Met drie voetballende broers zijn ze, de familie Persoons. Naast Koen (KV Mechelen) heb je ook nog Mattis (KVSK United) en Ruben (Eendracht Aalst). In elke afdeling eentje. Koen : “Mattis is spits. Toen we met Dender in de derde klasse speelden, deed hij soms mee met de A-ploeg, maar na de promotie kwam Gunter Thiebaut terug. Hij zou niet veel spelen en daarom heb ik hem aangeraden een reeks te zakken. Hij trok naar Wetteren en maakte veertien goals. Nu zit hij bij United. Ver van huis, aan hem om het daar te bewijzen.”

Je andere broer is doelman.

Koen Persoons : “Ruben speelt nu bij Aalst als vierde of vijfde keeper. Allez, spelen, hij is vooral gekwetst de laatste tijd. Eind vorig seizoen brak hij zijn pols, nu moet hij worden geopereerd aan een liesbreuk.”

Wonen jullie nog allemaal thuis ?

“Mijn twee broers wel, ik woon samen met mijn vriendin.”

Werd je oudste zus niet zot van al dat voetbal ?

“Compleet ! Die was echt blij dat ze weg was. Eerst ging het elk over onze match en vervolgens gingen we in de tuin sjotten. Van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat voetbal en alleen maar voetbal. Daarom is Ruben ook doelman geworden. Mattis en ik, een tegen een in de tuin en Ruben in de goal. Op die manier hebben we een paar keer zijn pols gebroken, vrees ik. Of op zijn minst verstuikt. Ruben is zes jaar jonger, hé. Ik herinner me nog momenten waarop hij één week vroeger dan mocht zijn gips van ons moest afknippen. Omdat we onze keeper misten …

Leef je nu professioneler ?

“Vorig jaar in de tweede ronde heb ik de omschakeling gemaakt. Er was toen wat belangstelling van andere ploegen en ik wist dat het moment om me klaar te houden was aangebroken. Ik ben net 24, dat kilootje te veel moest er af. Ik ben ook aan powertraining gaan doen. Als je tegen een Wasilewski gaat botsen, moet je stevig staan. (lacht) In de voorbereiding, met twee trainingen per dag, was ik ’s avonds goed moe. Rond zessen thuis en om halfacht viel ik al in de zetel in slaap. Vriendin kwaad natuurlijk, je bent een hele dag weg, en dan gebeurt zoiets. Nu ben ik iets beter aangepast, ik val pas om acht uur in slaap.”

Heb je de neiging snel te verdikken ?

“Ik let er heel goed op. Het laatste jaar was dat niet meer zo, maar de jaren voordien stond ik twee kilo te dik, vond ik. Toen ze eens bloed afnamen, bleek dat ook uit de waarden. Ik heb het zelf opgelost en nu zit ik aan acht procent vet. Mijn broer val ik daarmee ook lastig, als ik die in de zomer zie rondlopen. (lacht) Ik vrees dat ik rap een tonneke zal krijgen als ik stop met sjotten. Zoals onze pa, maar die doet er nu wat aan.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content