Maandag 16 mei wordt bekend wie door zijn collega’s is verkozen tot de Profvoetballer van het Jaar. Vincent Kompany is, net als twaalf maanden geleden, de grote favoriet. Negen spitsen over Het Negentienjarige Fenomeen.

1. Nordin Jbari (AA Gent) : “Goede verdedigers lopen er genoeg rond, maar Vincent heeft het voordeel dat hij ook snel is. Altijd vervelend voor een aanvaller, want ben je hem voorbij, komt hij altijd weer terug. Hij is ook erg stevig voor zijn leeftijd. Hij schuwt de duels niet, al herinner ik me wel dat ik vorig jaar met Cercle enkele kopduels van hem won. Ik heb toen ook gescoord.

“Voor een verdediger is hij technisch erg sterk. Vooral zijn goede passing maakt hem belangrijk. Daarmee laat hij het spel sneller verlopen. Als de ploeg niet draait, verleent hij steun aan het middenveld. Hij verdedigt, maar blijft niet achterin en anticipeert. Kortom, hij speelt modern voetbal. Een beetje zoals – voetjes op de grond, hoor, maar toch – Laurent Blanc. Die liet Desailly en Thuram ten strijde trekken en ging zelf als een nummer zes spelen. Vincent heeft dezelfde stijl. Ik hoop dat hij ook dezelfde carrière zal maken. Het enige wat nog beter kan, is de ervaring, maar dat komt met de tijd.

“Hij moet vertrekken, vind ik. Als je je te erg op je gemak gaat voelen, bega je fouten. Dat is Vincent in het begin van het seizoen een paar keer overkomen. Bij Lyon zag ik ooit een verdediger die intussen wereldkampioen werd met Brazilië en nu bij Barcelona zit : Edmilson. Die kon alles, maar op het eind zat hij wel op de bank. Ze waren blij dat ze van hem af waren. Hij beging te veel fouten. Dribbelde aanvallers, verloor de bal en, boem, doelpunt. Dat gevaar loert ook voor Vincent als hij nog een jaar langer blijft. Zelfs door te trainen bij een ploeg als Real Madrid of Barcelona wordt hij sterker.

“Maar zelfs al maakt hij fouten : we moeten hem aanmoedigen. Neem nu zijn doelpunt tegen Standard : als hij achterin blijft, scoort hij nooit, hein ! Een schitterende speler. En altijd correct. Bovendien kennen onze vaders elkaar van vóór dat wij elkaar kenden. Ze bezochten dezelfde cafés, quoi. Wij hebben veel respect voor elkaar.”

2. Sambegou Bangoura (Standard) : “Ik heb maar één keer tegen hem gespeeld. Veel kan ik je dus niet vertellen. Hij verdedigt, ik probeer te scoren. Hij zijn rol, ik de mijne. Ik speel alleszins niet anders tegen hem dan tegen een ander. Vincent is Vincent en hem vergelijken met andere verdedigers kan ik niet. Hoe kan ik hem vergelijken met, zeg maar, Traoré ? Mij hoor je ook niet vertellen dat de verdedigers van Lierse of Brugge zwakker zijn dan hij. Hij heeft kwaliteiten en talent, zoals iedereen. En hij is jong, dus zal hij nog beter worden. Zelfs in de Belgische competitie. Dat hij gegeerd is door de grote clubs van Europa, wil zeggen dat hij een groot speler is. Maar voor elke vergelijking is het alleszins nog veel te vroeg. Van zijn gebreken weet ik niets : ik ben geen coach. Ik ken hem ook niet goed genoeg. Dus ben ik slecht geplaatst om daar iets over te zeggen. In sommige zaken ben je goed, in andere minder. Dat geldt voor elke speler. Zoals ook dat je aan je tekortkomingen moet werken om zo ver mogelijk te komen.

“Als je de kans hebt om naar het buitenland te gaan moet je ze grijpen, op voorwaarde dat je sterk genoeg bent in je hoofd. Wij, Afrikanen, zijn ook erg jong thuis vertrokken, weg van onze ouders. Ik was negentien. Het gaat om de juiste mentaliteit, niet om de leeftijd. Als Vincent staat waar hij nu staat, is het omdat hij daar hard voor heeft gewerkt. Om het even waar hij volgend seizoen voetbalt, hij zal inspanningen moeten blijven leveren.”

3. Kevin Vandenbergh (RC Genk) : “Hij speelt niet als een mandekker, maar probeert veel positioneel op te lossen. Hij is stevig in de duels, maar ook fair. Hij probeert je de bal op een propere manier afhandig te maken. Als je één tegen één op hem afgaat, weet je dat het moeilijk wordt. Maar daarom niet onmogelijk. Volgens mij zou hij nog beter tot zijn recht komen als verdedigende middenvelder. Door zijn infiltraties en zijn goede afstandschot. Hij kan echt heel goed voetballen.

“We hebben nog niet echt vaak tegen elkaar gespeeld, maar ik denk dat zijn persoonlijkheid, zowel op als naast het veld, zijn grootste kwaliteit is. Hij blijft met beide voeten op de grond. De mensen zijn hem anders gaan bekijken, maar ik heb de indruk dat hij daar goed mee omgaat. En zijn fysiek is natuurlijk indrukwekkend. Ik denk dat hij perfect weet waaraan hij nog moet werken. Zijn kopspel moet, net als bij mij trouwens, nog veel beter. In het positie kiezen wordt hij al stilaan beter. Dat komt met de automatismen en daarvoor zijn Tihinen en Vanderhaeghe voor hem ideaal, denk ik. Zij sturen hem. Dat heeft hij in het begin van het seizoen waarschijnlijk gemist.

“Volgens mij is Vincent klaar voor de Europese top. Als je alles speelt met de nationale ploeg en met Anderlecht de Champions League, denk ik dat je alleen nog vooruitgang kunt boeken in het buitenland. Hij zal er zelf ook wel naar snakken om elke week op Champions-Leagueniveau te acteren. Ik heb het zelf ook gespeeld en ik weet : dat wil je elk jaar meemaken. Het maakt je alleen maar sterker. Vincent kan bij een topclub nog veel opsteken van andere centrale verdedigers, met wie hij de concurrentie zal moeten aangaan. Want concurrentie, dat heeft hij niet bij Anderlecht. Misschien dat hij niet elke week zal spelen, maar die clubs haspelen zoveel wedstrijden af dat je weet dat je door het rotatiesysteem automatisch je wedstrijden speelt. Ik denk zelfs dat dit nog beter is voor hem, dat ze hem rustig laten rijpen en de tijd geven zich aan te passen, in plaats van dat ze hem direct voor de leeuwen gooien. Als hij dat allemaal goed oppakt, en zo zit hij wel in mekaar, wordt het een hele grote. Ik denk dat het er alleen positief uitziet als hij nu vertrekt.”

4. Moussa Sanogo (Beveren) : “Hij is zeker een van de beste verdedigers in België. Had ik hem in mijn ploeg, ik zou me op mijn gemak voelen, quoi. Hij is technisch sterk en dat zie je niet vaak bij een verdediger. Fysiek sterk ook en erg strijdlustig. Snel op lange ballen. Dribbelt goed. Ik zou niet weten wat er nog aan mankeert. Hij heeft alles, al vergeet hij wel eens dat hij een verdediger is. Dat ik twee keer scoorde tegen Anderlecht, lag zeker niet alleen aan hem. De hele verdediging ging toen in de fout.

“Zijn reputatie is misschien een beetje snel gekomen. De kranten staan vol over hem. Ik hoop dat het niet naar zijn hoofd stijgt en dat hij nederig blijft. Niet iedereen heeft het daar gemakkelijk mee. Maar alleen als dat hem lukt, zal hij slagen.”

5. Kristof Snelders (FC Brussels) : “Kompany is behalve een sympathieke kerel een heel complete voetballer. Hij is snel en wendbaar en gezien zijn lengte is dat verrassend. Meestal zijn grote verdedigers krachtig, maar missen ze snelheid. Hij niet. Hij kopt ook heel goed, speelt de bal goed in en heeft, ondanks zijn leeftijd, veel maturiteit. Het is verbazend hoeveel leiderskwaliteiten hij uitstraalt. Ik vind niet dat hij speelt als een achttien-, negentienjarige. Toen ik zo oud was, had ik dat bijlange niet. Niet vergeten ook dat hij in een grote ploeg speelt, met spelers die toch al wat bewezen hebben.

“Kompany behoort tot de categorie verdedigers waartegen je het als spits heel moeilijk hebt. Van sommige verdedigers ken je de beperkingen, maar bij hem vind je er geen. In de diepte ondervindt hij meestal geen problemen en in de duels is hij heel sterk. Je kunt hem moeilijk verrassen. Je moet echt op de tippen van je tenen lopen om een goede wedstrijd tegen hem te spelen. Toch scoorde ik vorig jaar met GBA tegen Anderlecht. Klein foutje van Kompany was dat. De bal kwam van de zijkant, hij miste hem en ik verscheen alleen voor Peersman. Iedereen maakt fouten, zelfs de beste verdedigers in de Champions League.

“Volgens mij rijpt hij best nog twee, drie jaar bij Anderlecht. Kwestie van nog meer ervaring op te doen. Op deze leeftijd zou ik die stap hoger nog niet zetten. Hoeveel jongens van negentien spelen er in een eerste ploeg ? En Anderlecht is toch geen slechte ploeg. Hij kan er altijd spelen en dat is ook belangrijk. Hij moet leren om ook in een kleine competitie altijd scherp te blijven.”

6. Marcin Zewlakow (Moeskroen) : “Hij verliest geen duels van man tegen man. Dat is al veel, want een aanvaller steekt dat in zijn hoofd, wat dan weer invloed heeft op zijn spel. Bovendien weet Vincent hoe hij zijn lichaam moet zetten en is hij, door zijn lichaamsbouw, goed met het hoofd. Hij zal ook nooit komen janken na een duel. Hij weet dat het deel uitmaakt van het spel. Il accepte. Een correcte speler dus. Geen snob. Maar ook een creatieve speler, waardoor de aanvallers ook achter hem moeten aanlopen. Kompany houdt niet alleen zijn man, hij lanceert ook de tegenaanval en heeft geen schrik om mee de ruimte in te duiken. Het is niet iemand die de bal recupereert, hem simpel inlevert bij de dichtstbij staande ploegmaat en zegt : klaar ! Nee, hij neemt zijn verantwoordelijkheid op.

“Zoals vaak bij creatieve spelers vergeet hij soms wel eens te verdedigen. Ik vind dat niet abnormaal voor iemand die zich ook offensief uitleeft. Ik denk dat je toch vooral naar zijn kwaliteiten moet kijken, meer dan naar zijn gebreken. Hij is nog jong. Met twee, drie jaar ervaring erbij zal hij een complete verdediger zijn. Nu al doet hij me denken aan Laurent Blanc. Dat was ook een verdediger die niet alleen maar verdedigde, maar zelfs scoorde, zoals Vincent onlangs ook deed tegen Standard. Ik ben trouwens van mening dat hij zich als verdedigende middenvelder prima uit de slag zou trekken. Volgens mij is hij een van die spelers die een trainer als eerste op zijn blad zet wanneer hij zijn ploeg maakt.”

7. Rune Lange (Club Brugge) : “Hij is vooral een slimme speler. Iemand die een situatie goed kan inschatten. En hij is fysiek en technisch goed. Moeilijk te zeggen wie de moeilijkste verdediger is om tegen te spelen, maar hij is er zeker één van. Om zich verder te ontwikkelen en een betere speler te worden moet hij een nieuwe uitdaging zoeken. Hij is daar klaar voor, denk ik. Bij Anderlecht maakte hij alles mee. Als hij nog tekortkomingen heeft, kan hij daar beter elders aan werken. In een nieuwe omgeving zal hij zich automatisch meer concentreren. Dat zal hem beter maken. Maar bij een jonge speler is het ook belangrijk dat je aan zijn sterke punten blijft werken. Je mag niet alleen focussen op waar hij niét goed in is.”

8. David Paas (Westerlo) : “Kompany is een ontzettend mooie sportman. Niet iemand die je met een tackle in tweeën stampt. Geen irritante verdediger die duwt en trekt, maar iemand die je het gevoel geeft dat hij elke situatie meester is. Zoekt altijd naar een voetballende oplossing, heeft infiltratiekracht, is sterk aan de bal. Qua uitstraling doet hij me denken aan de jonge Paul Okon. Twee sierlijke voetballers, altijd zelfverzekerd, niet van de bal te zetten.

“Het enige waarin hij nog moet groeien, is leiderschap. Door een gebrek aan ervaring en een stuk speelsheid dat nog in hem zit, laat hij soms steken vallen. Dan laat hij zijn man lopen of dekt hij niet mee. Hij houdt nog niet vierendertig wedstrijden lang hetzelfde niveau aan. Vergelijk het aantal doelpunten dat Anderlecht binnenkreeg met de tegendoelpunten van Club Brugge. Daarmee is veel gezegd. Sommigen vinden dat het een minpunt is. Dat is het inderdaad, maar kijk naar zijn leeftijd en je weet dat hij alleen nog kan groeien.

“De enige conclusie is dus dat hij voor zijn leeftijd ontzettend ver staat. Als hij het spelletje iets serieuzer zal opnemen, denk ik dat hij het topniveau aankan. En eens hij daar klaar voor is, zal het sneller vooruitgaan met hem. Want dan zal hij tegen voetballers spelen die ook op hun klasse terugvallen. En dan komt hij onder druk te staan. Daarom ook precies heeft hij nood aan wedstrijden op hoog niveau. Omdat je ziet dat zijn concentratie en motivatie dan net iets groter zijn. Hij moet dus zo snel mogelijk naar een grote competitie om zich verder te ontwikkelen. Maar dan dient hij ook anders te spelen. Anders staat hij stil, zelfs al is het bij Barcelona.”

9. Nenad Jestrovic (Anderlecht) : “Vincent heeft een voor zijn leeftijd erg krachtig lichaam. Zijn lange benen maken hem vooral bijzonder sterk in de balrecuperatie. Volgens mij zijn er weinig spelers in de wereld met zo’n balrecuperatie. De meeste verdedigers geven de bal direct af aan de middenvelders. Hij niet. Met zijn kwaliteiten mag je hem nu al vergelijken met Nesta of Stam, grote centrale verdedigers in grote clubs. Ik heb altijd gezegd dat hij me aan Desailly doet denken. Alleen moet hij werken aan zijn kopspel en aan zijn relance de balle. Maar technisch en één tegen één denk ik niet dat er iemand zo sterk is als Vincent. Echt niet.

“Ik ben zeker dat hij bij de grote clubs mee kan. Maar of hij beter blijft of vertrekt, daar kan ik me niet over uitlaten. Zeker is dat als hij in het buitenland op de bank moet zitten, hij zijn tijd verliest. Omdat je in het buitenland sterker moet zijn dan de eigen spelers, moet je er mentaal ook rijp voor zijn. Hij is slechts negentien, maar met dat lichaam lijkt het soms wel of hij is zevenentwintig. Positief is alvast dat hij weet wat hij zegt en niet te veel dommigheden uitkraamt. Maar hij moet zeker nog rijper worden, want soms windt hij zich te gemakkelijk op. ( Grijnst.) Wij, voetballers, zijn allemaal een beetje nerveus, weet je.

“Ik denk niet dat Vincent iemand is tegen wie je als aanvaller graag speelt. Niet dat ik schrik van hem heb, maar ik ben toch blij dat hij er op 4 juni tegen Servië niet bij is. En geloof maar niet dat ik zomaar wat complimenten geef. Ze zijn oprecht.”

door Jan Hauspie

‘Zelfs al maakt hij fouten : we moeten hem aanmoedigen.’ (Nordin Jbari)

‘Ik denk niet dat er ergens een verdediger technisch en één tegen één zo sterk is als Vincent.’ (Nenad Jestrovic)

‘Het is verbazend hoeveel leiderskwaliteiten hij uitstraalt.’ (Kristof Snelders)

‘Je mag niet alleen focussen op waar hij niét goed in is.’ (Rune Lange)