Je zegt dat je functies meer omvatten dan alleen maar videoanalyses. Hoe zou jij je rol dan omschrijven?
Still: ‘Ik was niet gewoon een analist. Niet iemand die naar zijn kantoor komt, zich achter zijn computer zet en twaalf uur later naar huis gaat. Met Yannick Ferrera noemden we dat een ‘moderne analist’. Iemand die mee het veld op gaat, die zo dicht mogelijk bij de spelers staat, zodat iedereen dezelfde taal spreekt en dezelfde ideeën heeft. Dat maakt het makkelijker om iets neer te zetten.’
Eerder een assistent die ook analyses maakt?
Still: ‘We hadden het wel door dat het zo gemakkelijker was. Ook naar de spelers toe: als je individuele video’s maakt, dan weet je waar iedereen nood aan heeft. Je kunt veel persoonlijker werken, en dus professioneler.’
Je vindt het wel fijn om op het veld te staan en niet in een bureautje te zitten…
Still: ‘Ik heb het veld nodig om een goeie analist te zijn. Ik moet alles kunnen zien, voelen, horen… Zo kan ik echt een gedetailleerd rapport opstellen en aan de spelers aanreiken. Volgens mij is het heel moeilijk om in dit systeem te werken als je alleen maar achter je computer zit. En trouwens: vraag aan eender welke voetballer of coach op welke plek hij zich het beste voelt en ze zullen je allemaal zeggen dat dat het veld is.’
