door Kristof De Ryck

Het thuisvoordeel in het volleybal is niet alleen belangrijk met het oog op de zaal of de achterban, maar ook en vooral qua ballen waarmee gespeeld wordt. Clubs bepalen nog altijd zelf welk merk ze gebruiken. Roeselare opteert voor Mikasa, Maaseik voor Gala. Op bezoek gaan bij de rivaal betekent je aanpassen aan een ander soort bal.

Vanuit de spelersvakbond en de sportieve cel van de Liga kwam de vraag of er niet overal met één merk gespeeld kan worden. Ligavoorzitter Frank Smets: “Een West-Vlaamse verdeler van Mikasaballen nam contact op met Mikasa Europe. Dat bedrijf wilde de Belgische competitie bedienen. Waarschijnlijk vroeg een Limburgse firma die zowel Mikasa als Gala levert vervolgens aan die eerste verdeler of ze de markt konden opsplitsen.” Als de deal doorging, zouden bij de tien Ligaclubs naast de eerste ploeg ook telkens alle andere teams met Mikasaballen spelen. En dus was er geld te rapen, want alleen de ballen voor de eerste ploeg worden in dat geval gesponsord.

“De eerste antwoordde vermoedelijk: ‘Ik regelde de zaak en ga nu niet de helft van de markt afgeven.’ Waarop de tweede waarschijnlijk concludeerde: ‘Ik laat mij niet doen en promoot mijn Galaballen bij een paar clubs en doe die een aanbod dat ze niet kunnen weigeren.’ Zo zijn Asse-Lennik en Maaseik overtuigd.”

Handig is het niet, ook niet voor een club als Maaseik. In Europa wordt met Mikasa gespeeld – dat is verplicht – en als dan ook nog eens het merendeel van de tegenstanders in de Liga met dat merk volleybalt, moeten de Limburgers zowat elke week met Mikasaballen trainen.

Frank Smets: “In hun hart zijn álle ploegen vragende partij om met dezelfde bal te spelen. Maar dan komt de vraag: met welke?

“Ik heb respect voor de beslissingen van managers – die moeten het beste bod aannemen. Maar ik ben ontgoocheld omdat geen open kaart gespeeld is. Als men naar mij was gekomen en gezegd had: ‘Hier is ons contract met die sponsor, doe jij beter?’, was dat mogelijk een oplossing geweest. Daarmee hadden we naar Mikasa kunnen gaan. Misschien is dat een gebrek aan vertrouwen in de Ligavoorzitter. ‘We zullen onze eigen boontjes maar doppen, want wie weet wat komt er van de andere kant.’ Een superkans is nu weg.”

Waarom legt de Liga niet één merk op?

“Omdat de Liga – de tien ploegen dus – geen juridische kracht heeft. Die doet voorstellen en als die gezond zijn, bekrachtigt de raad van bestuur van de volleybalbond ze.”

Waarom stelt de Liga dit gezond idee dan niet voor?

“Als Ligavoorzitter moet je met de tien clubs rekening houden. Asse-Lennik en Maaseik hebben intussen een contract en zouden door zo’n voorstel in moeilijkheden komen. Ik ben de laatste om heibel te zoeken. Alles wat we met de Liga al bereikten, ging via overleg. We proberen voorstellen te maken waarin iedereen zich kan vinden. Ik ambieer niet het imago van politieman. Zoiets verplichten ligt niet in de aard van de Liga. De beslissingen worden niet door de voorzitter, maar door de teams genomen. Ik voer gewoon uit.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier