Bouwde u als kind vogelhuisjes?

“Op de boerderij waar ik opgroeide, deed ik veel dingen, maar vogelhuisjes bouwen was daar niet bij. Mijn ouders hadden een vleesveebedrijf met zo’n 220 runderen. Héérlijk vond ik dat. Als ik thuiskwam, zwierde ik mijn boekentas meteen in een hoek en ging ik buiten helpen. Ik dacht vroeger ook dat ik de boerderij zou overnemen, maar uiteindelijk liep het anders. Achteraf bekeken was dat niet slecht; het boerenleven biedt wel een bepaalde vrijheid, maar het is ook heel hard werken voor weinig centen.

“Ik denk nog vaak terug aan mijn tijd op de boerderij. Als ik tijdens de oogstperiode in mijn auto zit, dwalen mijn gedachten weleens af naar twintig jaar geleden, toen we het veld opgingen om stro of hooi te halen. Of dan denk ik aan de honderden geboortes van kalveren waar ik bij was. Dan mocht ik het materiaal van de dierenarts aangeven, het scalpel en de injecties. Zo’n koeienbevalling is trouwens echt een aanrader.” (lacht)

Waar bewaart u de liefdesbrieven die u kreeg in uw puberperiode?

“Als ik al ooit eens een zo’n brief gekregen heb, dan ligt die al lang in de vuilnisbak. Toen ik alleen ging wonen, nam ik heel weinig tastbare herinneringen mee uit mijn kamer op de boerderij. Ik hecht daar niet veel belang aan. Mijn vriendin verwijt mij dat soms. Zij heeft wel een doosje waarin ze spullen steekt die gelinkt zijn aan gebeurtenissen: vliegtuigtickets, concerttickets, cinemakaartjes. Maar ik weet dat ik die dingen toch nooit meer in mijn handen zal nemen. Ik werd tien jaar geleden volwassen en ben nu al 28 jaar; het leven gaat zo snel. Er is niet veel tijd om achteruit te kijken.”

Zou u ‘BATMAN-1’ als nummerplaat willen?

“Zo’n gepersonaliseerde nummerplaat past alleen bij een heel mooie auto, vind ik. Als ik de middelen had om zo’n wagen te kopen, zou ik aan een gepersonaliseerde nummerplaat ook wel duizend euro kunnen geven. Maar dat is dus niet het geval.

“Ik heb het er vooral moeilijk mee om geld uit te geven aan entertainment en vakanties. Ik ben nu vijf dagen naar Cyprus geweest en dat was wel fijn, maar het was vooral een afspraak met mijn vriendin. Als we kampioen zouden worden, zou ik zo snel mogelijk enkele dagen vrijaf nemen, had ik haar beloofd. Maar de wereld draait door, hé. We zijn met transferdossiers bezig en dan wringt het als je niet ter plekke bent. Ik ben in Cyprus dan ook mijn telefoon blijven opnemen. Mijn vriendin vond dat niet altijd fijn, maar mij stoorde het niet dat ik ook daar vaak werd opgebeld. Als ik mijn gsm niet bij zou hebben, dán zou ik pas ambetant worden. Ik ben het gewoon om nooit echt vakantie te hebben; op de boerderij was dat ook zo. En nu draait mijn paardenbusiness ook altijd door; die beesten moeten elke dag eten hebben. Ik heb een manege; ik kweek sportpaarden. Dat is een overblijfsel uit mijn jeugd. Op de boerderij liep er één pony, en die was van mij; ik reed daarop. Mijn paardenbusiness is trouwens iets waar ik wel graag geld in steek, want dat is een investering. Ik wil niet volledig afhangen van het voetbal, dat een mooie maar ook een heel vergankelijke branche is. En die paardenbusiness is voor mij ook een uitlaatklep. Als ik altijd alleen maar met voetbal in mijn hoofd zou zitten, zou ik gek worden.

“Ik heb vijftien kweekmerries. Elk jaar kweek ik daarmee, met internationale dekhengsten. De veulens probeer ik dan op veilingen te verkopen. De dieren die ik niet verkocht krijg, hou ik bij. Als die drie jaar zijn, kun je ermee beginnen te trainen. Medewerkers van mij leiden die beesten dan op tot sportpaarden. Maar het doel blijft hetzelfde: ze moeten verkocht raken.”

DOOR KRISTOF DE RYCK

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content