De echte affiniteit verdween sinds zijn vertrek in 2005, maar linksachter Kenny Thompson – die zondag terugkeert op het Kiel – blijft een echte Rat. ‘Dat fanatieke publiek bezorgt me telkens weer een echte kick.’

Kenny Thompson: “Echt speciale gevoelens roept Germinal Beerschot niet meer bij me op. Daarvoor ben ik er al iets te lang weg, ook al is het altijd een beetje terug thuiskomen. Alleen met Pieterjan Monteyne en Kris De Wree heb ik nog wat contact. Van revanche is dan ook absoluut geen sprake, omdat ik heel goed weet hoe moeilijk het is om als jeugdspeler de doorbraak te forceren. Je bent nooit sant in eigen land, hé. ( fijn lachje) Maar emo-tioneel lijkt me het wel leuk, ook al door het weerzien met de supporters. Die sfeer op Beerschot blijft iets uniek. Voor zo’n fanatiek publiek spelen bezorgt me telkens weer een echte kick. Samen met de fans van Standard en KV Mechelen blijven die van het Kiel de origineelste. Hun houding naast het veld typeert volledig de Antwerpse mentaliteit: gespeelde arrogantie, de andere proberen te intimideren, zich groot willen voordoen. Ik vind dat wel chic, want het sluit goed aan bij mijn attitude op het terrein. Ik laat me immers ook graag verbaal gelden. Zo waarschuw ik mijn rechtstreekse tegenstander wel eens voor ‘het mes aan mijn voeten’. Mijn andere wapens zijn vooral fysiek spel en keihard tackelen. Dat heb ik allemaal geleerd in de straten van Borgerhout. Ik ken ondertussen ook perfect de grenzen van het toelaatbare: ik zal nooit over de schreef gaan en flirten met een rode kaart. Dat ik geregeld eens geel pak, heeft gewoon te maken met mijn speelstijl. Zoiets neem ik er met de glimlach bij.”

Laatbloeier

“Ik ben op het veld een knokker: ik moet het vooral van mijn temperament en vechtlust hebben. Daar schaam ik me niet voor, ik beschouw die passie en dat vurige strijden eerder als een kwaliteit. Ik ben ervan overtuigd dat die winnaarsdrang een bepalende invloed heeft op het feit dat ik me pas nu als een volwaardige eersteklassevoetballer mag beschouwen. Almaar meer komt het besef dat ik een laatbloeier ben, ondanks het feit dat ik nog maar 23 ben. Eigenlijk ben ik nooit op mijn waarde geschat. Weet je, ik was pas zeventien toen ik in de A-kern van Germinal Beerschot terechtkwam. Ik maakte deel uit van een heel talentrijke generatie, met daarbij onder anderen Moussa Dembélé – die versnelling in zijn benen blijft fantastisch, net een paard dat vertrekt -, Tom De Mul, Mohamed Messoudi en Prince Asubonteng. Sommigen ontwikkelden zich en groeiden snel door, maar ik had blijkbaar meer tussenstationnetjes nodig om te komen waar ik nu sta. Die uitleenbeurten in België bleken nuttig voor mijn ontwikkeling. Er waren mogelijkheden in het buitenland, maar ik heb nood aan mijn familie en vrienden als steun.

“Lierse was een heel moeilijke en turbulente periode, vooral mentaal. Ik ben een groepsmens, maar daar bleek het ieder voor zich. Mijn passage bij Roeselare kwam op het juiste moment. Ik werd meteen aanvaard door de trainer, die heel goed wist hoe hij me moest en kon prikkelen. Dirk Geeraerd was een geschenk voor mijn loopbaan, hij zette me opnieuw op de rails. Hij maakte me sterker als voetballer én als mens. Als geen ander wist hij de juiste snaar te raken, door me te overtuigen van mijn kwaliteiten: snelheid, fysieke kracht en een goede timing met het hoofd bij stilstaande fasen. Ik maakte daardoor vier doelpunten. ( lacht) Het bewijs dat je niet groot hoeft te zijn om goed te kunnen koppen. Mijn impulsieve kantje verdween, ik zette het om in beredeneerd enthousiasme en begon beter mijn momenten te kiezen. Hij prikkelde me met een bepaald sarcasme in zijn opmerkingen, die hij aanbracht als moppen. Rechtuit, maar met een bepaalde ondertoon waardoor je ambetant wordt. Ik apprecieer een dergelijke humor, want ik groeide daar ook mee op. Als ik een voorzet niet goed trapte, riep hij altijd dat ik moest stoppen met witte boterhammen met choco te eten. Dan gooide hij iets op de grond of bleef hij dat maar herhalen, waardoor je kribbig werd en het uiteindelijk toch perfect deed. Dan had hij het over ‘ bokes‘ met confituur. Geweldig!

“Geeraerd was een goed klankbord. Hij zocht veel de dialoog, ook al botste het wel eens. Ik ging ook niet altijd akkoord met zijn visie. Maar na een pittige discussie raakten we wel altijd aan een juiste en goede oplossing, waar we samen sterker uit kwamen. ”

Grappenmaker

“In het tussenseizoen zat ik opgescheept met een dilemma: terugkeren naar AA Gent, waar ik nog onder contract lag, of bij SV Roeselare blijven, waar ik een constant niveau had gehaald, vertrouwen kreeg en me goed voelde. Ik liep rond met een lastig gevoel. Een onderhoud met manager Louwagie bracht opheldering. Hij wilde dat ik bijtekende tot 2011, wat ik ondertussen deed, maar ik legde mezelf ook een deadline op. Ik zou een evaluatie maken van mijn status, net na de eerste competitiewedstrijd. De opdracht was simpel: ik wilde spelen als linksachter en niet langer tweede keuze zijn. Al snel bleek in de voorbereiding dat de trainer het wel voor mij had. Eindelijk krijg ik erkenning en respect, ook financieel. De opluchting was groot, want mijn investeringen van de laatste jaren loonden. Nu kan ik eens lachen met de mensen die mij te vroeg afschreven.

“Met Michel Preud’homme klikt het. Hij zegt rake dingen. Tijdens een kort gesprek verraste hij me in aangename zin, want hij begon over mijn menselijke kant. Hij had vanuit mijn Roeselaretijd opgevangen dat ik een grappenmaker ben. Bij Gent moest ik ook ‘ het zotje‘ eens zijn, benadrukte hij. Ik moest zeker mezelf blijven, me niet laten wegdrukken door de anderen. Dat gebaar apprecieerde ik wel, net zoals hij na amper twee dagen training bij me kwam en vertelde dat ik hem mateloos had geïrriteerd. Ik schrok. Maar al even snel liet hij weten dat hij me vorig seizoen graag van het veld had willen sleuren, doordat ik het ‘klootzakske‘ had uitgehangen, waardoor zijn spelers hun normale niveau niet haalden. Hij was blij dat ik nu voor hem speelde, want spelers met die mentaliteit, daar kan hij naar eigen zeggen erg van genieten. Wat me ook al opviel, is dat hij zijn eigen spelers een goed gevoel wil geven. Maar alles gebeurt altijd onder de noemer willen winnen, een visie die perfect aansluit bij mijn mentaliteit en motivatie. Momenteel ben ik voor hem de geschikte man als linksachter, omdat ik defensief mijn opdrachten vervul, maar ook offensief voor de juiste impulsen en een surplus probeer te zorgen.

“De nieuwe manier van werken is zalig. Alles gebeurt hyperprofessioneel. Tot in het kleinste detail volgen ze ons op. Bovendien wordt iedereen op gelijke voet behandeld. De technische staf duldt geen buitenbeentjes en hamert op discipline. Ik vind dat positief. Ze vragen ook om op training eens stevig door te gaan. Ik vind ook dat je op training geen verstoppertje moet spelen. Nu, even erg als bij Roeselare is niet mogelijk, want daar moest je – met Frederik Vanderbiest en Koen De Vleeschauwer in de buurt – je scheenbeschermers aantrekken. Zo stevig ging het eraan toe op training. Hier is dat niet mogelijk, omdat het technisch vermogen en de snelheid van uitvoering veel hoger liggen. De hakbijl werd nog niet bovengehaald.

“Ik ga ervan uit dat we met deze ploeg zeker bij de eerste vijf eindigen. Wanneer we de schoonheidsfoutjes uit ons spel kunnen halen en nog beter het resultaat spelen, dan moet een plaats binnen de top drie mogelijk zijn. We baden in luxe, want elke positie is dubbel bezet. Alleen moeten we nog een iets hoger rendement halen. Je mag nooit tevreden zijn, hé. Als sportman moet je altijd en overal naar het maximale streven. ( knipoogt) Ik zou ook graag eens meedoen voor de prijzen.” S

door frédéric vanheule

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content