij zeker niet mogen doen, is normaliteit verwarren met banaliteit. Met Clijsters en Henin hebben we immers een exceptionele periode achter de rug. Eentje waarvan het nu al pijn doet dat ze voorbij is. Eentje waarvan de kans dat ze terugkomt quasi onbestaande is. Voetjes op de grond dus en terug naar de basis. Het zou het motto van Justine Henin zelf kunnen zijn. Laten we haar daarom nog eenmaal bestoefen: Henin was een formidabele ambassadrice voor België en een uitzonderlijke ambassadrice voor het tennis in de wereld. Ze is voor altijd een nummer één. S

door filip dewulf

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content