Xavier Chen zette met de competitie-aanvang gedecideerd zijn eerste passen op het hoogste voetbalniveau. De technisch vaardige rechtsachter wil absoluut slagen bij KV Mechelen.

Het minste wat je van Xavier Chen (23) kunt zeggen, is dat hij de multiculturaliteit van onze tijd ten volle belichaamt. Chen, zoon van een Taiwanese vader en een Franse moeder, heeft de Belgische nationaliteit en voelt zich een volbloed Brusselaar, un Bruxellois pur sang. Zijn moedertaal is Frans, maar de Mechelse back schakelt quasi moeiteloos over op het Nederlands. Xavier Chen : “Mijn vader werd geboren in Congo, in Léopoldville(het huidige Kinshasa, nvdr), maar is een kind van Taiwanese ouders. Mijn grootvader werkte er als diplomaat, vandaar. Later verhuisde grootvader met zijn gezin naar Washington en nog later opnieuw naar Taiwan. Mijn vader erfde blijkbaar die drang naar buitenlandse avonturen, want hij was amper zestien toen hij Taiwan de rug toekeerde en naar België vertrok.” Waarom zijn vader precies voor België opteerde, weet Chen niet. “Ik vermoed dat mijn grootvader hem in deze richting stuwde, hij had een vriend in België die de opvang van mijn vader kon garanderen. Mijn moeder, een Française, kwam op haar achttiende naar hier om te studeren. Ze leerden mekaar kennen (lacht) en van het een kwam het ander.”

Geen sportfreak

Ben je zelf ook een avonturier ?

Xavier Chen : “Helemaal niet, dat nomadische van mijn vader heb ik niet in mij. Hij verblijft momenteel ook weer in Londen voor het werk – hij zit in de banksector. Verre reizen zeggen me niets, geef mij maar een gewone strandvakantie. Natuurlijk ben ik al eens naar Taiwan geweest om mijn achtergrond uit te pluizen, maar ik voel me geen Taiwanees. Ik leerde ook nooit Mandarijns Chinees (de officiële taal van Taiwan, nvdr), hoewel mijn vader dat aanvankelijk wilde. Dan boeit de Franse cultuur me meer, maar eigenlijk voel ik me gewoon Belg en Brusselaar.”

Hadden je ouders tussen het reizen door tijd voor sport ?

(lacht) “Ik kom uit een geweldig onsportieve familie. Mijn broer heeft ooit een beetje karate gedaan maar van mijn ouders kan ik me geen sportieve beelden voor de geest halen. Ik ben zelf eigenlijk nooit een sportfreak geweest, ik zal ook nu zelden naar voetbal kijken in mijn vrije tijd. Als je erover nadenkt, is het echt vreemd dat ik ben gaan voetballen.”

Je hebt een universitair diploma op zak, vreesden je ouders aanvankelijk dat sport je studie kon hypothekeren ?

“Neen, mijn ouders hebben me altijd gesteund, maar studeren kwam bij ons thuis wel op de eerste plaats. Vorig jaar studeerde ik af als licentiaat rechten, voorlopig ben ik de studieboeken een beetje beu. Ik had nog een stage als advocaat willen beginnen maar daar heb ik de tijd niet voor. Mijn voetbalcarrière staat nu voorop.”

Je speelde je hele jeugd voor Anderlecht, was het als Brusselaar pijnlijk toen je er moest vertrekken ?

“In feite ben ik beginnen te voetballen bij Vorst, maar jeugdscouts van Anderlecht hebben me er na twee jaar weggeplukt. Nadien voetbalde ik tien jaar bij de jeugd van Anderlecht. Dat ze me geen profcontract gaven, neem ik niemand kwalijk. De jeugdvorming bij Anderlecht is op het technische vlak een absolute verrijking geweest. De voetballer die ik vandaag ben, is volledig gevormd door Anderlecht. Uiteindelijk loodste Manu Ferrera me naar Kortrijk, dat toen nog in de derde afdeling speelde.”

Aanvallende impulsen

Het is een goeie carrièrezet gebleken.

“Op dat ogenblik betekende het een stap terug, maar ik kende Ferrera van bij de Anderlechtjeugd. Hij schonk me vertrouwen en schatte mijn kwaliteiten juist in. Trouwens, naast Kortrijk had ik op dat moment geen andere opties, enkel Tubeke liet interesse blijken. Ik had toen nooit durven denken dat ik nog aan de bak zou komen als profvoetballer. Uiteindelijk bleek Kortrijk de juiste keuze, de club promoveerde uit derde en afgelopen seizoen kon ik me in tweede in de kijker spelen.”

Je tekende vorig seizoen voor KV Mechelen nog voor die ploeg de promotie afdwong. Een opvallende beslissing, want ook Westerlo en Moeskroen wilden je inlijven.

“Het was uiteraard nagelbijten tijdens de eindronde. Ik wilde graag naar eerste, maar ik had bij Mechelen getekend omdat ik wist dat ik er een grote kans had om titularis te worden. Ik opteerde voor speelgelegenheid. Peter Maes zei ook dat hij een offensief ingestelde rechtsachter wilde. De belofte dat ik aanvallende initiatieven zou mogen nemen, gaf mee de doorslag. Ik probeer de flank af te dweilen. Conditioneel kan ik dat opbrengen, misschien ligt daar wel mijn kracht.”

Wat zijn je andere troeven ?

“Mijn snelheid compenseert veel. (bescheiden) Anderzijds hoop ik nog progressie te maken : mijn kopspel en mijn centers moeten beter, daar werk ik individueel aan. Verder probeer ik ook meer body te kweken, met de club fitnessen we drie keer per week.”

Praat je veel tijdens een match ?

“Ik zou op dit moment een slechte kapitein zijn, ik ben geen leidersfiguur. Op het veld geef ik wel de noodzakelijke aanwijzingen, maar naast het plein blijf ik wat verlegen. Ik geloof niet dat ik ooit in een kleedkamer zal opstaan om mijn mening te uiten.”

Je komt rustig over.

“Ik ben op het veld een ander persoon. Ik vind mezelf soms te impulsief, in het vuur van de match is het niet altijd eenvoudig om je temperament in te dijken. D’ailleurs, ik denk dat mijn naaste omgeving me niet altijd als een rustig persoon beschouwt. Ik kan soms nogal lichtgeraakt zijn als mijn ouders me bekritiseren. (lacht) Blijkbaar is het belangrijk wie een bepaalde kritiek uit, want met commentaar van ploegmaats of de trainer heb ik geen enkel probleem.”

Geluksslip

Op het eerste gezicht verteer je de overstap naar de eerste klasse goed. Ervaar je een groot verschil met tweede ?

“Ja, vooral wat de snelheid van uitvoering betreft. Je moet sneller denken. Bovendien valt vooral het fysieke aspect me op, hoewel er in tweede toch ook potig gespeeld wordt. Voor mij is het overschakelen op een nieuwe levensstijl : je evolueert van vier à vijf trainingen per week naar twee trainingen per dag.”

Is KV Mechelen voldoende gewapend voor een zorgeloos seizoen ?

“Het talent is er. Iedereen noemt onze jeugdigheid een zwakte maar ik geloof dat ons jong enthousiasme een troef vormt. Ik speelde nooit in een gemotiveerder elftal. Voor heel wat spelers is eerste klasse een nieuwe ervaring, de honger is groot. Misschien dat we tijdens een dipje ervaring missen om het schip weer vlot te trekken, maar ook mentaal staat onze ploeg er. Jonas Ivens is geen grote prater, maar hij is wel iemand die de groep door moeilijke momenten kan sleuren. Ook Jeroen Mellemans kan dat.”

Om af te ronden : heb je een bepaald ritueel voor een wedstrijd ?

“Geen echt ritueel, maar ik draag wel elke wedstrijd dezelfde slip. (lacht) Ik was hem wel tussendoor. Neen, in feite ben ik niet bijgelovig : hard werken is de boodschap. Mijn toekomstdromen ? Mijn grote ambitie is de Premier League, qua beleving en qua engagement is dat uniek. Ook omdat mijn vader in Engeland werkt, zou het mooi zijn. On verra.” S

Door Bert Boonen

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content