Een kleine club in de grote CL

© BELGAIMAGE

Vandaag speelt Club Brugge dapper mee in de Champions League. Vierentwintig jaar geleden was dat anders voor Lierse.

Rewind naar het voorjaar 2017. Aan de rand van het trainingsveld in Leipzig aanhoort toenmalig RB-trainer Ralph Hasenhüttl de vragen over de nakende eerste deelname aan de Champions League voor de toenmalige competitieleider in de Bundesliga. Dat hij daar toch ervaring mee heeft, hij die twintig jaar eerder als speler al aantrad in de Champions League, en wat hij daaruit geleerd heeft? Verrast draait de coach het hoofd. ‘Ha, jij weet dat nog? Het leerde me dat ik een betere trainer wilde worden, want als speler was de Champions League een beetje te hoog gegrepen voor mij, toen ik bij Lierse speelde.’

De Oostenrijkse spits was destijds een van de voetballers die Lierse na de titel had binnengehaald om de gaten in de spelerskern te vullen, in zijn geval als vervanger voor Bob Peeters. Een paar maanden eerder had Lierse een onvergetelijk titelfeest beleefd, maar wel één met een kater. Het vernam namelijk dat succestrainer Eric Gerets al in januari had getekend voor Club Brugge en dat nog zes basisspelers elders hun handtekening hadden gezet voor ze kampioen werden. Pas na Nieuwjaar was het Liersebestuur in actie geschoten om de contracten van de jonge talenten te verlengen. Te laat, maar een goeie les voor Belgische clubbestuurders, die twee jaar na het Bosmanarrest nog niet altijd alert reageerden, ook door gebrek aan financiële armslag.

Kort na de titel kondigde ook spelmaker Andrzej Rudy zijn vertrek aan, naar Ajax. Hij had in zijn contract een clausule waarmee hij tot 1 juli weg kon, en gebruikte die ook lastminute. De jonge Duitser Tomasz Zdebel van FC Köln kreeg na een test op het Lisp een contract als zijn vervanger. Nico Van Kerckhoven bleef wel, al liet de club daarvoor een bod van 110 miljoen frank (bijna drie miljoen euro) schieten. Van Kerckhoven zou later alsnog naar Schalke trekken.

De kwalificatieronde overleefde een vertimmerd geel-zwart slechts moeizaam. In Larnaca, waar het uit Turks Cyrprus gevluchte Anorthosis Famagusta zijn wedstrijden speelde, wonnen de Cyprioten met 2-0. Slechts vijf minuten voor tijd in de terugmatch plaatste Lierse zich.

Het Lisp was niet geschikt voor Champions Leaguevoetbal. In Brussel bleek de Heizel te duur, dus belandde Lierse in het Gentse Ottenstadion, ook al niet de meest moderne arena, waar het 6500 miniabonnementen verkocht voor de drie thuiswedstrijden en waar gemiddeld 8000 kijkers opdaagden.

Structureel kon de kleine club amper het avontuur aan. Sportief manager Neel De Ceulaer had nog een voltijdse baan aan de Antwerpse haven en secretaris Benny Van Dijck was de enige fulltime betaalde kracht. Hij kreeg toen het gezelschap van commercieel manager Mariska van der Arend (nu bij Roularta actief).

De spelers baalden. Zij hadden van Europese grandeur gedroomd, maar Lierse was te laat om de befaamde Auberge du Pêcheur in Latem te huren. Het afzonderingsoord van de nationale ploeg en Anderlecht was door de Europese tegenstanders al meteen na de loting geboekt. Lierse belandde in het bescheiden Gentse Hotel Europa dicht bij de Watersportbaan, ver genoeg van het centrum en de verlokkingen van de Overpoort, vaste pleisterplaats van Vlaamse eersteklassevoetballers na belangrijke midweekwedstrijden.

Op de eerste verplaatsing naar Leverkusen bleek de video in de bus kapot. Niet erg, repliceerde Neel De Ceulaer: ze zaten toch allemaal te kaarten. In het Ottenstadion liet Lierse de ruime thuiskleedkamer aan de bezoekers en stuurde zijn spelers naar de bekende, véél te kleine bezoekerskleedkamer. Ook dat vond de manager overkomelijk: ‘Want de bezoekerskleedkamer is degene met wie de spelers het meest vertrouwd zijn op Gent.’

Sportief bleek een gehalveerd Lierse in een aanvankelijk haalbaar geachte groep toch een maat te klein voor Leverkusen, het Sporting Lissabon van Filip De Wilde en het AS Monaco van Victor Ikpeba (ex-Club Luik) en Philippe Léonard (ex-Standard). Na de thuiswedstrijd tegen de Portugezen riep doelman Philippe Vande Walle dat hij het gefluit beu was, geen geel-zwarte sjaal meer kon zien en hij zegde per direct zijn contract op om naar Eendracht Aalst te verhuizen. Amper twee schamele punten haalde geel-zwart in zijn poule, maar het blijft wel één van de zes Belgische clubs die ooit de groepsfase speelden van de Champions League.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content