‘Een lelijke finale? Dat is dan maar zo’

© KOEN BAUTERS

De Fransen van Gent kijken uit naar de bekerfinale. Ze praten zonder zich in te houden over de grote dag. En over alle subtiliteiten van het Belgisch voetbal, die ze soms moeilijk begrijpen.

‘Zeg Dompé, jij hebt de beker al eens gewonnen!’ Het is een opmerking van Dylan Bronn. Het antwoord van Jean-Luc Dompé: ‘Jep, met Yannick. ‘ Waarop Arnaud Souquet vraagt: ‘ Carrasco?’ Dompé: ‘Maan neen, Ferrera hé!’ Souquet: ‘Dat wist ik toch niet. En je weet maar nooit…’

We hebben de drie Fransen van Gent – Bronn heeft ook de Tunesische nationaliteit en speelt voor Tunesië – samengebracht om vooruit te blikken op de finale tegen Mechelen. Die staat geprogrammeerd op woensdag 1 mei, om 14.30 uur. Een grote match op een weekdag vroeg op de middag, dat verbaast hen en het maakt de tongen los. In hun manier van denken wordt er toch geen geschiedenis geschreven op een woensdagmiddag!

En zo gaat het van start met de Drie Musketiers, die in een uitstekend humeur zijn.

Jullie hebben de beker heel ernstig aangepakt. Dat kan niet gezegd worden van Standard, Brugge en Anderlecht. Zij werden direct uitgeschakeld door kleinere clubs.

Arnaud Souquet: ‘Let op: ook voor ons is het niet eenvoudig geweest. Wij begonnen tegen Virton en op goed tien minuten van het einde stonden zij nog voor. Ook wij hadden er snel uit kunnen liggen.’

Wat is de reden? Een superioriteitsgevoel? Arrogantie? Weinig zin?

Dylan Bronn: ‘Of je in de beker nu tegen een ploeg uit tweede of uit vijfde afdeling speelt, je mag verwachten dat het niet simpel zal zijn. Want in zulke wedstrijden krikken al die jongens hun niveau op. Ik heb de indruk dat in de beker iedereen gelijk is, daar zijn er geen klassen meer.’

Souquet: ‘Wanneer de grote ploegen in Frankrijk in actie komen in de beker, zijn er ook altijd die eruit liggen. Want ze staan tegenover kleintjes voor wie het de match van hun leven is. Je weet dat ze er stevig in zullen vliegen, het komt erop aan om niet in de valstrik te trappen. Wij zijn daarin geslaagd. Nu moeten we het even ernstig aanpakken tegen Mechelen.’

Jean-Luc Dompé: ‘Een finale moet je niet spelen, die moet je winnen. Een huizenhoog cliché, maar het is wel waar. Ook al is ons voetbal die dag niet om aan te zien en is het een lelijke finale, dan is dat maar zo, de beker moet gewoon mee naar Gent. Mooi voetbal is op zo’n moment van geen tel.’

Souquet: ‘En in de play-offs zou het goed zijn als we minder mooi voetballen maar wedstrijden winnen. Tegen Brugge waren we niet goed, maar daarna speelde we goeie matchen tegen Standard en Genk. Toch bleven we twee keer met lege handen achter. En de punten, daar gaat het om. Je staat met 0 op 9 terwijl ploegen die minder goed voetballen 6 punten of meer pakken. Dat moet ons doen nadenken.’

Op papier bokst KV Mechelen niet in jullie categorie.

Dompé: ‘Eerlijk gezegd: toen ik in het begin van het seizoen hun kern bekeek, vond ik dat een ploeg voor 1A. Als je bij Zulte Waregem iemand als Onur Kaya weghaalt, dan maak je je bedoelingen wel duidelijk.’

Souquet: ‘Er is me verteld dat hun supporters ook voor veel ambiance kunnen zorgen.’

Bronn: ‘Het schijnt dat ze zoals die van RC Lens zijn. Ze zullen zich zeker achter hun ploeg scharen, maar ik heb ook vertrouwen in die van Gent.’

Dompé: ‘Wat stom is aan het Koning Boudewijnstadion, dat is die atletiekpiste. Die doet het effect van zo’n finale teniet, want de fans zitten veel te ver weg. Waarom spelen we niet in een echt stadion? Een gesloten stadion. Daar voel je tenminste de ambiance. We hadden bijvoorbeeld in Genk kunnen spelen.’

Bronn: ‘Bovendien, een bekerfinale in het midden van de week, op zo’n raar uur, wat is dat? Ik ben er zeker van dat de stad Gent zal stilstaan van zodra de match begint, maar goed, het is toch bizar.’

Souquet: ‘Het is zeker bizar. Een bekerfinale is toch een evenement! Om 14.30 uur spelen, dat geeft geen pas.’

Bronn: ‘De bekerfinale in Frankrijk wordt in een weekend gespeeld dat er geen andere wedstrijden zijn. Daar is het een prioriteit.’

In Frankrijk is de bekerfinale een instituut. Hier haalt iedereen buiten Gent en Mechelen zijn neus wat op voor die match.

Souquet: ‘Dat is niet normaal, want het gaat om één van de twee trofeeën die er in België te behalen zijn.’

Dompé: ‘Het is niet zo dat de mensen geen interesse hebben in de finale van de beker. Het hangt af van de ploegen die er spelen. Als het Standard-Anderlecht is, spreekt iedereen erover, niet alleen de mensen in Luik en Brussel.

‘En de datum verandert ook voortdurend. Na de competitie, voor de play-offs, tijdens de play-offs… Men heeft de indruk dat de bond de finale ergens inplant waar ze nog een gaatje hebben.’

Bronn: ‘Stel je voor dat we de play-offs begonnen waren met drie zeges en nu in de running waren voor de titel. Dan hadden we midden in de week een zware wedstrijd extra moeten spelen. Dat is niet serieus.’

Dompé: ‘Toen ik drie jaar geleden de finale speelde met Standard, was die ingepland tussen het einde van de reguliere competitie en het begin van de play-offs. Een week ervoor werden we ingepakt door KV Mechelen waardoor we play-off 2 moesten spelen. We wisten dus dat er heel veel op het spel stond, het was de enige manier om ons seizoen te redden. We wonnen en na de match voelde het alsof we al een beetje met vakantie waren. Ik kan je zeggen dat er niet bepaald veel druk op ons lag in die play-off 2. Met de sigaar in de mond… We hadden eigenlijk maar één doel: niet geblesseerd geraken.’

Bronn, Dompé en Souquet: Franse verbazing over Belgische gebruiken.
Bronn, Dompé en Souquet: Franse verbazing over Belgische gebruiken.© KOEN BAUTERS

Souquet: ‘Ik neem aan dat het anders is in play-off 1. Daar zijn er alleen maar topmatchen, dan ga je toch alles geven, of je de finale nu gewonnen of verloren hebt. Nu ja, stel je voor dat je de beker gewonnen hebt en al zeker bent van Europees voetbal. Je slikt na tien minuten een goal in een play-offmatch, nadien een tweede. Dan is het niet zeker dat je alles doet om nog terug te komen.’

De enige oplossing is dan om de finale te programmeren na de competitie?

Bronn: ‘Maar dat is ook vervelend als je een tweedeklasser in de finale hebt, zoals dit jaar. De spelers van Mechelen zullen twee maanden lang geen enkele officiële wedstrijd gespeeld hebben. Ik denk dat het alleen al daarom lastig kan worden voor hen, want ze missen misschien wedstrijdritme.’

Souquet: ‘Ik zie dat anders. Ze hebben een mooie rustpauze gekregen na hun titel, dat is gunstig voor hen.’

Dompé: ‘Je kunt zoveel vriendschappelijke wedstrijden spelen als je wilt, dat is nooit met dezelfde intensiteit. Wat hen kan helpen, is dat ze heel wat spelers hebben met eersteklasse-ervaring. Die jongens zijn zoiets gewend. Het is niet alsof we tegen Tubize of zo zouden spelen, die alleen ervaring hebben met tweede klasse. Na een lange break zouden die spelers zich misschien een uur helemaal geven en nadien instorten. Bij Mechelen heb je jongens die het systeem kennen, die weten hoe ze zo’n match moeten aanpakken.’

Door het voetbalschandaal loopt KV Mechelen het risico dat het niet mag promoveren of zelfs geschrapt wordt. Denk je dat dat een invloed kan hebben op de mentale toestand van de spelers?

Dompé: ‘Ik denk het niet. Ze vinden waarschijnlijk dat het hun probleem niet is.’

Bronn: ‘Ze zullen voluit gaan, dat staat vast. Zonder te denken aan extra-sportieve problemen.’

Souquet: ‘Volgens wat ik gehoord heb zullen ze toch teruggezet worden? Men zei me dat het bijna zeker was. Dat is onvoorstelbaar! Ze spelen de promotiematchen, ze winnen, ze stijgen en nu gaan ze de bekerfinale spelen… Maar men weet nog altijd niet in welke reeks ze volgend seizoen zullen uitkomen. Wat denken de mensen van Beerschot Wilrijk daarvan, die de barragematchen tegen hen verloren hebben?’

Dompé: ‘De knoop moet doorgehakt worden. Snel.’

Klopt het dat er in Frankrijk totaal niet gesproken wordt over de extra-sportieve schandalen in het Belgisch voetbal?

Dompé: ‘Inderdaad, totaal niet. Nu is het Belgisch voetbal sowieso niet zo’n gespreksonderwerp in Frankrijk…’

Bronn: ‘Dat kan ik bevestigen!’

Souquet: ‘Dat is typisch Frans. We kijken naar onze eigen competitie zonder veel interesse voor wat er over de grens gebeurt. Dat is niet noodzakelijk een voordeel. Ik kende het Belgisch voetbal een beetje voor ik naar Gent kwam, omdat ik enkele jaren geleden door Lille was uitgeleend aan Mouscron. Maar anders… De Belgische competitie wordt echt onderschat. Kijk naar de namen van de clubs die geregeld scouts naar hier sturen en dan begrijp je het niveau al beter. Dan besef je dat dit een echte talentenvijver is. Van zodra je hier komt spelen, zie je dat in. Er is voortdurend contact, er zijn duels, je moet fysiek sterk staan. Zelfs op Lokeren werden we het eerste kwartier onder druk gezet. Qua fysieke impact situeert het zich tussen Frankrijk en Engeland.’

Maar op papier blijft een overstap van de Ligue 1 naar de Belgische competitie toch een stap achteruit? Behalve als je hier bij een topclub tekent.

Souquet: ‘Alles hangt af van hoelang je hier blijft. Als het te lang duurt en je geraakt niet naar een betere club, in België of elders, dan kan het beschouwd worden als een stap achteruit, ja. Als je vijf of zes jaar blijft, geraak je misschien niet meer hogerop.’

Dompé: ‘België is meer een voorbereiding op een andere competitie.’

Bronn: ‘Je hebt jongens die een vaste waarde zijn in Frankrijk, hier naar een club uit de top zes komen en het wat moeilijk hebben. Omdat het er hier zo stevig aan toe gaat. De Fransen beseffen dat niet. Het is minder tactisch dan de Ligue 1, maar harder.’

Souquet: ‘Maar het is aangenamer!’

Dompé: ‘Zeker weten!’

Souquet: ‘Een aanvaller die in Frankrijk niet meer kan scoren, moet maar eens een kuur komen doen in België. Hij zal er tien of vijftien maken en zich weer lanceren. Wie slaagt daar in Frankrijk in, behalve die gasten van PSG? Ik merk hier dat ploegen die 4-0 voor staan, of 1-2 op verplaatsing, toch blijven aanvallen. Dat is misschien in een vergissing maar ze doen het wel.’

Dompé: ‘Alle trainers die ik in Frankrijk gehad heb, hoorde ik allemaal hetzelfde zeggen: ‘Vooral geen goal binnenkrijgen. En dan zien of het mogelijk is er zelf een te maken.’ Dat is een cultuur die ons aangeleerd wordt in de opleidingscentra. In één helft in de Ligue 1 krijg je hooguit drie of vier kansen. Kijk hier naar de laatste Brugge-Standard, dat was 3-0 na veertig minuten. Dat zie je normaal nooit in een topper in Frankrijk.’

Het ontslag van Vanderhaeghe: goed of niet?

Yves Vanderhaeghe was een held hier wegens zijn werk van vorig seizoen. Vervolgens werd hij de zondebok. En nu verricht hij opnieuw wonderen bij KV Kortrijk. Wat denken jullie daarvan?

Dompé: ‘Ik denk dat er trainers zijn die het alleen uithouden bij een bepaalde categorie van clubs. Je hebt coaches voor de kleine clubs en coaches voor de grote clubs. Het is ook een kwestie van kunnen omgaan met de druk. Als je in een kleine club werkt, dan mag je verliezen tegen Club Brugge. Niemand neemt je dat kwalijk, want iedereen verwacht toch dat je zult verliezen. Als je Standard traint en je verliest tegen Brugge, dan krijg je iedereen over je heen. Ook al weet iedereen vooraf dat Brugge toch wat sterker is. Er zijn coaches die niet goed kunnen omgaan met die druk.’

Souquet: ‘Ik heb Yves Vanderhaeghe niet lang meegemaakt. En ik ben hier ook niet in de beste periode aangekomen. We verloren thuis tegen STVV, we kregen een 0-4 aangesmeerd tegen Brugge en tot slot kregen we een 1-5 om de oren tegen Genk.’

Dompé: ‘Hij begon te panikeren.’

Bronn: ‘Ik merkte dat het ook niet eenvoudig was voor hem. Elke zomer stelt Gent een nieuwe ploeg samen. Er is wat tijd nodig voor de mayonaise pakt. Je moet weten waar we een jaar geleden met hem stonden. We waren super in de play-offs terwijl we laatste stonden toen hij hier aankwam.’

Heb je gelijkenissen gezien tussen het einde van zijn periode bij Gent en die van Hein Vanhaezebrouck?

Bronn: ‘Het einde van Hein Vanhaezebrouck was heel erg lastig. Er waren heel wat spelers die zelfs geen zin meer hadden om naar de training te komen, zo slecht was de sfeer. Er was geen plezier meer, er werd niet meer gelachen. De resultaten waren slecht en de trainer was ontevreden, je zag zo het einde van de cyclus aankomen.’

Dompé: ‘Ik spreek soms met spelers die hem als trainer gehad hebben en zij zeggen me dat hij echt heel moeilijk was in de omgang. Je hebt coaches die niet gemakkelijk zijn. Als de resultaten er zijn, valt dat minder op. De spelers houden zich dan gedeisd. Maar als de resultaten niet meer volgen, staan ze niet meer achter de coach en kan het snel gaan. En dan de manier waarop hij spelers tijdens een persconferentie kon kleineren! Bij Standard zei Aleksandar Jankovic tegen ons: ‘Zelfs als we door jouw schuld een match verliezen, zal ik je in bescherming nemen en zeggen dat het de fout van de hele ploeg is.’ Dat geeft je toch een heel andere gemoedstoestand.

‘Maar het is toch wel raar, hoe het Vanhaezebrouck is vergaan. Toen hij kampioen speelde met Gent, wilde iedereen hem. Hij gaf seminaries voor trainers van wereldniveau en men beschouwde hem als een nieuw voetbalgenie. Hij ging door voor een revolutionair. Nu heb je de indruk dat hij nergens meer is. En dat is heel snel gegaan.’

Bronn: ‘Wanneer je wint, is alles wat je doet goed.’

Ook dit hebben ze gezegd…

Arnaud Souquet

‘Een club uit tweede klasse kan zich hier kwalificeren voor de Europa League, terwijl een club die in 1A als tweede geëindigd is na 30 speeldagen er nog naast kan grijpen. Zoiets kan toch niet!’

‘Als je via de barrages tussen de winnaar van PO2 en een ploeg uit PO1 een plaats in de voorrondes van de Europa League afdwingt, speel je een week langer, eindig je op 25 mei, herbegin je begin juni al, werk je je door de voorrondes en heb je 75 matchen achter de kiezen voor de competitie begint.’

‘Het zal voor ons moeilijker zijn om ons te plaatsen voor Europees voetbal via de play-offs dan via de beker.’

Jean-Luc Dompé

‘De supporters van Gent zijn veeleisender geworden na de landstitel en het parcours in de Champions League. Maar ze mogen niet vergeten dat zoiets niet elk jaar is gebeurd. Dat was super, akkoord, maar het is nog maar één keer voorgevallen.’

‘Wanneer een oud-speler zegt dat het te zien is dat spelers van Anderlecht matchen saboteren, dan is het logisch dat het slecht afloopt…’

Dylan Bronn

‘Hein Vanhaezebrouck heeft een indrukwekkend voorkomen, dat je bij niet veel coaches ziet. Hij is twee meter lang, spreekt luid en maakt veel gebaren. Je ziet hem van ver.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content