Na iedere etappe in de Tour ging Alberto Contador zijn ploegmaats bedanken voor het werk dat ze voor hem hadden geleverd. Nochtans leefde de Spanjaard aanvankelijk in een isolement. Tot hij de gele trui pakte.

Met een mengeling van blijdschap en ingetogenheid liet Alberto Contador zich zondag op de Champs Elysées tussen de Parijse fine fleur vieren als winnaar van de Ronde van Frankrijk. Voor hem kwam er een einde aan een lange periode van eenzaamheid. Binnen een Astanaploeg die aanvankelijk volop de kaart trok van de publicitair veel interessantere Lance Armstrong, leefde Contador ruim twee weken op een eiland. Hij leek platgewalst te worden door de bluf en het mentale overwicht van de Amerikaan. Pas in de eerste Alpenrit naar Verbier trok Contador de scheefgegroeide situatie in de ploeg recht. Met één venijnige demarrage onthoofde hij de zevenvoudige Tourwinnaar. Met een verbeten trek om de mond fietste hij alle frustraties uit zijn lichaam, alsof hij zich wilde bevrijden van het isolement waarin hij verzeild was geraakt. Daar, op deze col naar het Zwitserse skioord, lag het scharniermoment van de Tour 2009. Daar loste Contador op het podium een denkbeeldig pistoolschot en werd Armstrong voor het eerste in deze Tour met de beperkingen van zijn leeftijd geconfronteerd: met glazige ogen hees hij zich naar boven, zonder versnelling in de benen, niet bij machte op welk ritmeverandering dan ook te antwoorden. Zo werd een mythe doorprikt en kwam het tot een herschikking van de waardeverhoudingen binnen de ploeg. Dat gebeurde niet van harte, de versplintering in het team was op de een of andere manier altijd voelbaar.

Slechts twee echte aanvallen had Alberto Contador nodig om deze Tour naar zijn hand te zetten: op weg naar Verbier dus en eerder in de etappe naar Arcalis (Andorra), al leverde dat maar een handvol seconden op. Los daarvan fietste hij vooral in een controlerende rol, zoals ook zaterdag tijdens de beklimming van de Mont Ventoux, waarin het hem er vooral om ging de derde plaats van Armstrong mee veilig te stellen. Een plots opwellend teken van loyaliteit dat wat geforceerd model moest staan voor de hervonden eendracht in de ploeg.

Alberto Contador is niet echt een renner die de massa beroert, niet iemand die fietst met het aura van onaantastbaarheid dat echte toppers kenmerkt. Toch was zijn demonstratie in de tijdrit rond het meer van Annecy indrukwekkend. Met een monotone, bijna machinale tred wees hij zelfs Fabian Cancellara terug en deed heel even denken aan zijn illustere landgenoot Miguel Indurain, een kleurloze renner in wiens onbewogenheid haast iets mystieks schuilde. Dat kan ook van Contador worden beweerd. Sterke uitspraken rollen nooit over zijn lippen. Hij pleegt de media roerloos en haast emotieloos te woord te staan. Zoals op de persconferentie in Annecy toen hij vragen over de redenen van zijn opmerkelijke vooruitgang in het tijdrijden niet beantwoordde.

Maar Alberto Contador is wel mentaal onverwoestbaar. Voor de Tour had hij de vraag gesteld om zijn landgenoot Benjamin Noval in de ploeg op te nemen. Johan Bruyneel negeerde die wens. Dat is niet echt bevorderlijk voor het moreel van een renner die naar de buitenwereld toe als de kopman werd gepresenteerd. Contador verbeet zijn teleurstelling. Hij antwoordde op het juiste moment. Met de pedalen. Was het ook uit die opgekropte ergernis dat Contador in de laatste Alpenrit naar Le Grand Bornand tegen de directieven van de ploeg in aanviel en Andreas Klöden van het podium reed? Als een ware heerser verijdelde hij daar de Luxemburgse coup van de gebroeders Schleck en liet gul de zege aan de minst getalenteerde van de drie vluchters, Fränk Schleck. Maar Contador, die altijd al lak had aan stalorders, schrok achteraf danig van de impact van zijn demarrage en verontschuldigde zich later in het hotel tegenover zijn ploegmaats voor zijn onbesuisde daad. Hij deed dat in het Spaans, Johan Bruyneel zorgde voor de vertaling. Eerder had hij al zijn ploegmaats bedankt voor het werk dat ze voor hem hadden geleverd. Zoals hij dat vrijwel elke avond deed. Een beeld met gemengde gevoelens in een ploeg die eigenlijk op een borrelende vulkaan leefde. Ook al werden die spanningen naar buiten uit altijd geminimaliseerd. Behalve door Johan Bruyneel, die openlijk erkende dat beiden echt niet veel met elkaar communiceerden.

Zeemzoete verhaaltjes

De Tour 2009 zal de geschiedenis ook ingaan als deze van Lance Armstrong. De door zijn ego verblinde Amerikaan blies zichzelf vooraf op tot kandidaat-winnaar, maar zijn derde plaats is niettemin een zelden vertoond staaltje van klasse en karaktersterkte. Armstrong werd drie weken lang door de media opgejaagd als een stuk wild. Hij ging daar opmerkelijk ontspannen mee om. Eén enkele keer werd hij voor de start van een rit geconfronteerd met een Nederlandse oud-renner, Thomas Zijlma, die net als hij teelbalkanker had overwonnen en in zijn strijd tegen deze ziekte moed en volharding vond in het boek van Armstrong. Zijlma reed een aantal keren Alpe d’Huez op om zo geld in te zamelen voor de Nederlandse kankerstichting. Als genodigde van het NOS-programma De Avondetappe deed hij net voor de rit naar Besançon zijn verhaal aan Armstrong, het icoon van de kankergemeenschap. Die luisterde opmerkelijk geïnteresseerd en vuurde een hoop vragen op Zijlma af. Spontaan en onbevangen. Toen iemand aan zijn mouw kwam trekken voor een volgend interview, wuifde Armstrong dat kordaat weg. Hij dompelde zich helemaal onder in de leefwereld van Thomas Zijlma, heel ver weg was voor hem op dat moment het circus van de Tour. Een opmerkelijk intermezzo.

Het heette dat Lance Armstrong de Tour reed omdat hij zonodig Livestrong moest promoten, zijn stichting voor kankerbestrijding met een omzet van 300 miljoen euro. Hier en daar werd zelfs gefluisterd dat Armstrong de Tour reed omdat de fondsen opdroogden. Hijzelf schreef zijn rentree altijd toe aan zijn woede omwille van alle dopinginsinuaties die er over hem werden geuit. Hij had zelfs zijn ex-echtgenote Kirsten over dit voornemen ingelicht. Toen zij ontroerd instemde, zette hij het licht op groen. Ook de drie kinderen van Armstrong waren enthousiast. Dat soort zeemzoete verhaaltjes past niet bij het imago van de Texaan. Maar zo staat het allemaal in de nieuwste biografie van Armstrong, die binnenkort verschijnt.

Ook in de Tour van 2010 zal Lance Armstrong de alles overheersende ster zijn. Hij staat dan aan het hoofd van een eigen ploeg, die hij eigenlijk liever dit jaar had opgestart en waarin zijn zakelijke belangen zijn gewaarborgd. Armstrong zal net geen 39 zijn als hij in Rotterdam aan de start van de Ronde van Frankrijk verschijnt. De kans dat hij dan nog meeknokt voor de eindzege is klein, al weet je met hem nooit. Hij zal hoe dan ook voor een andere winter staan, er wordt een ploeg rond hem gebouwd en met zijn vertrouwensman Johan Bruyneel – die destijds Armstrong de raad gaf zijn carrière te heroriënteren naar het rondewerk – staat er een clevere strateeg aan het hoofd. Die in deze Tour misschien één fout maakte, waardoor Armstrong de kans verspeelde om een tijd in het geel te fietsen. In de derde rit naar La Grande Motte, toen waaiers er onder het gebeuk van Team Columbia voor zorgden dat het peloton in stukken werd gescheurd, zat Armstrong met zijn ploegmaats Haimar Zubeldia en Yaroslav Popovych mee vooraan. Als enige renner die deze Tour in de top tien eindigde. Veel te laat werd toen de opdracht gegeven om mee te werken. Armstrong kwam later in de ploegentijdrit uiteindelijk 22 duizendste van een seconde te kort om het geel van Fabian Cancellara over te nemen.

Ontwapenende eenvoud

Twee weken lang leek de Tour 2009 vastgekneld te zitten in de wurggreep van de angst. De in de laatste week geprogrammeerde zware Alpenritten, de tijdrit in Annecy en de beklimming van de Mont Ventoux verlamden het peloton. Wie naar de televisiebeelden keek, viel net niet in slaap. De laatste week maakte veel goed. Dankzij Contador maar evenzeer door het knappe aanvalswerk van Andy Schleck. Veel meer dan Contador heeft de Luxemburger het charisma van de grote kampioen. Hij praat goed en verstandig, drukt zich vlot uit in het Frans, Engels en Duits, is toegankelijk en ongecompliceerd en geeft blijk van een bijna ontwapenende eenvoud. Een renner waarmee ook de jeugd zich graag zal associëren.

Dit jaar maakt Andy Schleck zich niet langer ondergeschikt aan zijn oudere broer Fränk. In Luik-Bastenaken-Luik bewees hij dat zijn atletisch vermogen is gegroeid. Andy Schleck beschikt ook in de cols over de nodige explosiviteit, hij kan meteen een kloof slaan, al slaagde hij er nooit in om Alberto Contador uit het wiel te kegelen. Ook in het tijdrijden boekte hij progressie, onder meer via powertraining en speciale trainingssessies met zijn ploegmaat Fabian Cancellara. Maar de tengere lichaamsbouw van Andy Schleck – zijn benen zijn half zo dik als deze van Contador – zit niet mee voor deze discipline.

Andere antagonisten lijken er in de toekomst niet te zijn voor Alberto Contador, rond wiens toekomst een waas van onduidelijkheid hangt. Blijft hij bij Astana, trekt hij naar Caisse d’Epargne of zijn er nog andere opties? Het is de verwachting dat Contador, 26 nog maar, voor een lange regeerperiode staat. En dat alleen Andy Schleck hem kan bestoken. Ook al pleegt Contador af en toe het slachtoffer te worden van inzinkingen. Maar hij blijkt wel in staat om zich helemaal op de Tour te focussen.

In deze Tour zonder (voorlopig) positieve dopinggevallen en zonder verdachte prestaties verblufte, naast Lance Armstrong, eigenlijk alleen de Brit Bradley Wiggins, een pure pistier die in de cols met de besten mee naar boven ging. Zeven kilo afgeslankt en gehard door veel labeur op training. Twee jaar geleden verscheen Wiggins aan de start van de Gentse zesdaagse, samen met Mark Cavendish. Het duo werd in de eerste ploegkoers op elf ronden gegooid en kon zelfs het tempo van het peloton niet bijhouden. Vooral omdat Cavendish absoluut vierkant draaide. Het is tekenend voor de vooruitgang die deze spurtbom de laatste twee jaar maakte. Zijn zes etappeoverwinningen waren hoogtepunten in deze Ronde van Frankrijk, pareltjes van explosiviteit en behendigheid, voorbereid door een als een perfect geoliede ketting in mekaar lopende ploeg. Mark Cavendish bekroonde zijn suprematie zondag op de Champs Elysées met een indrukwekkend machtsvertoon.

Doelgericht werken

Met licht en duisternis zijn de Belgen uit de Tour teruggekeerd. Stijn Devolder declasseerde zichzelf en finishte op bijna twee uur en een kwartier van Contador. Een beschamende prestatie. Devolder doet er goed aan zichzelf verder op de voorjaarsklassiekers toe te leggen en in de Tour uitsluitend te denken aan een eventuele ritzege.

Bijzonder knap was de prestatie van Jurgen Van den Broeck die op een onverhoopte 15e plaats eindigde. In een land dat al 33 jaar op een Tourwinnaar wacht, is dat gevaarlijk. Van den Broeck kreeg volop het wierookvat over zich uitgeschud, alle verantwoordelijken van Silence-Lotto zagen zich geconfronteerd met dezelfde vraag: of de Kempenaar volgend jaar in de Tour de kopman zal zijn in plaats van de nu zwaar tegenvallende Cadel Evans. Ook de wielersport leeft bij de waan van de dag.

Gelukkig is Jurgen Van den Broeck nuchter genoeg om de voeten op de grond te houden. Het is te hopen dat dit zo blijft en dat hij niet doldraait in de molen van de loftuitingen. Jur-gen Van den Broeck – hij is amper twee maanden jonger dan Contador – is een laatbloeier. Het komt er nu op aan om met hem doelgericht te werken, zodat hij zich verder in het klimmen kan vervolmaken. Al als amateur reed Van den Broeck elke woensdagnamiddag naar de Ardennen om daar te trainen. Een oneindig aantal keren beklom hij de Citadel van Namen en de Muur van Hoei. Volgens Lucien Van Impe, de zevenvoudige bergkoning, kan je leren klimmen, het komt er vooral op aan de speciale pedaalslag te onderhouden om de souplesse niet meteen kwijt te raken.

Reddeloos is Tom Boonen uit deze Ronde van Frankrijk verdwenen. Alle moeite die zijn sponsor Quick-Step had gedaan om hem via een ingewikkelde procedureslag aan de start te krijgen, sorteerde geen enkel effect. Boonen kwam alleen in de belangstelling door lekke banden of valpartijen. En door een verhaal van een nachtelijke uitstap, een paar dagen voor het Belgisch kampioenschap, kennelijk weer overgoten met drank, waarbij hij ook een andere vrouw zou hebben gekust. Vriendin Lore had de koffers al gepakt, maar na een gesprek werden ze weer uitgepakt.

Hoe staat het eigenlijk met het respect van een renner tegenover zijn werkgever als hij op het moment dat die alle middelen aanwendt om hem de Tour te laten rijden zich toch weer op glad ijs begeeft? Boonen blijft zich wentelen in een irrationele wereld en op elk gebied flirten met het extreme. Na zijn tweede positieve cocaïneplas werd er gesproken van psychologische begeleiding, maar onduidelijk is hoe het daarmee staat.

Intussen moeten de ploeg en manager Patrick Lefevere zich in verschillende bochten wringen om de kopman toch de hand boven het hoofd te houden. Diep in het binnenste van Lefevere moet er een oorlog van frustratie en irritatie woeden. Hij probeert die zo veel mogelijk te onderdrukken. Soms haalt hij daarbij uit naar de pers maar meer dan een flauw verweermiddel is dat niet. Machteloosheid moet zich al geregeld van Patrick Lefevere meester hebben gemaakt.

Quick-Step staat voor een dilemma. Van een renner die Parijs-Roubaix wint en Belgisch kampioen wordt, kan je moeilijk zeggen dat hij een slecht seizoen kent. En dus moeten ze leren leven met de escapades van Boonen. Zonder de ex-wereldkampioen verliest de ploeg veel van zijn waarde. Dat bleek ook in deze Tour. Zelfs de renners van de bescheiden ploeg Skil-Shimano (laatste in het ploegenklassement, op ruim zeven uur van Astana) kwamen meer in beeld dan die van Quick-Step. Sterker zelfs: de gretigheid waarmee de doorgaans onbekende renners van deze ploeg zich in ontsnappingen mengden, was een lichtend voorbeeld.

door jacques sys – beelden: tim de waele

“Veel meer dan Alberto Contador heeft Andy Schleck het charisma van

de kampioen,

van een renner waarmee de jeugd zich wil associëren.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content