Op zijn minst voor de komende twee interlands staat Marc Wilmots aan het roer van de Belgische nationale ploeg. Als speler is hij altijd al een grote persoonlijkheid en een man met een mening geweest, dat zal ook nu als bondscoach ad interim zo blijven. Een monoloog …

Marc Wilmots aan het roer van de Belgische nationale ploeg. Als speler is hij altijd al een grote persoonlijkheid en een man met een mening geweest, dat zal ook nu als bondscoach ad interim zo blijven. Een monoloog…

De vaandelvlucht van Georges Leekens bij de Rode Duivels verraste vriend en vijand, ook diens T2 Marc Wilmots (43) viel compleet uit de lucht toen hij het nieuws vernam. Omdat er met Montenegro (25 mei) en Engeland (2 juni) twee interlands op het programma staan en er snel een selectie gemaakt moest worden, ging Wilmots – nadat hij eerst had geweigerd – toch in op het voorstel van de KBVB om op interimbasis de leiding van de nationale ploeg over te nemen. “Ik besefte dat je niet op enkele uurtjes tijd even een nieuwe bondscoach vindt. Met deze toezegging geef ik de bond de kans om enkele zaken af te tasten”, vertelt Wilmots.

De voormalige middenvelder van Schalke 04 is altijd al een roerganger van de nationale ploeg geweest, ondanks een onderbreking van drie jaar tussen ’94 en ’97. Hij verzamelde in zijn internationale carrière 70 caps en maakte daarin 28 doelpunten, waarvan vier op een WK. De ideale man om in deze turbulente maar boeiende Rode Duivelstijden zijn zegje te doen.

Arbeiten!

Wilmots: “Ik heb altijd veel belang gehecht aan werkethiek. Dat ik bij Schalke verkozen werd tot vijfde beste speler van de eeuw is te danken aan het feit dat ik altijd en overal de mouwen opstroopte. Afgezien van Bordeaux heb ik in mijn carrière ook steeds voor populaire volksclubs gekozen. Wanneer we met de spelersbus langs de fabrieken reden, besefte je maar al te goed dat je niet moest klagen over vermoeidheid terwijl er daar arbeiders zich uitsloofden voor 1500 euro per maand. In Schalke liet Huub Stevens ons zelfs eens de mijnen in gaan om een beeld te krijgen van wat écht werken betekent.

“Dat Vincent Kompany staat waar hij nu staat, heeft hij te danken aan hard werken op training en ook investeren in je tijd buiten de trainingen. Je merkt dat hij fysiek helemaal top is… zoiets komt niet vanzelf! Kompany, Timmy Simons, Daniel Van Buyten en Thomas Vermaelen hebben allen een voorbeeldige mentaliteit. Dat zijn spelers die zichzelf constant in vraag stellen, die een onverzadigbare drang hebben naar succes.

“Het zijn vier leiders, maar ze spelen allemaal achterin. Ik speelde in mijn tijd in het hart van de ploeg, daar voelde je beter wanneer het spel vertraagd moest worden, wanneer je de linies dichter tegen elkaar moest laten voetballen, enzoverder… Idealiter heb je zo een leiderstype in elke linie van de as van je elftal. Op het middenveld zou Axel Witsel dat op zich kunnen nemen, maar hij is nog jong. En wat me zorgen baart, is dat hij bij Benfica een te defensieve rol vervult. Een bondscoach is afhankelijk van welke posities zijn spelers bij hun club bekleden, want op drie dagen bij de nationale ploeg kan je hun automatismen en reflexen moeilijk veranderen.

“Er zijn spelers bij wie dat minder een rol een speelt: Vermaelen kan naar de linksback schuiven, net zoals hij dat bij Arsenal soms doet. Iedereen heeft zijn favoriete positie, maar een kerel als Thomas plaatst de ploeg altijd boven het individu. Als je spelers die mentaliteit hebben, kan je ver raken. Maar welke namen uiteindelijk op het veld staan, daar veeg ik mijn voeten aan, wat telt is de complementariteit in het elftal.

“Iedereen zegt nu wel steeds dat we een schitterende ploeg hebben, maar we staan nog nergens. Ik heb daar een antwoord op: binnen tien jaar zullen we het weten. Het is trouwens niet de eerste keer dat er met termen als ‘gouden generatie’ gegoocheld wordt: Michaël Goossens heette destijds de nieuwe Marco van Basten te zijn, Régis Genaux was de nieuwe Erik Gerets. We moeten dringend stoppen met dat soort belachelijke voorspellingen. Een gouden generatie heb je pas wanneer die iets verwezenlijkt heeft. Als er nu al enkelen zijn die denken dat we al op het WK staan, dan zijn we verkeerd bezig. Naar Servië, Kroatië, Wales en Schotland gaan voetballen is echt geen pretje. Wie zegt dat dit een gemakkelijke groep is, kent niets van voetbal. Wij praten maar over Kompany, Moussa Dembélé, Eden Hazard, Vermaelen, Jan Vertonghen… jongens die bij grote clubs spelen of zullen spelen. Maar heeft er iemand al de moeite gedaan om eens te kijken bij welke clubs onze tegenstanders actief zijn? Daar zit ook heel wat van de Europese top bij, hoor.”

Het geval-Hazard

“Ik heb nooit een vete gehad met Eden Hazard. Het geval-Hazard is een zaak die Georges uitgeklaard heeft, ik ben daar nooit tussengekomen. Uiteraard heb ik hem op het matje geroepen, net zoals ik dat bij iedereen doe. Als niet iedereen doet wat hij moet doen, zullen we er nooit raken. Ik sta hier niet om gewoon te roepen: ‘Bravo jongens, jullie zijn de besten!’

“Dat Eden op het punt staat in Engeland te tekenen en zijn vertrouwde nest in Rijsel te verlaten, is volgens mij een heel goede zaak. Vorig seizoen hemelde de Franse pers hem constant op, terwijl ik vond dat Eden nog te veel momenten kende waarin hij afwezig was in een wedstrijd. Het is logisch dat je daar als jong talent in moet groeien, maar dat kan enkel als je omgeving je daarin stimuleert. Dat heeft Eden nu begrepen.

“Op het niveau van de nationale ploeg kan je je zulke mindere momenten niet veroorloven want dan hang je. In onze nationale ploeg van het WK 2002 werkte iedereen mee: van de verdedigers tot de aanvallers. Bart Goor deed dat op zijn linkerflank, Gert Verheyen op rechts en ik in het centrum. Als een van ons drieën even niet meedeed, merkte je dat het evenwicht in de ploeg meteen verdween. Dat is topniveau. Karim Benzema slankte zes kilo af en sindsdien ontplofte hij helemaal bij Real. Hij kan nu dubbel zo vaak diep gaan én nog de energie vinden om mee te verdedigen. Bij het begin van dit seizoen heb ik aan Eden één ding gevraagd: dat hij meer goals zou maken en vaker beslissend zou zijn. Dat heeft hij gedaan, dit was met voorsprong zijn beste seizoen tot nog toe.

“Ik heb helemaal geen probleem met grote persoonlijkheden. Ik herinner me nog een anekdote bij Standard: Arie Haan wou niet dat ik in de spits zou spelen. Ik deed het toch en scoorde drie keer. Na de match wilde Haan me geen hand geven. Een trainer aanvaardt niet graag dissident gedrag, maar als morgen Hazard mijn richtlijnen in de wind slaat en twee doelpunten maakt, zal ik zeggen: bravo, hij heeft zijn gelijk bewezen. Het enige dat ik wil is winnen, c’est tout.”

DOOR THOMAS BRICMONT

“Op het niveau van de nationale ploeg kan je je geen mindere momenten veroorloven want dan hang je.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content