Bouwvakkerszoon, straatvoetballer, working class hero, one game wonder, enfant terrible. Het opmerkelijke verhaal van Anthony Watt, de nieuwe, twintigjarige Schotse spits van Standard. Op stap in Airdrie en Coatbridge.

In Coatbridge lijkt zowat iedereen in het bezit te zijn van een hond. Maar nog opvallender zijn er de bordjes waarop in gele, rode, witte en zwarte letters opgeroepen wordt om onverantwoordelijke hondenbezitters aan te geven:

Enough’s Enough

Report Lazy dog owners

Now!

Call us on

01698403110

Maar Coatbridge kampt met veel grotere ongemakken. De working class town op een kilometer of twintig van Glasgow was ooit het industriële hart van Schotland, maar worstelt nu al decennialang met de reconversie en roept tegenwoordig vooral associaties op met werkloosheid, armoede en drugsgebruik. Door middel van nationale en Europese subsidies wordt geprobeerd de stad nieuw leven in te blazen, maar het is veelbetekenend dat de grootste troef nog altijd een museum is: Summerlee Heritage Park, Museum of Scottish Industrial Life. In 2007 riep het maandblad Prospect Magazine de plaats uit tot meest troosteloze van het land. De Schotse stand-upcomedian Frankie Boyle wijdde er zelfs een theatershow aan: Frankie goes to Coatbridge.

Hier is het dat TonyWatt opgroeide. Voetballen doet de bouwvakkerszoon er voor de fun bij boys clubs in Dunbeth Park en Whifflet Park. Hij is al bijna zestien wanneer de naburige derdeklasser Airdrie FC hem ontdekt. Maar dan gaat het plots heel snel. Anderhalf jaar later tekent hij voor Celtic FC, de katholieke topclub uit Glasgow waar hij al zijn hele jonge leven van droomt en met zijn oom al vaak naar is gaan kijken. Nog niet eens negentien is hij wanneer hij in de Champions Leaguewedstrijd tegen FC Barcelona de winning goal maakt, een verbeterd contract tot 2016 krijgt aangeboden en gehypet wordt als wonder boy en hottest talent in Scottish football. Maar de jongen uit Coatbridge kan de steile verwachtingen niet meteen inlossen en wordt het daaropvolgende seizoen ter beschikking gesteld van de Belgische eersteklasser Lierse SK. Daar woont hij aanvankelijk samen met een neef, maar dat blijkt geen goed idee te zijn en uiteindelijk wordt zijn tante overgevlogen om ervoor te zorgen dat hij fatsoenlijk te eten krijgt en tijdig in zijn bed geraakt. Met 8 competitiedoelpunten in 955 speelminuten ontpopt hij zich er tot efficiëntste spits van de Jupiler League. Maar dat succes wordt overschaduwd door herhaaldelijke aanvaringen met coach Stanley Menzo en eindigt met zijn definitieve verwijzing naar de B-kern met de kwalificatie ‘enfant terrible’. Dit seizoen start hij de voorbereiding bij Celtic FC onder de leiding van een nieuwe hoofdcoach, de Noor Ronnie Deila, maar na vier weken komt die tot dezelfde conclusie als zijn voorganger Neil Lennon: een gebrek aan maturiteit, commitment, discipline, professionaliteit, echte topsportmentaliteit. Eind vorige maand ten slotte tekent Tony Watt voor vijf jaar bij Standard. Volgens Britse media betaalde de Belgische topclub voor hem een transfersom van anderhalf miljoen euro.

Airdrie

Het Excelsior Stadium van Airdrie Football Club ligt tussen een arbeiderswijk en een oude industriezone. Rond het kunstgrasveld trekt in de verste hoek een bijzonder publiciteitsbord de aandacht: Suicide. Don’t hide it. Talk about it. Onlangs is er weer iemand onder een trein gesprongen, vernemen we.

Tony Wattkwam hier in de zomer van 2009 terecht nadat hij op aanraden van een vriend was ingegaan op een advertentie in de lokale krant Airdrie & Coatbridge Advertiser om een test af te leggen bij Airdrie FC. Behalve zijn talent herinnert managing director Ann Marie Ballantyne ook de glinstering in zijn ogen. Hij was een jonge gast vol plezier, aanstekelijk enthousiast, heel direct in zijn antwoorden en voorbestemd om voetballer te worden”, vertelt ze. “Tony was: what you see is what you get. Hij begon bij de U16, na enkele maanden schoof hij al door naar de U19, op zijn zestiende gaven we hem een contract en daarna debuteerde hij snel in de eerste ploeg. Druk deerde hem niet: hij ging het veld op en deed wat hij kon.”

Zodra hij bij Airdrie FC een contract kreeg, stopte hij met school, met voor de directeur de mededeling dat hij profvoetballer zou worden. “Jimmy Boyle, de toenmalige manager, bezorgde hem in Coatbridge wel een job als tuinier bij de lokale overheid, maar dat duurde niet lang. De discipline om de wekker te zetten en ’s ochtends vroeg op te staan, daar had hij het moeilijk mee. Gaan werken interesseerde hem evenmin als naar school gaan. Alleen voetballen telde voor hem en hij was heel overtuigd dat hij zou slagen.”

Toen hij in september 2010 een week mocht gaan testen bij Liverpool FC trok hij ook op zijn werk de deur definitief achter zich dicht, met voor zijn baas de mededeling dat hij profvoetballer zou worden. Begin januari 2011 was het zover: hij tekende een driejarig contract bij Celtic FC, de club van zijn hart. Dat hij daar weleens kritiek kreeg op zijn attitude, begreep Ann Marie Ballantyne. “Omdat hij toen van een heel relaxte club als die van ons, waar bijvoorbeeld maar twee keer per week werd getraind, naar een heel gestructureerde omgeving ging. Daar werd hij vergeleken met jongens van zijn leeftijd die al van klein af bij Celtic waren gevormd.”

Terwijl hijzelf in Coatbridge op straat was gevormd. Voor zijn eerste wedstrijd met Airdrie FC verscheen hij in het Excelsior Stadium in bermuda en T-shirt. Alsof hij ging surfen. “Toen ik hem voor de eerste uitwedstrijd vroeg wat hij wou eten, antwoordde hij: ‘Hoe bedoel je?’

“Ik zeg: ‘Drie uur voor de wedstrijd eten we, op hotel, wat moet het voor jou zijn?’

“‘Ik weet het niet’, zegt hij.

“Ik zeg: ‘Wat eet je normaal voor de wedstrijd?’

“‘Onderweg naar het stadion ga ik dan altijd een Big Mac eten’, zegt hij.

“Zo dacht hij toen. Maar bij Celtic kwam hij terecht in een wereld die zo verschillend was in vergelijking met het leven dat hij daarvóór kende. Hij belandde bij mensen voor wie geld geen probleem was, die niet wisten wat schulden waren, die altijd mooi gekleed waren, met blitse wagens reden en in kasten van huizen woonden. Velen van hen waren gehuwd en gingen na de training naar vrouw en kinderen. Maar als je jong en vrijgezel bent, heb je als prof veel tijd te doden. Het verschil met hier was ook dat hij daar over veel centen beschikte om uit te geven.”

Zeker na zijn doelpunt tegen Barcelona zou hij, working class hero, aan het zweven zijn gegaan. Er circuleren verhalen dat hij toen in dancings in Coatbridge en Airdrie met geld gooide alsof hij de eigenaar van de zaak was. “Ik geloof niet alles wat mensen vertellen”, zegt Ann Marie Ballantyne. “Tony ging zoals altijd uit met vrienden, van wie er veel niet werkten; en hij betaalde hen drank, omdat het zijn vrienden waren en hij veel meer geld op zak had dan zij. Plezier maken, genieten van hun sociaal leven is wat alle teenagers doen, helaas is dat niet wat van een voetballer verondersteld wordt. Maar geloof mij: er zit echt geen kwaad in die jongen. Hij is hier ook altijd blijven terugkomen, omdat hij zich hier goed voelt. Bij Celtic maakten ze van hem na zijn doelpunt tegen Barcelona een wonderboy. Maar omdat hij niet meteen aan de door de media gecreëerde hoge verwachtingen kon voldoen, braken diezelfde media hem af tot op de grond. Dat is eigen aan de sportwereld, zeker in Groot-Brittannië. Waar zo’n jonge jongen in tijden van succes ook mee te maken krijgt, is met de jaloezie van oudere spelers. Die willen hem dan neerhalen en als je daar niet mee kan omgaan, is dat heel zwaar. De stap naar voltijds voetbal was voor Tony moeilijk, omdat het van hem een heel andere levenswijze vroeg, maar ik vind dat hij het redelijk goed deed. Vergeet niet dat hij nog altijd maar twintig is en dat zijn carrière nog vijftien jaar duurt.

“Het is best dat hij nu even weg is van Glasgow en omstreken. Vorig seizoen was dat ook al zo, maar toen was hij uitgeleend en dat is niet hetzelfde. Dan zit er in je gedachten eigenlijk alleen maar: wanneer kan ik weer naar huis? Nu is hij eigendom van zijn nieuwe club, dus ook echt van waarde voor die club en dat scheelt in de benadering van zo’n jongen. Hij is er thuis, maakt echt deel uit van de familie en het ligt in zijn aard om alles te doen om zijn werkgever tevreden te stellen. In België zal hij niet beoordeeld worden als ‘Tony Watt die ooit scoorde tegen Barcelona’. Hij zal er op zijn eigen manier Tony Watt kunnen worden, de voetballer van wie we hier allemaal weten dat hij die kan zijn. Want hij is geen one game wonder, hij is véél meer dan dat.”

De enige speler van de huidige ploeg van Airdrie FC die ooit nog samen speelde met Tony Watt is Jamie Bain.Op vraag van de managing director maakt hij voor de training even tijd voor ons. “Ik zag zelfs de oefenwedstrijd waarin hij hier destijds testte”, vertelt hij. “Niemand kende hem, hij begon op de bank, maar niet lang nadat hij was ingevallen, zei ik al tegen mijn vader: ‘Dat is een jongen die op een dag van het voetbal zal leven.’ Hij kreeg de bal voor de eigen zestien meter, liep op kracht vier of vijf tegenstanders voorbij tot aan de overkant en schoot de bal daar dan binnen! 1-0. Ik dacht: wauw, die heeft iets speciaals. Bij 1-1 deed hij dat nog eens over vanaf de middencirkel. 2-1. De eindstand. Nog altijd vind ik dat hij met niemand anders te vergelijken is. Tony is: geef mij de bal, ik zorg er wel voor dat hij in het net terechtkomt. Ik herinner mij ook nog zijn debuut hier met de eerste ploeg in een bekerwedstrijd: bij een 2-1-achterstand nam de trainer er een kwartier voor het einde een verdediger af, namelijk mijzelf, en bracht hij er met Tony een extra spits in. Tony was betrokken bij de 2-2 en de 2-3 maakte hij in de laatste minuut zelf. Ik zag ook zijn competitiedebuut met Celtic tegen Motherwell. Hij viel in en scoorde twee keer in zeven minuten. Ik dacht: dat is nu een heel ander niveau en toch doet hij het weer. Tegen Barcelona in de Champions League: weer!

“Iederéén heeft intussen een mening over hem, maar ik zeg je: hij is al die tijd geen haar veranderd. Hij is nog altijd Tony, een gewone jongen van Coatbridge. Zijn vrienden zijn ook nog altijd dezelfde als toen en die beschouwt hij als familie. Als je hem respecteert, zal hij alles doen om jou te helpen. Zo is Tony.”

Dunbeth

Jamie Bain is van Airdrie, het stadje naast Coatbridge; en Dunbeth, waar Tony Watt opgroeide, is het stadsdeel van Coatbridge dat tegen de grens met Aidrie ligt. Jamie is bijna twee en een half jaar ouder en ging Tony destijds vaak met de wagen bij hem thuis oppikken om samen naar het Excelsior Stadium te rijden.

Het is een buurt met hier en daar wat ruige trekjes. Wanneer we Dunbeth Park verlaten, zien we hoe aan het eerste huis op onze linkerkant een bejaarde met vermoedelijk een glas te veel op voor zijn voordeur op de knieën zit en tevergeefs zijn sleutel in het sleutelgat probeert te mikken. Het is halfdrie in de namiddag en op de hoekwoning aan de overzijde van de straat is een vrouw met een kettingzaag de heg aan het kortwieken. Haar reactie op onze goeiendag is verrassend. “Als je wat dichter komt, kan ik jouw haren mee scheren.” Aan het treinstationnetje van Coatdyke laat een passant in een ‘If found, please return to pub‘-T-shirt ons achter in een hasjwalm.

In Smith Quadrant, de straat die ons is aangewezen als die van Tony Watt, is een man het trottoir aan het afspuiten. Het blijkt de buurman van de familie Watt te zijn. Hij is Celticfan, vertelt hij, en toont ons op het beginscherm van zijn gsm een foto van Tony met zijn zoontje in Celticshirt. Het duurt niet lang of in het deurgat ernaast verschijnen op zijn vraag Lucy en Alana, de moeder en de oudste van twee oudere zussen van Tony. Een Belgische journalist die het vliegtuig nam om een rootsverhaal over hun zoon en broer te maken? We worden uitgenodigd even binnen te komen en krijgen een kop koffie aangeboden.

In de woonkamer hangt een kader met een foto van het doelpunt dat Tony op 7 november 2012 in Celtic Park voor 60.000 man tegen Barcelona maakte, met daaraan opgehangen de medaille van de landstitel in 2013. Vader Paul is er niet, hij verblijft bij Tony in Luik. De moeder en de oudste zus schetsen het beeld van “a good boy” die altijd alleen maar in voetbal geïnteresseerd is geweest.

Lucy: “All he wants, is to kick a ball. No matter when, no matter where.”

Alana: “Zo ken ik hem al twintig jaar. Mocht hij hier nu binnenkomen en er ligt daar een bal, dan is het eerste wat hij zal doen die bal met zijn voeten beroeren. In twintig jaar is hij niks veranderd.”

Lucy: “Anthony is een gemanierde en intelligente jongen, het is de pers die soms onfatsoenlijk is. Hij kocht voor ons onlangs dit huurhuis en hij kocht in Coatbridge ook al een huis voor zichzelf. Het is dus niet zo dat hij zijn geld verspilt.”

Ze noemt hem Anthony, niet Tony.

Lucy: “Iedereen noemt hem Tony, maar voor mij heet hij nog altijd Anthony. Hij is genoemd naar Saint Anthony.”

Alana: “Als kind speelde hij ook veel op PlayStation en keek hij graag naar dvd’s.”

Lucy: “Stand by me is nog altijd zijn favoriete film.”

Alana: “Maar al twintig jaar is Anthony vooral gefocust op goals maken.”

Lucy: “Hij is een garantie op goals. Soms krijgt hij problemen doordat hij té hard probeert.”

Op wie gelijkt Anthony karakterieel het meest, op zijn moeder of op zijn vader?

Alana: “Vader is rustig, moeder is… niet rustig.”

Dus: op zijn moeder? Lucy en Alana schieten in de lach.

Het is vijf uur. Om kwart voor acht speelt Celtic thuis tegen Legia Warschau, de terugwedstrijd van de derde voorronde van de Champions League, en in de straat vertrekken al de eerste wagens richting Glasgow. Ook Alana moet er met haar kinderen vandoor en ze biedt ons een lift naar het station aan.

Lucy: “Zijn wij nu zulke slechte mensen?”

Het is een buurt waar het toch wat risico inhoudt om als kind op te groeien, ontkent Alana onderweg niet. Gelukkig kon Anthony in de Dunbeth Boys Club in Dunbeth Park terecht om zijn passie voor het voetbal te beleven en verloor hij nooit zijn bezieling om zijn droom om profvoetballer te worden te realiseren. “Hij heeft bijvoorbeeld nooit gerookt”, weet Alana. “Onze moeder rookt wel en hij zegt haar altijd hoe slecht dat wel is. Toen hij jonger was, heeft hij wel één keer te veel gedronken. Ze hebben toen zijn maag moeten leegpompen. Die les is hij niet vergeten.”

DOOR CHRISTIAN VANDENABEELE IN SCHOTLAND – BEELDEN: CHRISTIAN VANDENABEELE

“Geloof me: er zit echt geen kwaad in die jongen.”

“Hij zei: voor de wedstrijd eet ik altijd een Big Mac.”

“Gaan werken interesseerde hem evenmin als naar school gaan. Alleen voetballen telde voor hem.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content