Met Trevor Huffman, Matt Lojeski en Stéphane Pelle plukte BASE Oostende drie sterkhouders bij Okapi Aalstar weg. Samen moeten zij de kustploeg na een mislukt seizoen weer naar de top gidsen.

Vorig seizoen kende BASE Oostende – twaalfvoudig landskampioen – een absolute snertcampagne. Het begon met het snelle ontslag (oktober 2008) van de nieuwe coach Vlada Vucoicic, gevolgd door een kortstondige en bizarre doortocht van ex-stercoach Sharon Drucker en nadien de overname van assistenttrainer Umberto Badioli. De aimabele Italiaan kreeg de ploeg evenmin op de rails en Oostende miste zowaar de play-off. Tussendoor werd ook nog aanvoerder Sébastien Bellin om dwingende redenen ontslagen.

Kortom, tijd voor schoon schip. Het bestuur van Oostende zette nieuwe beleidslijnen uit. Ten eerste zou met een kleinere kern gewerkt worden: acht fulltime profs in plaats van tien, aangevuld met vier juniors. Ten tweede zou gezocht worden naar versterkingen die de Belgische competitie al kennen, om de inlooptijd zo veel mogelijk te beperken en meteen rendement te halen. Met de komst van Caleb Green (ex-Bergen), Stéphane Pelle, Trevor Huffman en Matt Lojeski (allen Aalstar) slaagde de kustploeg met brio in die opzet. Huffman (30) geldt alom als een van de beste spelverdelers in België en zijn Amerikaanse landgenoot Matt Lojeski (24) werd vorig seizoen uitverkozen tot beste speler van de competitie. De Kameroener Pelle (29) is een uitstekende rebounder.

Jullie waren alle drie einde contract, op zich is er dus niets mis mee dat Oostende aan jullie mouw trok. Het nieuws dat jullie bij de kustploeg hadden getekend, zorgde echter voor tumult, het lekte uit net voor de play-off begon en de kans nog bestond dat Aalstar daarin tegen Oostende zou uitkomen. Een ongelukkige timing. Hoe gingen jullie daar zelf mee om?

Trevor Huffman: “Ik vond dat de media en de fans daarin overdreven, het enige waarmee wij bezig waren, was om Aalstar zo hoog mogelijk te laten eindigen. Het was tenslotte de club waar we onder contract stonden. Je stopt niet ineens met basketballen omdat je een transferdeal hebt afgesloten, hé. In de basketwereld wordt er nu eenmaal met kortetermijncontracten gewerkt.”

Wisten jullie eigenlijk van elkaar dat Oostende een optie was?

Stéphane Pelle: “Als profspeler hou je daar in principe geen rekening mee, ieder tekent zijn eigen carrière uit. Pas achteraf bleek dat wij met z’n drieën een aanbod op zak hadden … Dat was mooi meegenomen.”

Matt Lojeski: “Ik was redelijk verrast toen ik dat vernam.”

Brad Dean, jullie coach bij Aalstar, beweert dat hij al sinds de kerst wist dat jullie aan je laatste seizoen bij de club bezig waren.

Huffman: “Dat begrijp ik niet, want daar hadden wij totaal niet over gesproken. Ik was vorige winter echt niet bezig met een transfer, je probeert gewoon zo goed mogelijk te presteren, de rest laat je aan je manager over. Je moet als speler beseffen dat je afhankelijk bent van de ploegresultaten: mocht Aalstar de voorbije jaren niet zo goed gepresteerd hebben, zaten wij nu niet bij Oostende.”

Bestonden er andere opties dan Oostende?

Huffman: “Ja, maar ik ben graag in België. Een mooie competitie en een aangenaam land. Ik wilde hier blijven. Ik speelde eerder al in Portugal, Polen en Duitsland, ik kan dus wel vergelijken.”

Pelle: “Het grote voordeel in de Belgische competitie is dat alles hier dicht bijeen ligt. Na een wedstrijd sta je ’s avonds weer thuis. Dat was in Frankrijk wel anders, daar was je soms drie of vier dagen van huis.”

De grootste verrassing is eigenlijk dat Matt in België bleef, als MVP en topschutter van de competitie ging ook het Oostendse bestuur er eigenlijk van uit dat je onhaalbaar zou zijn.

Lojeski: “Er waren andere opportuniteiten, maar het is belangrijk dat je je ergens thuis voelt. Ik probeer in deze fase van mijn carrière niet te veel naar het financiële plaatje te kijken. Laat mij hier twee jaar verder groeien, daarna zal ik misschien rijper zijn voor een sterkere competitie.”

Worstelpartijtjes met Petrovic

Door het voorbije mislukte seizoen speelt Oostende nu niet Europees. De focus ligt dus op de landstitel. Voor- of nadeel?

Huffman: “Op zich vind ik dat geen nadeel. Zeker niet voor een wat oudere speler als ik, die meer tijd nodig heeft om te recuperen na een match.” ( lachje)

Pelle: “Inzake mentaliteit is het een voordeel dat we enkel nationaal spelen, ik weet uit ervaring dat het niet evident is om na een verplaatsing naar Besiktas Istanbul naar Leuven of Gent te moeten. Dan ga je onbewust toch wat gas terugnemen.”

Wie zijn de favorieten voor de titel dit seizoen?

Huffman: “Het wordt weer een erg competitief seizoen, met Charleroi en Bergen als de traditionele favorieten en Antwerp en Aalstar als outsiders.”

Pelle: “Het gaat tussen zes ploegen. Gent, Pepinster en Leuven acht ik toch wat zwakker.”

Lojeski: “Wat doe je nu, man? Je moet die clubs toch niet noemen, daarmee motiveer je ze alleen maar.”

Pelle: “Ik zeg dat met alle respect, hoor. Het is gewoon een feit dat die ploegen meestal onderin hangen.”

Huffman: “Stéphane zegt te veel wat hij denkt.”

Vorig seizoen won Aalstar drie van de vier competitieduels tegen Oostende. Is dit dan een stap vooruit?

Huffman: “Hoewel ze op de dool waren vorig seizoen, maakte Oostende het ons erg moeilijk. Je zag wel dat er geen eenheid in de ploeg zat. Talent was er nochtans genoeg. In het begin van het seizoen vond ik ze zelfs sterk bezig, hun probleem was dat ze de laatste jaren veel personeels-wissels kenden. Ga maar na, de meeste Belgische topteams werken al enkele jaren met dezelfde kern: Charleroi, Bergen, Aalstar … Dat is geen toeval. Ik heb het gevoel dat een sterk hart van de ploeg noodzakelijk is om in deze competitie succes te boeken, meer dan in andere landen.”

Met jullie drie hoopt Oostende dat hart gevonden te hebben.

Huffman: “Wellicht wel. Goed gezien, zou ik zeggen.”

De vraag is natuurlijk: kunnen jullie hier hetzelfde brengen als bij Okapi?

Pelle: “Het heeft geen zin daar vooraf over te piekeren, bij Aalstar is die goeie groepsmentaliteit ook moeten groeien. Als we na enkele weken vaststellen dat er geen chemie in de groep zit, oké, dan mag je je vragen beginnen te stellen.”

Huffman: “Met de mentaliteit lijkt het mij hier goed te zitten, het komt eropaan elkaar nu te leren aanvoelen op het veld.”

Hoe verliep de kennismaking met Veselin Petrovic? Hij groeide uit tot het boegbeeld van Oostende, maar kan op een veld soms een echt ettertje zijn.

Huffman: “Dat moet je aan Matt vragen, zij staan op training altijd tegen elkaar.” ( lacht)

Lojeski: ” Petrovic is een keiharde verdediger. Toen ik bij Aalstar speelde ging het er soms hevig aan toe tussen ons en ook hier op training vliegen we er hard in. Ik ben wel blij dat ik nu bij hem in de ploeg sta, hij maakt het mij makkelijker om uit te blinken.”

Huffman: “Je mag je niet verkijken op zijn norse uiterlijk, hij is buiten het veld een heel aardige kerel, wellicht een van de grappigste mensen in de competitie. Een echte grapjas. Maar op een veld … ( blaast) He’s a real warrior, eentje die voor elke bal vecht. Zelfs een rebound tegen hem pakken, is een regelrechte worstelpartij.”

Zijn er nog zulke spelers waar jullie níét naar uitkijken om tegen te spelen?

Lojeski (plagerig): ” Lionel Bosco, Trevor?”

Huffman: “Geen probleem mee.”

Lojeski: “Leugenaar. Lionel Bosco is een tripper, hij zet zijn voetje zodat je erover struikelt of je voet omslaat.”

Pelle: “Ik zie af met Andre Riddick. Een goeie kerel, weet ik, maar hij kan soms agressief voor de dag komen. Dan heeft hij die blik in zijn ogen en zoekt hij constant het duel op.”

Charleroi is voor een center wellicht de lastigste ploeg om tegen te spelen, niet Stéphane?

Pelle: “Klopt. Er lopen zo veel grote jongens rond dat ze elke vijf minuten een nieuwe, frisse kracht op je af kunnen sturen. Je verbruikt heel veel energie tegen hen.”

De scheldtirades van Anzulovic

Wat kunnen jullie Oostende bijbrengen? Laten we beginnen met Trevor …

Huffman: “Passing, zorgen dat de anderen vrij komen en de juiste keuzes maken op de juiste momenten. Dat is me in het verleden goed gelukt, hopelijk bij Oostende ook.”

Lojeski: “Trevor zorgt ervoor dat ik beter tot mijn recht kom, aan een oogopslag hebben wij voldoende om elkaar te begrijpen. Hij doet veel dingen die niet zichtbaar zijn: het team dirigeren bijvoorbeeld.”

Matt?

Huffman: “Dertig punten per wedstrijd. ( lacht) Hij moet scoren, maar Matt is even sterk in verdediging en zijn transitie naar aanval is indrukwekkend. Ik vermoed dat hij een van de snelste spelers in onze competitie is. Bovendien zal hij nog beter worden.”

Lojeski: “Ik moet nog veel leren, ik beschouw mezelf nog steeds als een ruwe diamant.”

En Stéphane?

Huffman: “Blockshots en keiharde de-fense.”

Lojeski: “Stéphane is in de eerste plaats een verdediger. Hij neemt niet echt veel shots.”

Huffman: “Een veteraan waarmee je naar de oorlog kan.”

Matt werd verkozen tot MVP, wie verdiende die prijs nog?

Pelle: “Wat mij betreft Caleb Green, en dat zeg ik niet omdat hij nu mijn ploegmaat is bij Oostende. Als je ziet wat die presteerde in de weinige minuten die hij kreeg: op vijf minuten verzamelde hij tien punten. Hij bracht agressiviteit in het team van Bergen.”

Huffman: “Ik vond dat Matt Walsh van Charleroi hem ook wel verdiende. Hij scoorde altijd belangrijke punten.”

Matt Walsh vertrok bij Charleroi, dat maakt hen wellicht al iets kwetsbaarder.

Pelle: “Niet het vertrek van Walsh, maar de coachwissel zal volgens mij de meeste impact hebben. Drazen Anzulovic schold zijn spelers verrot, a real nasty coach, maar hij zorgde er wel voor dat iedereen veertig minuten scherp stond, zeker in verdediging. Van vorig seizoen herinner ik me dat er soms werkelijk geen doorkomen aan was.”

Hij ging soms over de schreef. Zouden jullie het pikken dat hij jullie zo publiekelijk vernedert?

Pelle: “Zolang je daar resultaten mee haalt, laat ik me gerust afzeiken.”

Lojeski: “Ik weet het toch niet, hoor. Op een bepaald moment kreeg ik ook de mogelijkheid om daar te tekenen, maar als ik zag hoe hij zijn spelers aanpakte, had ik daar mijn bedenkingen bij. Bovendien hoorde ik dat hij soms twee of drie weken aan een stuk trainde zonder één vrije dag ertussen. Niets voor mij. Bij Aalstar was het heel gezapig, waardoor ik fris aan de opworp van een wedstrijd stond.”

De Belgische competitie is in de loop der jaren een veredeld Amerikaans kampioenschap geworden. Er spelen meer Amerikanen dan Belgen. Begrijpen jullie dat daar kritiek op is?

Huffman: “Het maakte in ieder geval dat de stijl van de competitie veranderde: veel mobieler en virieler. ”

Lojeski: “Ik begrijp de kritiek wel. Als Belgische fan wil je in de eerste plaats Belgen aan het werk zien. Anderzijds: als er geen beperking op bestaat, waarom zou je er dan geen gebruik van maken?”

Huffman: “Weet je, toen ik in de VS afstudeerde en een ploeg zocht, werd ik in de NBA gebarreerd door een hele hoop Europeanen. It works both ways, right? Die Europeanen komen in de VS ook miljoenen dollars ‘afsnoepen’. De besten halen het, dat is nu eenmaal het principe van de vrije markt.”

Hoe staat het Belgische basketbal ervoor volgens jullie?

Huffman: “Wat mij vooral opviel, is dat het basketbal hier veel minder leeft dan bij ons in de VS. Vorig jaar moesten we met enkele spelers van Aalstar langsgaan op scholen om daar basketbal te initiëren, het frappeerde mij dat de meerderheid van die kinderen nog nooit een basketbal in handen had gekregen. Ze misten elke basis. In de VS kan elk jongetje van 8 jaar al met een basketbal overweg.”

door matthias stockmans – beelden: danny gys (reporters)

Vorig seizoen zag je dat er bij Oostende geen eenheid in de ploeg zat. Talent was er nochtans genoeg.

Trevor Huffman

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content