Peter t'Kint
Peter t'Kint Redacteur bij Sport/Voetbalmagazine

Feestvieren met PSV, huilen bij de Rode Duivels. Timmy Simons blikt terug. Zonder groot bakkes, maar mét een mening.

Of hij zich een loser voelt, vragen we op het einde van het gesprek, als het al een uurtje gaat over de problemen bij de nationale ploeg. Neen, antwoordt Timmy Simons, die vorige week dertig werd en graag verwijst naar het goed gevoel waarmee hij terugblikt op het jaar van PSV. Kampioen, bekerfinalist en dit najaar zonder noemenswaardige problemen dominant in de Eredivisie en geplaatst voor de tweede ronde in de Champions League. Een loser is hij niet. Simons : “Alleen de verloren bekerfinale was een tegenslag.”

Mag ik jullie het Lyon van Nederland noemen ? Koning in eigen land en Europees een vaste waarde.

Timmy Simons : “PSV werd zes keer in acht seizoenen kampioen, zij nu zes keer op rij geloof ik. Maar Europees staan zij nog een stap verder, merkte ik. Die ploeg is de laatste jaren ontzettend aan het groeien. Toen wij ze met Brugge bekampten, stonden ze nog aan het begin van die evolutie, maar de laatste jaren hebben ze alles gedomineerd, zelfs Europees. Sterk bezig.”

Het is wel een ploeg waar ook wel eens de beteren vertrekken – vorige zomer Essien naar Chelsea, maar waar die overgang geruisloos wordt verwerkt. Net als bij jullie.

“Dat klopt. Toen ik naar hier kwam, anderhalf jaar geleden, vertrokken Van Bommel, Vogel, Lee, Bouma en Park. Dan denk je even : ja, hoe gaan we dat hier opvangen. Maar dan blijkt dat deze club stabiel is en beschikt over een netwerk dat de hele wereld omspant. Als je ziet welke culturen hier allemaal samen zitten, jongens uit Europa, Afrika, Australië, Zuid-Amerika … Deze zomer zijn helemaal op het einde Vennegoor ofHesselink en Ooijer vertrokken. Ik was even ongerust, omdat het om twee sleutelposities ging, maar snel bleek dat Da Costa of Salcido de verwachtingen perfect inlosten. Na drie, vier weken aanpassing draaiden die jongens perfect mee. Ik denk dat ze hier een goed scoutingapparaat hebben en beschikken over de middelen om gaten op te vangen. Wie goeie spelers wil, moet met geld over de brug komen. Salcido is Mexicaans international, speelde mee op het WK, die jongen heeft niveau.”

Mantel der liefde

Bij Anderlecht zegden ze deze zomer nog : in Mexico hebben we nog niet gescout, want daar kunnen we toch niet aan. Is dat het verschil tussen de laatste plaats in de poule en een kwalificatie voor de tweede ronde ?

“Misschien wel. Je moet verder durven zien, die jongens kosten misschien veel, maar betalen door prestaties zichzelf terug. Wat is het verschil tussen de eerste en de tweede ronde Champions League ? Een paar miljoen euro ? Over Anderlecht wil ik niet oordelen, ik sta er te ver af, maar ik denk dat ze goed investeerden. Maar zij verkennen nu pas die Zuid-Amerikaanse markt, PSV zit daar al jaren.”

Is Spaans nu de voertaal in de kleedkamer ?

“Helemaal niet. De trainer ( Ronald Koeman, nvdr) zegt af en toe wel wat dingen in het Spaans, maar wij proberen het Nederlands te houden. Reiziger, Cocu, Kluivert, Kromkamp, die jongens hebben allemaal in Spanje gevoetbald, uiteraard vergemakkelijkt dat de conversatie. Ook ik trek mijn plan.”

Spaanse roots ?

“Ik heb een tijdje Spaanse les gevolgd, mijn beste, en dat komt nu goed van pas.”

Het zijn jongens die het thuis niet breed hadden. En dan maken ze hier graag de vergelijking met Ajax, waar de eigen jeugd gepamperd wordt met perfecte velden, maar misschien wat week is voor de ‘oorlog. ‘ Is dat het verschil tussen Ajax en PSV ?

“Dat weet ik niet. (denkt na) Ajax heeft ook al Zuid-Amerikanen naar Amsterdam gehaald, maar daar botert het niet. Ligt dat aan de jongens of aan de manier van omgaan ? Ik ken die club onvoldoende, maar hoor wel wat verhalen. Daaruit blijkt die club toch iets koeler te zijn, iets meer direct. Veel meer pers, vergelijkbaar met de toestand in België tussen Anderlecht en Brugge. Hier is het wat gemoedelijker, wordt iets sneller met de mantel der liefde bedekt. In Ajax is het zoals in Brussel : voortdurend crisis.”

Je maakte bij Brugge de fratsen van Andrés Mendoza mee, nog zo’n getalenteerde Peruaanse spits. In welke mate is Jeferson Farfán anders ? Of zijn er gelijkenissen ?

“Die zijn er zeker. Het verschil was dat Andrés alleen was in Brugge en zich soms stoerder voordeed dan hij in werkelijkheid was. Uit zelfbescherming. In het begin schrik je daarvan en vind je dat irritant, zijn gedrag tegenover de ploegmaats. Na een tijdje bleek echter dat je goed kon lachen en discussiëren met hem. Op dat vlak hebben de jongens hier voordelen, omdat er meerdere zijn.”

De koning van het dode spelmoment

Jullie zijn heel stabiel achterin, zowel Liverpool, Bordeaux als Galatasaray kwamen één keer op twee niet tot scoren, Ajax in Amsterdam evenmin. Anderlecht en Club konden Europees geen enkele keer de nul houden. Wat maakt het verschil ?

“Iedereen moet zich bewust zijn van zijn taak en van daaruit moet je voetballen. De eerste taak van een verdediger is goed verdedigen. Hier mogen ze met de bal aan de voet oprukken, of meeschuiven, maar alleen als het geen gevaar oplevert. Soms loopt het ook hier fout, thuis tegen Bordeaux onlangs. Toen wilden we wél graag dat doelpunt maken en liepen we uit positie. Resultaat : twee, drie goals rond je oren. Europees moet je goed in je hoofd steken dat elke kans wordt afgemaakt. In de eigen competitie kan een foutje veel minder kwaad.”

Een quote over jou uit de krant na de zege tegen Ajax : “Simons, de koning van het dode spelmoment.”

“Wij zijn daar sterk in, ja, door training. Elke keer de dag voor een match en aangezien we veel wedstrijden spelen … Zoiets komt nooit vanzelf, ook al vindt men dat hier soms geen echte goals …”

Vind je het leuk, die eretitel ?

(denkt er even over na) Ik heb er ocharme twee gemaakt. Misschien vielen ze op, omdat het belangrijke waren … Het is wel zo dat ik pas het laatste halfjaar mee naar voren mag bij die momenten. Vroeger werd meer gerekend op mijn snelheid achterin of op de zestien, om de counter uit de actie te halen. Ook omdat in mijn natuur zit dat ik direct bij balverlies bezig ben met de omschakeling. Andere jongens blijven vaak wat langer voorin hangen.”

Andere omschrijving van je : “Simons is een pion van rust in al dat Hollandse gescheld.”

“Ja. Ze zijn het hier anders gewend. Ik corrigeer op een andere manier, bij mij hoeven woorden als klootzak er niet bij. Ik denk dat ze die rust wel accepteren. Er zijn grenzen, vind ik, ook in taalgebruik. Elkaar opnaaien kan ook op een andere manier.”

De trainer vindt dat je jezelf nog wat meer mag laten gelden.

“Dat weet ik, maar ik kan mijn natuur niet veranderen. Dit zijn allemaal jongens die op internationaal niveau wat bewezen, daar ga ik niet snel wat tegen roepen.”

Met 51 interlands hoor je ook tot de anciens.

“Ja, maar als je naast je jongens lopen hebt als Cocu, Reiziger of Kluivert, let je toch op wat je zegt. Je moet je in je rol kunnen schikken, niet groter voordoen dan je bent. Dat is mijn sterkte, ik kan dat.”

Maar als Cocu het wat moeilijker heeft, heb jij dan niet de neiging wat meer hooi op jouw vork te nemen ?

“Hoho, stop ! Het is niet omdat Phillip geblesseerd was of volgens de media minder bezig, dat ik dingen moet doen die buiten mijn rol vallen. Mijn taak is werken voor de verdediging en dat ga ik niet veranderen. Ik word sterker qua omschakeling en balaanname, in de snelheid van uitvoering, en af en toe mag ik er ook uit, maar ik blijf de man die eerst nadenkt waar hij gaten kan dichten en dan pas aan eventueel mee aanvallen. In voetbal moet je goed weten wat je kan en wat je niet kan.”

Als Cocu er niet bij is, ben jij de aanvoerder.

“Ja.”

Kettingreactie

Welkom in het rijtje van Gerets en Nilis. Schrik je daarvan ?

“Dat is een eer, ja, maar zover als die jongens ben ik niet. Mijn carrière bij PSV begint pas. Ik ben wel tot nu toe in elke ploeg de aanvoerder geweest, maar vreemd genoeg zijn er nog steeds mensen die zich vragen stellen bij mijn leiderscapaciteiten.”

Intern is er veel respect, maar je doet zelden grote verklaringen. Misschien is het dat.

“Ik zal nooit schelden om wat duidelijk te maken en geef inderdaad liever binnenskamers mijn mening. Ik probeer ook altijd het gedacht van de trainer over te brengen, niet alleen mijn eigen goesting. Ik ben het niet altijd helemaal eens met de trainer, maar als dat het geval is, zeg ik dat intern. Wat is de definitie van een goede leider ? Een groot bakkes opzetten of verstandig zeggen waar het op staat ? Iemand een keer apart nemen, naast hem op het veld stappen, het kan anders. Je kan meer dingen bekomen door ergens rustig over te praten. Phillip doet dat zo, ik spiegel me daar wat aan. Hij maakte alles mee, maar zal daar nooit mee uitpakken. Reiziger of Kluivert evenmin, die maken geen vergelijkingen met vroeger, hoogstens een keer lachend. Dat vind ik super van die gasten.”

Het respect in Nederland voor Timmy Simons is groot.

“Terwijl niemand me anderhalf jaar geleden kende. Maar hetzelfde gebeurde ook in Brugge en toen had ik twee jaar lang nagenoeg alle wedstrijden bij Lommel meegespeeld. Ik weet nog goed hoe ik mijn contract in Brugge tekende en DanyVerlinden voorbijliep. Ik gaf hem een hand en achteraf hoorde ik van hem dat hij niet wist wie ik was. (lacht) Verstrooid allicht.”

Dit is een competitie die gevolgd wordt door de groten. Je hebt regelmaat en bent aanvoerder, ik kan me inbeelden dat men jouw naam ook wel eens durft aankruisen. Nog ambities, ondanks dat contract tot 2009 ?

“Anderhalf jaar geleden had ik niet verwacht dat een club me nog in Brugge zou komen halen. Belangstelling was er altijd, maar ploegen die opdoken om te onderhandelen, dat was veel minder … PSV heeft wél doorgeduwd. Ik ben nu dertig, ik weet niet of er nu nog iemand voor mij veel geld zou willen betalen. Ik ben er pas, heb nog veel te leren, rustig aan daarmee.”

In schril contrast met PSV staat het belabberde jaar van de nationale ploeg.

“We zijn met veel goeie moed herbegonnen, de stage in de zomer vond ik ook goed en toen dacht ik : we zijn vertrokken. Maar alweer hebben we, ondanks alle waarschuwingen vooraf, de start gemist. Een samenloop van omstandigheden, denk ik. Kwaliteit, automatismen, je kan allerlei dingen aangeven … Als iedereen beschikbaar is, kan je een goed resultaat neerzetten, maar overschot hebben we niet. Wij kunnen niet zoals de Nederlanders zeggen : Seedorf, Makaay, Van Nistelrooij, Van Bommel, wij hebben jullie niet nodig. Jongens die bij Milan, Bayern of Real spelen … Bij ons is het zoeken en puzzelen en blijkt dat we zelfs tegen de mindere goden geen resultaat meer kunnen neerzetten omdat die ook kunnen voetballen en georganiseerd zijn. En dan krijg je een kettingreactie. Om dat puntenverlies goed te maken moet je in de wedstrijden erop meer halen. Moet je dingen forceren, ga je posities minder goed invullen en dan krijg je zoiets, je geeft een tegenstander meer ruimte dan zou moeten, zodat ze hun favoriete spelletje kunnen spelen. Dat is wat tegen Polen gebeurde, knullig achter komen, zodat je nog meer risico’s moet pakken. Het is constant achter de feiten aanhollen. Daar is niks meer aan te doen, vrees ik, je kan in deze campagne niet meer vanuit de organisatie voetballen en hopen op dat ene kansje, want elke keer moet je winnen.”

Is er voldoende offensieve kwaliteit ?

“Als iedereen beschikbaar is wel. Maar Wesley ( Sonck) is dat al een tijdje niet en Dembélé was geschorst, terwijl Thomas ( Buffel) het moeilijk heeft in Schotland … Dat zijn jongens die een actie kunnen maken, iemand kunnen uitschakelen … Mbo speelt weinig in Anderlecht. Je kunt die jongens in hun keuzes niks verwijten, maar soms valt het mee en bij anderen tegen.”

Vechtlust

Mag je Emile Mpenza verwijten dat hij vooral aan zijn portemonnee denkt ?

“Neen ! Daar hebben mensen problemen mee, maar ik niet. Emile heeft ook nooit gezegd dat hij er beter zou worden. Wie zou het niet doen ?”

Jij !

“Ik wel als ik die kans krijg binnen x aantal jaar.”

Daar zeg je het : binnen x aantal jaar …

“Oké, maar als spits … Emile heeft altijd superploegen gehad, Standard, Schalke, Hamburg … Blessures hebben zijn ontwikkeling ook enorm afgeremd, vergeet dat niet.”

Jaar na jaar gaat het voetbal in de nationale ploeg erop achteruit. Er zit bovendien geen evenwicht meer in de ploeg.

“Tja, ja … (zucht) Evenwicht, spel … Het heeft te maken met wie op het veld staat. Als je op een bepaalde manier begint en het slaat tegen, kan je soms moeilijk omschakelen. Als je kiest voor jongens met verdedigende kwaliteiten, of voor jongens die infiltreren, moet je van hen niet verwachten dat ze eens op achterstand de achterlijn gaan halen of de tegenstander op een hoopje spelen. Jij zegt : er zit geen voetbal in, maar hebben Belgen het niet altijd moeten hebben van hun vechtlust ?”

Dat klopt, maar je bent erbij sedert 2001, jij constateert toch ook dat het altijd een beetje minder wordt ?

“Ja. Maar wat kan ik erop zeggen ? Ik weet niet waaraan het ligt. Automatismen … In een nationale ploeg speel je nooit met een vast elftal.”

Dat hoeft ook niet, maar een vast systeem kan wel. Nu lijkt het van : we hebben vier, vijf goeie centrale verdedigers, gooi ze er allemaal in, desnoods op andere posities en we bakken er wel iets van …

(denkt na) Dat zijn vragen voor de bondscoach.”

Ik vond je dit najaar, op de match tegen Polen na, ook minder.

“Dat ik tegen Polen wel één van de beteren was als verdedigende middenvelder in een wedstrijd die absoluut moest worden gewonnen, kan niet. Ik heb geen problemen met het opeisen van een bal, maar je mag van mij niet verwachten dat ik de laatste pass ga geven. Je wil dat proberen als je ziet dat het niet draait, maar dat kan niet. Ze mogen dat bij PSV ook niet verwachten. Ik kan binnen het team de rol van Cocu wel overnemen, maar niet zijn manier van voetballen.”

Dembélé, De Mul, Defour, er is jong talent op komst. Moeten we ons gaan richten op 2010 en werken aan een systeem, in plaats van à la carte te voetballen ? Onder het motto van : hou het simpel en verliezen we, jammer, ze worden er harder door …

“Vier jaar geleden is dat ook gezegd en waar staan we nu met de talentvolle lichting van toen ? Je ziet pas hoe sterk een groep is op een moment dat er tegenslagen komen. Sommige jongens voetballen nu niet constant genoeg bij hun ploeg, vind ik. Als je echt de stap wil zetten, moeten die mannen een heel seizoen lang spelen én op hun positie het verschil maken. Geloof me, intern proberen we zelf ook oplossingen te zoeken en dingen aan te geven. En dan kom je bij het probleem dat te veel jongens ergens op de bank zitten of minder dan de helft van de wedstrijden bij hun ploeg spelen. Van hen wordt dan verwacht dat ze het verschil maken in een interland. Dat kan niet ! Als ik zie hoe jonge gasten hier doorstromen, hoe hoog hun handelingssnelheid is, hun passing, dan heb je een probleem, ja. In Nederland wordt veel specifieker gewerkt. Je kan die plannen voor opleiding niet blijven uitstellen. Idem met buitenlanders. Hier zijn er ook veel, maar qua kwaliteit is er een verschil. Schakel de loonnormen gelijk, dan hoor je in Nederland niet meer zeggen : Talent ? Zet dat maar eerst in België en als het een goeie is, pakken we hem wel.

Luc Nilis was bij ons spelersmakelaar en hier trainer van de spitsen.

“Dat bedoel ik. De druk wordt altijd maar groter. Stel dat we opnieuw geen EK halen, dan zal nog meer worden uitgekeken naar de volgende campagne. Nog meer druk.” (zucht)

PETER T’KINT

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content