Morgen voetbalt Anderlecht in Noord-Holland tegen AZ. Drie jaar geleden stond de club uit de kaasstad aan de rand van de afgrond, vandaag is AZ weer springlevend.
Yes!“, roept de dienster in Hotel De Palatijn in Alkmaar wanneer ze die ochtend door het raam kijkt. Terwijl de zon nog schijnt, dwarrelen de eerste sneeuwvlokken uit de lucht.
Een uur later ligt Alkmaar onder een sneeuwtapijt. Het Noord-Hollandse stadje met zijn 94.000 inwoners ziet er, met zijn dichtgevroren kanalen, houten bruggetjes en mooie Hollandse huisjes, uit als een postkaart.
Net buiten het stadscentrum ligt het AFAS-Stadion, genoemd naar de huidige shirtsponsor van AZ. Het is het eerste gebouw dat de bezoeker te zien krijgt wanneer hij langs de snelweg komende van Amsterdam vanuit het westen de stad binnenrijdt. Sinds augustus 2006 werkt AZ hier zijn thuiswedstrijden af in wat tot twee jaar geleden het DSB-stadion heette, genoemd naar de Dick Scheringa Bank, tevens eigenaar van het stadion. Na het failliet van die bank in oktober 2009 moest er een andere naam gezocht worden. De publieke opinie wilde ‘Victoriestadion’, verwijzend naar de landstitel in 2009, maar ook naar het verleden van de stad. Bij de opstand tegen de Spaanse bezetter was Alkmaar in 1593 de eerste stad die het beleg van de bezetter wist te weerstaan. Alkmaar was hét keerpunt in de strijd die zou leiden tot de onafhankelijkheid van de Verenigde Nederlandse Provinciën, het huidige Nederland. Uit dank kreeg de stad in 1582 het waagrecht in eigendom, het recht om kaas te wegen op de kaasmarkt.
Op de plek van het vroegere stadion, de Alkmaarder Hout, waar de eerste landstitel in 1981 werd behaald, staan nu luxeappartementen. Hier voetbalde het elftal van flankverdediger Hugo Hovenkamp en dirigent Jan Peters, met topschutter Kees Kist, de man met de lange blonde manen, die in 1979 Europees topschutter werd. Voor de aanvoer kon Kist rekenen op de Deense middenvelder Kristen Nygaard. De dochter van een van de eigenaars van het grote AZ, de gebroeders Molenaar, was zo verzot op de Deen dat haar vader een lucratieve verkoop een paar keer uitstelde. Kort voor de afbraak zinderde de Alkmaarder Hout nog eens toen in april 2005 de thuisclub pas in de laatste minuut van de halve finale van de UEFA Cup werd gestopt door Sporting Club de Portugal. In de Alkmaarder Hout was het dat lachend het verhaal werd verteld van Stein Huysegems. Bij het verlaten van de kantine vroeg de van Lierse overgekomen speler op een dag nietsvermoedend of niemand “zijn zak” had gezien. Huysegems had geen idee dat men in Noord-Holland met ‘zak’ iets anders bedoelde. Tot het misverstand na hard gelach opgelost werd: “O, bedoel je je voetbaltas?”
Dat soort mijmeringen vervaagt: de praktische Hollandse zakengeest heeft becijferd dat de verhuis de club flink wat profijt heeft gebracht. De oude Alkmaarder Hout bood slechts plaats aan een kleine 9000 toeschouwers, het nieuwe stadion heeft 17.000 comfortabele overdekte zitplaatsen. In één jaar tijd verdrievoudigde het gemiddelde aantal toeschouwers na de verhuis van 5400 naar 15.800. Hoewel AZ de voorbije jaren onder toezicht van curatoren staat en qua budget flink moest inleveren, zit het stadion voor elke competitiewedstrijd vol. Er is een wachtlijst voor abonnees, ook het businessgedeelte is uitverkocht. Alleen voor bekervoetbal (Europees en nationaal) gaan de loketten nog eens open.
Topsportklimaat
Op vrijdag is het tijd voor het wekelijks perspraatje met de trainer. Of Gertjan Verbeek tijd heeft voor de vragen van de buitenlandse reporter? “Dat hangt ervan af hoe zijn pet staat”, zegt woordvoerder Daan Schipper geheimzinnig. Verbeek, als speler een hardwerkende linksback, doet het als trainer goed bij AZ, en overstijgt het cliché dat hij alleen van krachtvoetbal houdt. Toen de spelers vernamen dat hij de nieuwe trainer zou worden, ging er een spontaan push-ups uitvoeren op één arm, grijnzend: “Ik zal alvast een goeie indruk maken op hem.”
Om halftwaalf zijn zes scribenten in de perszaal opgedaagd voor het perspraatje van de trainer. Verbeeck geeft namelijk géén een-op-een-interviews en gaat ook niet in tv-praatprogramma’s zitten. Waarom hij een dag eerder zijn nog lopend contract tot 2015 verlengde, wil hij na een korte aarzeling toelichten. Wat hem zo bevalt aan AZ, zegt hij, is “het topsportklimaat, de stabiliteit die hier heerst ondanks de rumoerige afgelopen jaren, de samenwerking met de directie. Ik houd van de filosofie die deze club hanteert: eigen jeugd een kans geven, jonge spelers scouten in de nabijheid, niet meer in de exotische landen. Dit anderhalf jaar is een bevestiging van de gesprekken die ik bij mijn aantreden had met de beleidsbepalers. Wat ze me toen hebben voorgehouden, daar hebben ze zich ook aan gehouden. Er was toen sprake van dat sportief directeur Marcel Brands naar PSV zou gaan, maar ze gaven wel aan dat ze geen vervanger zouden halen met wie ik het niet zag zitten. Dat vond ik wel een mooi gebaar naar iemand die nog niet eens in dienst was.”
Verbeeks voetbalfilosofie is simpel: “Wat ik wil zien, is goed positiespel, een fysiek fitte ploeg die bij balbezit en balverlies het tempo wil bepalen. Ik wil altijd zelf het spel maken, het is niet onze intentie om diep in te zakken en dan pas snel om te schakelen.” Zijn elftal heeft hem dit seizoen in positieve zin verrast. “We zijn voor het tweede opeenvolgende seizoen heel wat spelers kwijtgeraakt, die zijn alleen maar vervangen door onervaren jongens. Desondanks hebben we er een goeie eerste seizoenshelft op zitten. Het doel voor dit seizoen was top vijf. Dus doen we het boven verwachting goed.”
Hij weet dat AZ zijn betere spelers niet kan houden, daar doet hij ook niet moeilijk over: “Alleen moeten er niet te veel ineens weggaan.” Dan is hij toch een makkelijke trainer voor een bestuur? Verbeek grijnst: “Nou, dat denk ik niet. Sommige mensen vinden mij eigenwijs, maar ik vind dat een positieve eigenschap. Ik heb wel een duidelijk omlijnde mening, maar ik zeur nooit over spelers. Ik ben ook maar een passant. De afspraak is dat er nooit een speler komt die ik niet zie zitten, maar ook geen die zij – de directie – niet zien zitten, want als ik dan wegga, zitten zij met een ongewenste speler. Op basis van argumenten wordt hier een beslissing genomen. De directie moet doen wat het beste is voor de club, en de club is niet van mij.”
Grand Café Van Gaal
De afspraak met algemeen directeur Toon Gerbrands vindt plaats op de eerste verdieping recht tegenover de fanshop, in het Grand Café Van Gaal, de prachtige brasserie genoemd naar de trainer die AZ in 2009 zijn tweede landstitel schonk. Er is zelfs een zithoek ‘Van Gaal’ met zes stoelen rond de tafel. Eén stoel heeft op de achterkant een naambordje. Als Louis van Gaal niet welkom is op Ajax, wacht hem hier zijn eigen stoel!
De medewerkers die uit de AZ-kantoren naar het Grand Café Van Gaal komen, rillen. Buiten is het bijtend koud, en alle energie in huis is nodig voor de veldverwarming. Dus gaat de temperatuur in huis een paar graden lager, en wordt iedereen gesommeerd warmere kledij aan te trekken. Een professionele voetbalclub heeft in de eerste plaats een goed veld nodig waarop gevoetbald kan worden. Of niet?
Algemeen directeur Toon Gerbrands geeft niet vaak interviews: een tip van VI-directeur Johan Derksen, bij wie hij op de koffie ging om raad te vragen toen hij in het voetbal stapte. “Derksen zei: ‘Je zal in het conservatieve voetbalwereldje altijd een man blijven die uit het volleybal komt.’ Voetbal heeft last van xenofobie: angst voor vreemden. Vier jaar lang heb ik geen enkel interview gegeven. Nooit zat ik in een praatprogramma. Voor een buitenlands blad wil ik wel een uitzondering maken.” Gerbrands was Nederlands bondscoach volleybal en kent in België vooral Roeselare en Maaseik. “Maar van het volleybal kon ik niet leven. Dus moest ik er altijd een baan bijnemen, waar ik ook niet voluit kon gaan, want die mocht me nooit meer dan 30 uur per week in beslag nemen, omdat er nog eens 20 uur volley bij kwamen.”
De algemeen directeur is de rode draad doorheen het AZ van de laatste tien jaar. Alle andere beleidsmakers zijn weg. Gerbrands wijst op een nostalgische zwart-witfoto in de Brasserie, eentje van de krakkemikkige accommodatie in het oude stadion: “Daar ben ik begonnen, in een caravan. Louis van Gaal zat ook in zo’n caravan. In de winter zaten we bij zo’n klein ouderwets kacheltje. In de zomer ging je er kapot van de warmte. Maar Van Gaal tilde daar niet zwaar aan. Hij zei altijd: ‘In het voetbal zijn maar drie zaken belangrijk: een goed veld, een goeie bal en goeie spelers. De rest is bijzaak.'”
In het voetbal belandde Gerbrands per toeval. Op oudejaarsdag 2001 ontmoette hij Dick Scheringa bij een radioprogramma. “Ik zei hem: ‘Jij doet zo veel dingen! Hoe zit dat met je timemanagement?’ Hij gaf me zijn kaartje en zei: ‘Kom maar eens langs.’ Dus zijn we eens gaan praten. Twee jaar later kreeg ik een telefoontje van hem. Of ik niet wilde meewerken aan zijn schaatsteam? In geen tijd zat ik bij AZ, toen een bescheiden middenmoter in de Eredivisie.” Toen Scheringa Gerbrands trots voorspelde dat AZ gauw Champions League zou spelen, merkte de nieuwbakken algemeen directeur nuchter op: “Zouden we eerst niet zorgen dat we niet degraderen?”
Bank failliet
Begin oktober 2009 – drie maanden na het behalen van de landstitel en in volle Champions Leaguecampagne – werd bekendgemaakt dat de Dick Scheringa Bank, een van de speeltjes van de AZ-voorzitter, in slechte papieren zat en niet meer gered kon worden. Er braken woelige tijden aan voor Gerbrands en co.
“Onze hoofdsponsor en de voorzitter vielen weg, er kwam een curator in de plaats die de club kon verkopen. In die sfeer hebben we een jaar gewerkt. Dat was toen we tegen Standard speelden en we Belgisch bondscoach Dick Advocaat haalden als interim-coach, nadat Ronald Koeman ontslagen was. In die periode wisten we niet of we het einde van het jaar zouden halen.” Na een jaar werd duidelijk dat de curator geen koper had gevonden. Verder was het onduidelijk wat er met de club zou gebeuren. “Toen hebben we aan de curatoren gevraagd wat ze van plan waren, want de deadline voor het verkrijgen van de licentie naderde, en de KNVB wilde van ons garanties. Zonder licentie was de club ook niet veel meer waard. Vergeet niet: AZ was niet failliet, het was de hoofdsponsor die failliet ging. Toen beslisten de curatoren ons de aandelen terug te geven voor één symbolische euro.” Daar waren wel drie voorwaarden aan gekoppeld: “Op elke uitgaande transfer moest twintig procent van het bekomen geld opnieuw geïnvesteerd worden. Verder moest de salarislast met veertig procent omlaag. Daarvoor verdiende een speler bij AZ gemiddeld 500.000 euro per jaar. Op die manier verschoof bij onze scouting het accent, want een niet-EU-speler moet minimaal 530.000 euro per jaar verdienen. Dus trekken we nu niet meer naar Zuid-Amerika, maar naar Scandinavië en België en geven we de eigen jeugd een kans. Onze jeugdopleiding heeft in heel Nederland de hoogste quotering gekregen. Dit seizoen kregen al vijf jeugdspelers een kans. Om dat proces te begeleiden zochten we een trainer die ‘ontwikkelen’ als belangrijkste punt in zijn bagage meebracht. Zo zijn we bij Gertjan Verbeek terechtgekomen. Eerst hebben we met hem drie gesprekken van telkens vier uur gevoerd. Ik kan dat iedereen aanraden. Later hebben we, in samenspraak met Verbeek, een nieuwe technisch directeur gehaald: Earnie Stewart.”
Zag hij het faillissement als algemeen directeur echt niet aankomen? Nee, zegt Gerbrands: “Wie dacht drie jaar geleden dat een bank failliet kon gaan? Scheringa heeft AZ zestien jaar lang goed gerund. Binnen de muren van AZ heeft hij het goed gedaan.” Zelf bleef Gerbrands als enige aan boord, ondanks aanbiedingen van Heerenveen en de Nederlandse olympische bond. “Mijn drijfveer is: mezelf ontwikkelen. Zolang er uitdagingen zijn, ben ik op mijn best. En ik ben hier toch verantwoordelijk voor tachtig werknemers.”
Sinds het vertrek van Scheringa heeft AZ flink wat talent zien vertrekken: eerst Sébastien Pocognoli, later Moussa Dembélé, Mounir El Hamdaoui en zo veel anderen. Vorige maand nog werd de Zweedse middenvelder Pontus Wernbloom verkocht aan CSKA Moskou voor drie miljoen euro. Daardoor is Maarten Martens zo ongeveer de enige overgebleven speler met een ouderwets contract. Dat de elftalposter jaarlijks op zes tot acht plaatsen verandert, hoort erbij, zegt Gerbrands. “Wij zijn en blijven een opleidende club, maar dan wel een met ambitie.”
Geen subsidies
Het bijna-failliet heeft wel het budget van AZ verkleind – van 35 miljoen euro in het kampioensjaar naar 25 miljoen euro nu – maar niet de Alkmaarse marktpositie. “Omdat onze concurrenten als Groningen en Heerenveen ook niet meer betalen. Met een budget van 25 miljoen mag je in de Eredivisie op een plaats bij de eerste vijf mikken.”
Om dat budget rond te krijgen vond AZ zes nieuwe investeerders die elk één miljoen euro wilden inbrengen, en nog een paar kleinere, zodat in totaal acht miljoen euro extra beschikbaar werd. Die investeerders kochten ook het stadion. Aan hen betaalt AZ een lagere huur dan het tevoren aan de DSB-bank betaalde. De investeerders kwamen uit de eigen regio, zegt Herbrands. “Sterker nog: ze zaten hier gewoon op de tribune, maar omdat Dick Scheringa alles zelf deed, voelden ze er niets voor om mee in die boot te stappen. Nu zijn we plots een club met een sterke lokale verankering. Qua sponsorinkomsten scoren we nu hoger dan onder Dick Scheringa.”
De stad is niet tussenbeide gekomen. Alkmaar heeft nooit een cent in AZ gestopt, en doet dat nu ook niet. Dus werd met de curatoren afgesproken om een afbetalingsplan uit te voeren. Van de veertien miljoen die AZ nog aan de DSB-bank moest, werden er tien miljoen kwijtgescholden. De resterende vier moesten in vijf jaar betaald worden. Tot zo lang zit een commissaris van de curatoren mee in het bestuur. Anderhalf jaar later zit AZ bij de sanering meer dan op schema. “Nog even en de afbetalingen zijn voorbij”, zegt Gerbrands tevreden.
Ondanks de sanering en het bijna-failliet is de filosofie van AZ ongewijzigd gebleven, benadrukt Gerbrands. “AZ wil op elke functie altijd de beste hebben. Na het vertrek van Adriaanse destijds was de vraag: ‘Wie is na Adriaanse de beste trainer in Nederland?’ Dat was Louis van Gaal, van wie iedereen meteen riep dat hij na Camp Nou en Ajax wel niet naar dat oude stadion van AZ zou willen komen. Dus stelde ik voor: ‘Weet je wat? Laten we hem gewoon bellen en het hem vragen!’ En wat gebeurde er? Hij nam op en zei: ‘Ik had een voorgevoel dat jullie, ambitieuze club zijnde, wel bij mij uit zouden komen.’ Van Gaal is hier vijf jaar geweest!”
DOOR GEERT FOUTRÉ
“Van Gaal zei altijd: ‘In het voetbal zijn maar drie zaken belangrijk: een goed veld, een goeie bal en goeie spelers. De rest is bijzaak. ‘” Toon Gerbrands”AZ wil op elke functie altijd de beste hebben.” Toon Gerbrands
“Onze jeugdopleiding heeft in heel Nederland de hoogste quotering gekregen.” Toon Gerbrands
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier