Gaven zijn uitstekende play-offs van vorig seizoen een vertekend beeld? De laatste maanden ging Youri Tielemans door een dalletje. Een kwestie van positie en postformatie, het nemen van risico’s en het vinden van het juiste ritme.

Het was alsof de magie uit zijn voeten verdween op hetzelfde moment dat Cheikhou Kouyaté het Kanaal overstak. Sinds de play-offs, en de 4-4-2 die dat duo op het lijf geschreven was, slaagde Youri Tielemans er niet al te vaak meer in om te schitteren. Steven Defour kwam, Leander Dendoncker brak door en Sporting leunde minder en minder op zijn nummer 31.

“Youri is op dit ogenblik zijn plaats kwijt aan Leander”, bevestigt Besnik Hasi. “Ik heb er met Youri over gepraat en hem uitgelegd dat dat de wetten van het voetbal zijn. Hij is nog maar zeventien en hij wil te snel groeien, te vlug een man worden.”

Cheikhou Kouyaté gaf Tielemans tegelijk zuurstof en een schuilplaats. Beschermd door het onafgebroken loopwerk van de Senegalees, kon hij zich beperken tot het recupereren van dode ballen om die meteen nieuw leven in te blazen. Hij deed de bal verrijzen met prachtige openingen vanop de nummer 6-positie, terwijl de benen van Kouyaté afrekenden met de pressing van de tegenstander.

“Die play-offs hebben iedereen zand in de ogen gestrooid wat betreft de ontwikkeling van Tielemans”, zegt oud-voetballer en analist Alex Teklak. “Natuurlijk kan Youri geweldige passes geven, maar hij heeft nog een hele weg af te leggen om met succes de kloof tussen jeugdvoetbal en profvoetbal te overbruggen.”

Het is een probleem van postformatie, dat doet denken aan het debuut van Romelu Lukaku. Alleen is het probleem omgekeerd: de spieren van Romelu waren al volwassen terwijl zijn voeten achterbleven. Bij Youri constateren we het tegendeel. “Hij moet nog veel leren incasseren”, gaat Teklak verder. “Bij de jeugd volstond het voetbal op zich. Nu moet hij leren omgaan met harde duels en hoe die zijn spel beïnvloeden. Hij moet zijn lichaam nog beter leren gebruiken.” Dat is een onmisbare eigenschap voor iemand die op de 6 speelt, iets wat hij na de play-offs niet vaak meer deed.

Steven Defour, die zich beter en beter begint te voelen in het maatpak van de patron, is vol lof over de intrinsieke kwaliteiten van zijn beschermeling, maar verheelt niet dat Dendoncker de ploeg defensief veel meer bijbrengt: “Leander maalt heel wat kilometers af. Daardoor kan ik offensief meer brengen.” Die complementariteit heeft het duo Defour-Tielemans nooit weten te vinden, ze leken elkaar soms meer voor de voeten te lopen, zowel in hun bewegingen op het veld als in hun wil om als eerste een tegenaanval te lanceren.

Statistieken

“Mijn beste positie? Ik denk de nummer 8, als verbindingsman op het middenveld”, legde Tielemans tijdens zijn eerste persconferentie uit. Waarop hij de vergelijking maakte met de nummer… 6 van de Rode Duivels: “Ik weet dat men me vaak vergelijkt met Axel Witsel en het klopt dat er heel wat gelijkenissen zijn.”

Het is echter een vergelijking die de test van de cijfers niet doorstaat. De statistieken van Tielemans zijn niet die van een verdedigende middenvelder. Akkoord, er zijn enerzijds die 2,5 geslaagde balrecuperaties per wedstrijd, die aantonen dat hij er korter op zit dan de meesten (bij Anderlecht doen alleen Olivier Deschacht en Chancel Mbemba beter). Maar hij wordt ook 2,3 keer per wedstrijd gedribbeld, wat van hem, na Anthony Vanden Borre de Anderlechtspeler maakt die het vaakst in de wind wordt gezet. Er is ook dat bescheiden aantal van 1,5 tackles per wedstrijd, terwijl Dennis Praet er dubbel zoveel uitvoert.

Maar er zijn vooral de risico’s. Te veel voor een nummer 6. Tachtig procent geslaagde passes, dat is één mislukte op vijf: veel te veel op een ‘veiligheidspositie’ waar de eerste opdracht blijft om te vermijden een gevaarlijke bal te verliezen. Tielemans doet het wat dat betreft niet alleen minder goed dan Defour, maar ook dan Dennis Praet, Ibrahima Conté of Andy Najar

“Het is eigen aan mijn spel dat ik veel risico’s neem”, gaf Tielemans onlangs toe in La Dernière Heure. “Daardoor slaag ik erin om soms heel scherpe passes af te leveren.” Het beeld van de pass die van zijn voet vertrekt om in de rug van de vijandelijke verdediging voor de voet van de vleugelaanvaller neer te komen, is inderdaad mythisch geworden. “Het is me vaak gebeurd dat ik riep: ‘Neen, Youri!’ wanneer hij aanlegde voor een al te gewaagde pass, die dan uiteindelijk toch bij de aanvaller eindigde”, zegt Mo Ouahbi, de huidige coach van de U21 die de jonge Tielemans in vier jeugdreeksen onder zijn hoede had. “Hij heeft die kwaliteit om de ruimte te vinden terwijl alles vast lijkt te zitten.”

Concurrentie van Defour

“Op dit ogenblik bezit Youri niet de defensieve zekerheid om alleen die positie van nummer 6 in te nemen”, zegt Alex Teklak. “Hij neemt daarvoor soms té grote risico’s. Als Anderlecht met twee spelers op die positie speelt, dan is dat al veel beter voor hem.”

Nadat hij van de U17 rechtstreeks in de Champions League terechtkwam, maakt Youri Tielemans het moeilijke seizoen van de bevestiging mee. De oorzaak ligt in de nieuwe entourage op het middenveld, waar hij als een wees overblijft zonder Kouyaté, die het vuile werk voor hem opknapte en de rode loper voor hem uitrolde. Nu moet hij samenwerken met Steven Defour, die een deel van zijn invloed afneemt en te veel hetzelfde register bespeelt om op een intuïtieve manier complementair met hem te zijn.

Tijdens de play-offs was Tielemans degene aan wie de verdedigers de bal toevertrouwden om de offensieve lijnen uit te tekenen. In het begin van dit seizoen werden die achterspelers heen en weer geslingerd tussen twéé architecten die de bal kwamen opvragen: 45 passes per match voor Tielemans en 48 voor Defour, die licht in het voordeel is, ongetwijfeld vanwege de rust die hij uitstraalt naar de verdedigers door zijn ‘veiliger’ manier van spelen.

Ritme van de hartslag

Nu hij een beetje hoger speelt, zou Tielemans moeten groeien in zijn rol van ‘verbindingsman’. Het is een hybride rol voor een middenvelder die niet vinnig genoeg is om een 10 te zijn en niet zeker genoeg om een 6 te zijn. Het is een positie met meer infiltraties dan het scheppen van openingen. Dat is niet echt naar de maat van de capaciteiten van de paars-witte nummer 31. “De trainer vraagt me om vaak in de ruimte te duiken en om aanwezig te zijn bij de defensieve omschakeling”, zegt hij. Dat is de omschrijving van een rol à la Blaise Matuidi voor een speler die nochtans beter is met de voeten dan met de dijen. Een castingfoutje? Of een onmisbare etappe in die leerschool in duels, trappen incasseren en het snellere denken op die meer vooruitgeschoven positie?

Ongeacht wat de staf van Anderlecht wil, Youri Tielemans heeft zichtbaar gekozen voor die tweede hypothese. Na zijn periode op de bank heeft hij zijn snelheid van uitvoering verhoogd, neemt hij steeds vaker de juiste beslissing en neemt hij op een efficiënte manier deel aan de pressing die in het spel van Anderlecht meer en meer duidelijk wordt.

Centraal op het middenveld leert Tielemans de polsslag van een wedstrijd te voelen, een onmisbare stap voor hij zelf het ritme van de paars-witte hartslag kan bepalen. Tijdens het gala van de Gouden Schoen had Tielemans het over een andere wens van Besnik Hasi: “De coach wil dat ik leer hoe je het ritme verandert, dat ik leer hoe ik de snelheid van mijn spel kan variëren.”

Door de lange afwezigheid van Dennis Praet krijgt hij de rol van nummer 10 toebedeeld. Hij gaat daar goed mee om. “Ik vond dat Youri een goede prestatie heeft neergezet tegen Dinamo Moskou”, onderstreept Hasi. “Hij heeft de ruimte goed benut, hij was sterk in de duels en hij zorgde voor veel intensiteit. Op dat laatste punt zijn we samen hard aan het werken, zodat we hem kunnen helpen om nog progressie te boeken.” Tegen Genk kwam Tielemans 47 keer aan de bal. En ook al ontbrak het hem soms aan accuraatheid in het korte spel, de nummer 31 van Anderlecht liet net als Aleksandar Mitrovic niet af de Limburgse verdedigers op te jagen. Die rol laat hem ook toe meer risico te nemen en eens een man voorbij te gaan, iets wat hij maar weinig liet zien in die hybride rol van nummer 8.

Maar de rol van 6 kan hij momenteel niet aan, want hij is nog niet in staat om het tempo van de wedstrijd op dat van hemzelf af te stemmen. In Spanje noemen ze dat een speler con pausa, letterlijk ‘met pauze’. Het is een selecte kring van spelers die het commando hebben over hun wedstrijden, die zelf kiezen wanneer het spel snel moet gaan of even in pauze moet gezet worden. Spelers als Xabi Alonso, Thiago Alcántara of Andrea Pirlo. Ook Youri Tielemans heeft alles in de voeten om op een dag tot die kaste te gaan behoren. Hij heeft alleen nog wat tijd nodig. Dezelfde tijd waarmee hij zich gedurende negentig minuten de meester van de match moet tonen.

DOOR GUILLAUME GAUTIER EN THOMAS BRICMONT

“Ik vond dat Youri een goede prestatie heeft neergezet tegen Dinamo Moskou. Hij heeft de ruimte goed benut, hij was sterk in de duels en hij zorgde voor veel intensiteit.” Besnik Hasi

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content