Op een persconferentie wil Jaak Fransen, de procureur van de wielerbond, woensdag enige verduidelijking geven bij de nieuwe dopingverhalen die de afgelopen weken door Jean-Marie Dedecker werden gelanceerd. Zo is het tenminste aangekondigd. Sportfederaties blinken in dit land doorgaans niet uit door kordaatheid en een snelle afhandeling van heikele dossiers. Ook nu is het afwachten wat er met de uitspraken van Dedecker wordt gedaan. Intussen stapte de VLD-politicus ook al naar het gerecht en gaf twintig namen aan de Gentse substituut en hormonenmagistraat Johan Sabbe. Bij hen is er volgens Dedecker ook iemand die bij de wielerbond zou instaan voor de vorming van renners. Als dat klopt, zou dat de totale decadentie zijn.

De vrees bestaat dat de wielersport zich nog maar eens mag opmaken voor een zware storm. Door welke al dan niet opportunistische motieven Dedecker ook wordt gedreven om eerst de media en pas later de bevoegde instanties in te lichten, hij kan het zich ook in de aanloop naar de gemeenteraadsverkiezingen niet veroorloven om in zo’n delicate materie gebakken lucht te verkopen. Ook in het verleden profileerde Dedecker zich al vaak als een witte ridder die briesend en brullend ten strijde trekt tegen alle vormen van onrecht en onheil. Hij werd vaak gecontesteerd maar bleek telkens wel over een grote dossierkennis (zoals in de zaak rond de mensenhandel) te beschikken. Het zou heel vreemd zijn als dit nu anders is. De collectieve verontwaardiging in het wielermilieu ten spijt.

Het is de vraag aan hoeveel mokerslagen de wielersport straks nog het hoofd kan bieden. De sterk gedaalde kijkcijfers voor de Ronde van Frankrijk en vooral de Ronde van Spanje zijn een signaal dat de grens van het redelijke ook bij het publiek langzamerhand is bereikt. De UCI en de vereniging van Pro Tourploegen haasten zich om via tal van voorstellen de indruk te geven dat het imago gezuiverd zal worden. Er wordt gesproken over het aanstellen van een onafhankelijke bedrijfsarts en zelfs de verplichte invoering van een DNA-test, al dreigt dat laatste eventueel te verzanden in een juridische veldslag. Patrick Lefevere, de voorzitter van de vereniging voor Pro Tourploegen, deed vorige week in een interview in Knack zijn best om te spreken over een nieuwe mentaliteit : hij zei dat er een tijd komt dat renners mekaar gaan verklikken omdat vooral de jongeren alle verhalen kotsbeu zijn.

Telkens weer worden er bij dopingschandalen illusies geschapen die constant eindigen in desillusies. Hoeveel er al is gedreigd en gesanctioneerd, hoeveel maatregelen er al niet zijn afgekondigd, het gaat in deze sport van kwaad naar erger, de schimmigheid neemt steeds toe. En de dubbele gevoelens zijn daarbij nooit ver weg. De tegenspraak swingt de pan uit in de wielerwereld en de ethische code die de ploegen van de Pro Tour hebben ondertekend, moet straks zijn kracht nog bewijzen : als Ivan Basso of Jan Ullrich worden vrijgesproken, bijvoorbeeld wegens procedurefouten, is de kans niet denkbeeldig dat Pro Tourploegen hen graag weer in de armen zullen sluiten.

De strijd tegen doping zal eeuwig duren, zeker nu de industrie de sport steeds meer in zijn greep krijgt. Terecht klaagt Jean-Marie Dedecker vooral de dopingsystemen aan. Nog nooit is ten gronde de manier onderzocht waarop dopingproducten hun weg vinden in het peloton, alsof er een lobby achter zit waar niemand durft aankomen. Het dopingschandaal in de Giro van 2001, toen er experimentele kankermiddelen opdoken waarop nog klinische proeven werden gedaan, vormde daarbij een tragisch dieptepunt.

Helemaal niets is er met deze lessen gedaan. Zo blijft het onmogelijk om deze sport te zuiveren en blijf je constant in dezelfde cirkel draaien. Dat is en blijft het frustrerende : het gevecht tegen doping duurt al veertig jaar. Maar niemand die met zekerheid kan zeggen dat de winnaar clean is.

DOOR JACQUES SYS

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content