Jan Bakelants (22) maakt vanavond op het gala van De Kristallen Fiets een serieuze kans om verkozen te worden als Beste Jongere van 2008. Het talent uit Olen demonstreerde bij de beloften, met eindwinst in de Ronde van de Toekomst als hoogtepunt.
Hoe ik het heb geflikt? Door gewoon wat harder te duwen dan de rest, zeker?” Het is Jan Bakelants ten voeten uit wanneer hij door Sporzareporter Chris Picavet in september werd aangesproken op zijn prestigieuze eindzege in de Ronde van de Toekomst. Daarmee was Bakelants de derde landgenoot, 31 jaar na Eddy Schepers en 18 jaar na Johan Bruyneel, die erin slaagde de Tour de l’Avenir op zijn palmares te schrijven. Bakelants had het niet op een diefje gedaan. Zijn demonstratie in de vijfde rit naar Carmaux, na een solo van 70 km, was weergaloos. “Het strafste wat ik van Jan ooit heb gezien”, geniet beloftecoach Jean-Pierre Dubois nu nog na. Het was niet het enige staaltje van Bakelants kunnen dat de wielerwereld mocht aanschouwen. Hij begon uitermate sterk aan 2008 met winst in Brussel-Opwijk en sindsdien is het niet meer stilgevallen: winst in het Circuit des Ardennes, Luik-Bastenaken-Luik, rit en eindzege in de Tryptique Ardennais, Ardense Pijl, 2 ritten en eindzege in de Ronde van Luik.
Luik-Bastenaken-Luik voor beloften was Bakelants seizoensdoel en hij maakte het waar met het machtsvertoon dat hem stilaan typeert. “Al na vijf kilometer was hij vertrokken met een klein groepje. We zagen hem niet meer terug”, blikt Jan Ghyselinck, Bakelants ploegmaat bij het belofteteam Beveren 2000, terug. “Bakelants is gene geweunen. Ik kan het weten, ik zat bij het groepje achtervolgers.” Een mening die gedeeld wordt door Freddy De Geest, die sinds jaar en dag het jeugdwielrennen volgt voor Het Nieuwsblad. “In de Ardense Pijl zag ik Bakelants demarreren tot hij de verzamelde Franse selectie uit zijn wiel had gekletst. Straffe kost. Ik vergelijk hem met de beste Jurgen Van Goolen bij de beloften. Het zou me verwonderen indien Bakelants het niet zou gaan maken als prof. Maar of hij even snel en vlot als een Greg Van Avermaet furore zal maken, is de vraag. Bakelants zit in hetzelfde schuitje als Francis De Greef ( dit jaar neoprof bij Silence-Lotto, nvdr). Het zijn twee renners met aanleg voor het zware Ardense werk. Geef hen nog wat tijd.”
Bio-ingenieur
Jan Bakelants was als jeugdrenner heel goed, al stak hij er nooit met kop en schouders boven uit. Als tweedejaars-junior sukkelde hij met een polsblessure, als eerstejaars- belofte gooide klierkoorts roet in het eten. Die confrontatie met de harde realiteit bewoog hem ertoe voortaan te wedden op twee paarden: het wielrennen én universitaire studies. Een combinatie die niet altijd even makkelijk bleek. Maar talent komt hoe dan ook bovendrijven. Al hadden weinigen verwacht dat hij in 2008 zo’n reuzensprong in de benen had. “Hij heeft ook mij verbaasd”, aldus Paul Van Den Bosch, die in 2009 voor het vierde jaar op rij Bakelants zal begeleiden. De trainer van onder meer Sven Nys raakte onder de indruk van wat zijn poulain in 2008 etaleerde. “Ik heb zes jaar het wielrennen bij de beloftes intensief gevolgd bij de Eddy Merckx Boys. Het was de gouden tijd van De Weert, Van Goolen, Steegmans, Boonen, noem maar op. Ik heb die mannen nooit de dingen zien doen die Jan dit jaar toonde. Of dat komt door de sterkte van Jan of de zwakte van de huidige beloftelichting laat ik in het midden.” De ontbolstering van Bakelants komt volgens Van Den Bosch omdat Bakelants een jaartje ouder en sterker werd én omdat hij, voor het eerst, een examenloze winter kon doormaken. Bakelants is intussen bachelor bio-ingenieur.
Gedrevenheid
“De gedrevenheid waarmee hij toeleefde naar dit seizoen was ongelofelijk”, vertelt Van Den Bosch. “En die ijzeren discipline hield hij het hele jaar door aan. Ik herinner me een dag begin april. Er stond een duurtraining van 5 uur in de Ardennen op zijn programma. Alleen: het was berekoud. Ik opperde dat we best de training konden skippen: het moet menselijk haalbaar blijven. Maar Jan wou van geen wijken weten: hij moest en zou die training afwerken.” Het typeert Bakelants: misschien niet de superklasse maar wel een onbegrensde werklust. “Zijn grootste sterkte is het geloof in zijn eigen kunnen”, zegt Dubois. “Jan durfde het dit jaar zelfs aan om te voorspellen waar hij zou demarreren. Bijna op z’n Vandenbrouckes”, gniffelt Van Den Bosch. Het is weliswaar een mes dat aan twee kanten snijdt want Bakelants heeft ook de reputatie soms ‘arrogant’ over te komen. “Hij durft al eens te ongezouten zijn mening te zeggen. Dat schiet bij sommigen dan in het verkeelde keelgat. Daar moet hij toch mee opletten”, waarschuwen de kenners. Van Den Bosch: “Jan moet beseffen dat je bepaalde uitspraken als een boomerang kan terugkrijgen als het eens wat minder gaat.” Beloftecoach Dubois maakt zich sterk dat het allemaal vlot zal lopen. ” Gianni Meersman en Pieter Jacobs waren ook ego’s in het beloftepeloton maar kijk hoe voorbeeldig zij nu meedraaien bij de profs.”
Leerproces
Welk palmares Jan Bakelants bij de profs bijeen zal fietsen, weet op dit moment niemand. België had al topbeloften (Van Goolen, De Weert) die de hemel werden ingeschreven, maar het vooralsnog niet helemaal konden waarmaken. “Er zijn er nu al die Jan tot een toekomstige rondewinnaar bombarderen. De opvolger van Lucien Van Impe. Onzin, natuurlijk”, schudt Van Den Bosch het hoofd. “Mijn grote bezorgdheid is dat de lat nu al te hoog wordt gelegd. Luik-Bastenaken-Luik bij de beloften winnen is dag en nacht verschil met strijden om de zege met mannen als Valverde of Rebellin. Het klinkt raar, maar wat Jan sterk maakte bij de beloften, kan zijn zwakte worden bij de profs. Jan kan sprinten, tijdrijden en klimmen, maar is in geen enkel onderdeel super.”
Topsport Vlaanderen ontvangt het Kempense goudhaantje in elk geval met open armen. Bakelants koos resoluut voor Vlaanderen en niet voor een topploeg om toch zijn eigen ding te kunnen doen als neoprof. Ploegleider Jean-Pierre Heynderickx kijkt uit naar de komst van Bakelants. “Deze jongen is geen eendagsvlieg. Ik heb ook een boon voor aanvallers. Hij tekende bij ons voor twee jaar. Maar als hij na één jaar een goed aanbod krijgt bij een andere ploeg, dan mag hij weg.” Zover is het natuurlijk nog niet. Eerst trappen, dan klappen. Van Den Bosch: “Het leerproces bij de beloften doorliep Jan met glans: hij leerde omgaan met winst, mentale tegenslag en verlies. Maar de weg is nog heel lang. Laat het me voorzichtig uitdrukken: Jan heeft het potentieel om een heel goede renner te worden.” S
door frederik backelandtbeeld: photo news
