Ooit was Club Brugge een bolwerk van vriendschap en solidariteit. Legendarisch waren de maandagavonden waarop spelers supportersclubs gingen bezoeken, een gebeurtenis die wel eens wilde uitlopen. Het zorgde in de groep voor een gevoel van eendracht. Naar de ziel van een vereniging die niet wilde koketteren met uiterlijk vertoon. Voetballers die zich boven de anderen verheven voelden, werden meteen door de groep zelf tot de orde geroepen. Club Brugge werd gedragen door een groot corrigerend vermogen. Zo kon het bijvoorbeeld gebeuren dat een trainer die niet echt de discipline predikte, Henk Houwaart, vijf jaar overeind bleef en erg succesrijk was. Als er problemen sudderden, dan werden die intern aangepakt voor het tot een explosie kon komen.
Van die onwrikbare mentaliteit is er nauwelijks iets overgebleven. Afgelopen zaterdag zei Nabil Dirar in een interview dat hij in zijn spel wordt geremd omdat bepaalde ploegmaats hem op de huid zitten. Jacky Mathijssen probeerde een en ander te relativeren, al erkende hij niet gezien te hebben dat er een probleem is. In die zin, zei hij na de match tegen Tubeke, had de pers hem een cadeau gegeven. Dat is een vreemde uitspraak van een trainer die altijd de indruk geeft alles onder controle te hebben. Het typeert de situatie waarin Club Brugge is verzeild geraakt.
Ooit was blauw-zwart een club die nieuwe spelers karakterieel grondig doorlichtte. Toen er de afgelopen jaren op dat vlak een en ander scheef groeide, greep manager Luc Devroe in. Hij zuiverde de kern. Nu haalt Club Brugge met Mohamed Dahmane een voetballer in huis die overal waar hij neerstreek als een lastpost wordt aangezien. Dat de Franse Algerijn kan voetballen, daar is iedereen het over eens. Jacky Mathijssen wilde hem destijds al naar Sporting Charleroi halen. Nu kan de trainer bewijzen dat hij psychologisch sterk genoeg is om deze rumoerige spits in het gareel te krijgen.
Dat zal veel mentale kracht vragen, zeker in een periode dat Mathijssen onder een verpletterende druk staat. Dat Club Brugge met Dahmane een risico aangaat, past in ieder geval niet bij het imago van deze vereniging die zo lang werd geleid door een gezonde koopmanskunst.
Maar veel meer dan om visie ging het in deze periode van wintertransfers om opportuniteiten. Uit een onderzoek dat dit blad verrichtte (zie p. 30) blijkt dat meer dan de helft van de wintertransfers na zes maanden alweer zijn verdwenen. Ruim de helft van hen voldoet niet. Er wordt veel geld weggegooid. Paniek bepaalt steeds weer het beleid. Vorig seizoen deden FC Brussels en STVV de meeste transfers, beide clubs degradeerden. Kampioen Standard contracteerde niemand.
Veel inzicht bleek er vorig seizoen ook op het vlak van zomertransfers niet te zijn. Voor de campagne 2007/08 hadden de achttien eersteklassers op het moment dat de competitie begon precies 117 spelers aangetrokken. Twaalf maanden later waren er alweer 60 van hen vertrokken. Dat is bijna 52 procent. Wat betekent dat één op de twee transfers – in het algemeen – mislukt.
Niettemin kwam het ook nu weer tot een groot winteroffensief, dat maandagnacht ten einde liep. En waar sommige verenigingen heel veel van verhopen. RC Genk bijvoorbeeld, waar Tom De Mul naar eerherstel zoekt en Stein Huysegems opnieuw wil spetteren. En AA Gent, de enige ploeg die in iedere wedstrijd scoorde, dat na de winterstop duidelijk meer balans vertoont.
In de strijd om de titel kan AA Gent zowaar als scherprechter fungeren. Het speelt op de laatste match van het seizoen thuis tegen Standard. Daar hakte Laszlo Bölöni, onder meer na een incident tussen MilanJovanovic en Dieumerci Mbokani, na de 3-0-zege tegen Roeselare enkele ondermaats presterende spelers in de pan. Persoonlijke ambities doen het groepsgevoel steeds meer afbrokkelen. Voetballers zijn uitgegroeid tot voorbijgangers, verblind door het geld en gek gemaakt door managers die met tal van aanbiedingen zwaaien. Het is voor een trainer steeds moeilijker om die ego’s ondergeschikt te maken aan het collectief. S
door JACQUES SYS
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier