Twee jaar geleden was alles slecht in Sint-Truiden. Maar zie, de ploeg en de stad wonnen het respect snel terug. ‘Daar zijn we trots op’, zegt Peter Delorge, die Anderlecht vrijdag warm wil onthalen.

De sfeer zit erin op Stayen. Na de zege op Zulte Waregem vorige week is het dollen bij de afsluiter van de vrijdagse ochtendtraining. Denis Odoi wordt door zijn ploegmaats met handgeklap aangemaand om een Afrikaans dansje te doen in het midden van een kring spelers. Het handjevol toeschouwers dat de schrale wind trotseert om de training te zien blijft evenwel op zijn honger. Odoi heeft net een partijtje verloren en dat zit hem diep. Geen dansje vandaag. Misschien komend weekend, als zijn ex-ploeg Anderlecht op bezoek komt.

Aanvoerder Peter Delorge geniet van de goeie dagen. Hij die in 1996 naar Staaien kwam, maakte er hier immers ook veel kwaaie mee. Deze periode doet hem terugdenken aan de vorige goeie tijd, onder Jacky Mathijssen, toen STVV in 2003 de bekerfinale speelde en als vierde eindigde. Delorge: “Toen had je ongeveer dezelfde groep met dezelfde kwaliteiten, met een paar sterke karakters ook. Maar iedereen trok aan hetzelfde zeel en dan kun je veel bereiken.”

Nochtans was je deze zomer nog bang.

Peter Delorge: “Ik denk dat iedereen wat twijfelde. Het is niet omdat je kampioen wordt in tweede dat het in eerste ook goed zal gaan. Belangrijk was dat we de start niet zouden missen. Dat leerden al die jaren dat ik nu in eerste klasse ben: als we onze start misten, hadden we problemen. Altijd. De start was nu ongelooflijk, we hebben tegen Anderlecht gespeeld met de eerste plaats als inzet. Ik heb het nog anders geweten hoor, onder Valère Billen: een of drie op 24 of zo iets, en een pak zorgen … Toen we dit seizoen begonnen te verliezen, hadden we al een buffer en wisten we dat we ons wel zouden herpakken.”

Andere opmerking van jou deze zomer: de jaren dat het goed ging, had STVV een goalgetter. Je vreesde dat die er nu niet zou zijn, want je pleitte voor offensieve versterking.

“Het grote verschil tussen een ploeg die onderaan bengelt en een ploeg die ergens middenmoot of subtop speelt, ligt bij het al of niet beschikken over jongens die het spel kunnen afmaken.”

Had je voldoende vertrouwen in Sidibe?

“Er is dag en nacht verschil tussen de Sidibe die hier twee jaar geleden is aangekomen en de Sidibe van dit seizoen. De jongens die in het jaar van de degradatie tijdens de winterstop zijn gekomen, Cantaluppi, Wilmet, Sidibe, moesten een ploeg rechttrekken die bij wijze van spreken dood was. Sidi kreeg misschien drie ballen op een match en moest er dan wat mee doen. Pospisil zat in hetzelfde schuitje. Op training lieten die jongens wel wat dingen zien, maar in een match kwam dat er niet uit. Later, in tweede klasse, zag je Sidi wel groeien. Ik was vooral bang dat er hem iets zou overkomen. In het systeem dat wij spelen, heb je een targetman nodig die ballen kan bijhouden en zo hadden we er maar eentje. Stel dat die een paar maanden was uitgevallen, dan zouden we grote problemen hebben gehad. We hebben Onana, maar dat is een heel ander type. Die maakte veel goals bij Waasland omdat die ploeg, op de duels tegen de toppers na, altijd op de helft van de tegenstander speelde. Dat zie je op training: geef hem een bal in de zestien en hij is binnen. Maar in ons systeem is het moeilijk voor hem.

“Voorin iemand hebben die het verschil maakt, dat is zo belangrijk voor het hele elftal. Nu, ik weet ook wel, de jaren dat we aan het sukkelen waren, lag het niet alleen daaraan, was er ook algemeen een gebrek aan kwaliteit. Nu denken we: geef die jongens maar de bal en als ze missen, maakt het niet uit, ze sjotten de volgende wel binnen.”

Geen ruime kern

Tegen de toppers deed STVV het heel goed dit seizoen.

“Ja, maar dat is niet alleen iets van dit seizoen, dat is altijd zo geweest. Gelukkig maar. Als wij een paar seizoenen geleden in eerste klasse niet de punten hadden gehaald tegen de topploegen, waren we veel vroeger gezakt. Wij faalden tegen de rechtstreekse concurrenten. Het jaar dat we zakten, hebben we thuis ook tegen Anderlecht gewonnen. En tegen Standard. En tegen Gent zes op zes gehaald. Gewonnen op Genk … Hoe dat komt? Misschien dat sommige spelers, de spelbepalende figuren, zich op dat moment nog beter konden opladen, ik weet het niet. Het verschil nu is dat we in die andere matchen ook punten halen. Vorig jaar hebben we dat geleerd. De trainer herhaalt het nu soms nog: dat we nu naar Anderlecht en Brugge kunnen, is dankzij de matchen die we vorig jaar in Hamme en Virton speelden. Pas als je eens in tweede klasse zit, weet je hoe goed het in eerste is. Toen we naar tweede klasse zakten, was alles hier slecht, maar dan zie je dat je op korte termijn toch een ploeg kunt neerzetten met jongens die toen werden afgeschreven.”

De kern is niet zo groot. Op momenten van blessures een nadeel, maar als je kunt spelen met een vaste ploeg lijkt dat een voordeel.

“Dat is iets wat de voorzitter bewust creeert. Hij wil geen kern van dertig man. Wij hebben die ook niet nodig. Er zijn minder mensen ontevreden en zij die niet kunnen spelen, voelen zich toch nog betrokken, want ze zitten er kort bij. Zodra er wat gebeurt met iemand, moeten zij klaar zijn. Dat houdt hen scherp.”

Doelman van goudwaarde

Er gaan wat jongens weg. Cantaluppi, Chimedza, Wilmet. Geen onbelangrijke jongens.

“Die moet je fatsoenlijk vervangen, dat is duidelijk. Je mag niet alles wat de voorbije twee jaar is opgebouwd zomaar weggooien. Cephas Chimedza was zo belangrijk, we hopen dat die alsnog blijft. Als je hoort dat VincentEuvrard hem vergelijkt met Skoko, dan weet je genoeg want dat is voor hem de beste nummer tien waarmee hij ooit samen speelde.”

Als de sfeer zo goed is en de resultaten ook, waarom vertrekken ze dan?

“Je weet niet wat in de hoofden van die jongens omgaat. Ze zeggen wel veel tegen mij omdat ik aanvoerder ben, maar je weet niet alles. Hebben ze elders al een concreet aanbod? Zijn ze al rond met een andere ploeg? Dat gaan ze niet komen zeggen. Sommige jongens hebben na drie, vier jaar een nieuwe uitdaging nodig, ze zijn niet allemaal zoals ik heel hun leven aan dezelfde ploeg gebonden.”

Kun je verdragen dat die spelers nu voor wat onrust hebben gezorgd?

“De toekomst is voor iedereen belangrijk en geld speelt daarin een belangrijke rol. Als ze elders meer kunnen verdienen, hebben ze het recht om te gaan. De timing was misschien wat ongelegen, maar die gaat nooit goed zijn. Onze bekommernis is dat ze goed moeten worden vervangen.”

Snap je Simon Mignolet als hij zegt dat hij ook hogerop wil?

“Eerlijk, Simon is de beste doelman met wie ik ooit samenwerkte. Een keeper die punten pakt, is voor een ploeg van goudwaarde. Hij is een topper, materiaal om op termijn doelman van de nationale ploeg te worden. Hij is sterk in alles, ik kan echt geen zwak punt bedenken. Het voordeel is ook: hij is een nuchtere jongen die er goed mee omgaat. Zijn familie speelt daarin een belangrijke rol.”

Hier is hij zeker van zijn plaats, in een topclub niet.

“Ga je daar ooit zeker zijn van je plaats? Hij moet niet te snel naar boven willen gaan, maar als hij bij een grote club nog een jaar kan rijpen zie ik hem nog absolute top worden. Hij is pas 21. Helemaal ongelooflijk wordt het als je weet dat hij slechts op zijn 15e begon te keepen.”

Volgend jaar is hij einde contract, Sidibe ook. Sleept dat niet wat lang aan, die discussies over verlenging?

“Misschien wel. Spelers die naar het einde van hun contract toe gaan, zouden rapper moeten worden ontboden. Als iemand hier langere tijd is, weet je in principe wel wat je aan hem hebt. Je kent zijn karakter, zijn blessuregevoeligheid. Op sommige momenten maken ze het zichzelf wat moeilijk door niet korter op de bal te spelen. Daaraan zie je dat de club nog in opbouw is.”

Guy, Guido en de voorzitter

Staat de club in die organisatie verder dan enkele jaren geleden, toen op het succes van 2003 niet kon worden voortgebouwd?

“Het grote voordeel is dat je Guido Brepoels hebt. Die heeft in twee jaar wat opgebouwd en heeft niet voor niets voor drie jaar getekend. Dat geeft me meer vertrouwen dan vroeger. We hebben pas een nieuwe tribune gebouwd en als je ziet welke plannen er nog klaarliggen … De club is weer in opbouw, de supporters zijn present, de hele stad leeft mee en profiteert ervan als het voetbal goed gaat. Alles is aanwezig.”

Maar de trainer kan niet alles doen: én wedstrijden goed voorbereiden én op zoek naar versterking …

“Met wat steun kan dat wel in de goeie richting worden geduwd. Bekijk de transfers van de laatste twee jaar, vrijwel allemaal zijn die geslaagd. Nu, de voorzitter is wel de man die de spelers zal moeten betalen.”

En hij legt zijn loonplafond niet superhoog zo te zien. Jullie hebben vorige zomer met veel volk gepraat dat uiteindelijk elders tekende.

“Ik heb daar niet zo veel problemen mee. Ik heb liever dat mijn geld alle maanden op de rekening staat dan dat ik toestanden als die in Moeskroen moet meemaken. Maar ergens moet je ook wel begrijpen dat je geen spelers voor niks naar hier kunt halen. De voorzitter is daarin ook gegroeid. Hij heeft geld betaald …”

… en leergeld vergooid.

“Ik denk dat wij echt niet willen weten wat die man al in de club heeft gepompt. Ik begrijp het ook: hij heeft geld verloren met de crisis, heeft in de club geld verloren door iemand die eerst een aantal transfers heeft gedaan en daarna de club verliet … Ik denk dat dat nu wel voorbij is. Hij is als leek in het voetbal gestapt, maar leerde elk jaar bij. Nu houdt hij alles goed strak in handen, maar als hij zich daarin wat laat gidsen door Guido en Guy Mangelschots, mensen die iets van voetbal kennen, dan zitten we goed. De eerste klasse is afgeslankt, er gaan voldoende spelers op de markt komen. En als die tribune er ook nog bij komt, is Stayen een heel mooie plaats om naar het voetbal te komen. Waarbij je goed moet onthouden dat de mensen naar het stadion komen voor het voetbal. Ik denk dat ze bij wijze van spreken nog liever op een houten stoeltje zitten dan in een leren zetel. Als ze maar voetbal zien. Die leren zetel hebben ze thuis ook.”

door peter t’kint – beeld michel gouverneur (reporters)

“De club is weer in opbouw, de supporters zijn present, de hele stad leeft mee.”

“Mignolet is de beste doelman met wie ik ooit samenwerkte.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content