Op 26 februari blies Yellow-Red KV Mechelen vijf kaarsjes uit. Sinds de vereffening in 2003 gaat de club als een kloeke kleuter door het leven: groeipijnen en kinderziekten, maar vooral een onbevangen en hoopvolle blik op de toekomst.

De kleuter is eigenlijk een eeuweling: in 2004 vierde het stamnummer 25 zijn 100ste verjaardag. Dat zoiets in de derde klasse moest gebeuren, zette onvermijdelijk een domper op de feestvreugde, maar wie de geschiedenis kent, beseft dat het een half mirakel is dat het eeuwfeest überhaupt gehaald werd.

Red KV Mechelen

Op zaterdag 7 december 2002 leek het over en uit. Fini. Schluss. Afgelopen. KV Mechelen ging in vereffening. De miljoenen die voorzitter Willy Van den Wijngaert in de club pompte, bleken niet op te kunnen tegen het financiële wanbeheer. Rond de goedmoedige maar naïeve koekjesboer, die zich wekelijks met uitgestrekte armen door het publiek liet fêteren als een keizer, had zich een zwerm zakkenvullers verzameld, die de kas sneller ledigden dan ze vol raakte. Op het moment dat de spelers hun wedde niet meer uitbetaald kregen, ontplofte de boel. Een dag later, na de match op Gent, namen de meeste spelers afscheid van hun publiek. Maandagochtend stond de hele club – spelers, staf en personeel – op de keien.

Zo snel als de vereffening uitgesproken werd, zo snel organiseerden enkele clublievenden zich om een oplossing te zoeken. Fi Vanhoof – destijds belast met de scouting, maar een clubmonument als oud-speler en ex-trainer – was een van hen, maar hij noemt Mark Uytterhoeven als dé drijvende kracht achter de werkgroep die rond huidig voorzitter Johan Timmermans werd opgericht. Het doel: stamnummer 25 redden zodat de bondsschulden afgelost waren en de club in de derde klasse kon gaan spelen en niet in vierde provinciale moest herbeginnen. Met Uytterhoeven, Vanhoof en verder ex-speler Piet den Boer als uithangbord van de vzw ‘Red KV Mechelen’ klom plots iedereen met rood en geel bloed in de aderen op de barricaden. Heel het gamma van folkloristische pensenkermissen werd op enkele dagen tijd aangesproken om geld in het laatje te brengen. Op de jumping van Mechelen werd zelfs een veulen verkocht ten voordele van KV. De grote Mars van de Hoop op 14 december bekroonde een week van onverdroten inzet. Het resultaat mocht gezien worden. Van de vereffenaar verkreeg men dat de twee resterende wedstrijden van de heenronde afgewerkt mochten worden. Uiteindelijk zou het nog tot 26 februari 2003 duren vooraleer in Elewijt een akkoord bereikt werd met spelers en werknemers die nog geld te goed hadden. Ze stemden in om een deel van de schulden te laten vallen en daarmee was Malinwa gered. Ex-speler Eric Viscaal bracht met de gevleugelde woorden ‘Jullie mogen je cluppie houden!’ de verzamelde supporters in Elewijt het delirium nabij.

Bedeltocht

Via de vzw Red KV Mechelen kwam men tot de nieuwe clubnaam Yellow-Red KV Mechelen, maar daarmee waren alle zorgen niet voorbij. De winterstop kwam dat jaar net op het goede moment, want zowat alle profs zouden de club verlaten en men moest een ploeg voor de terugronde samenstellen. Een taak voor Fi Vanhoof: “De laatste match van de heenronde speelden we op Moeskroen en ik raakte er aan de praat met toenmalig voorzitter De Tremmerie. Hij zei me dat ze middenvelder David Crv wel aan KV wilden afstaan en hij raadde aan om ook eens bij andere clubs te gaan horen. Zo is de bedeltocht begonnen. Van Standard kregen we vijf spelers, van Lokeren twee, van Genk één. Voor de rest schoven we jongeren naar de A-kern door.”

Yellow-Red KV Mechelen sloot het seizoen af op een degradatieplaats en duikelde vanwege de vereffening ineens naar derde. Bovendien moest de competitie daar aangevat worden met 9 strafpunten. Opnieuw moest een kern samengesteld worden want de meeste van de uitgeleende spelers keerden terug naar hun club van herkomst. Nieuwe spelers kwamen niet meer gratis, wat niet onlogisch was aangezien bij elke thuiswedstrijd nog steeds bijna 6000 toeschouwers naar Achter De Kazerne afzakten. Daardoor had de club weer een minimum aan financiële middelen. Het werd een moeilijk eerste jaar, dat ternauwernood in de linkerkolom beëindigd kon worden. Het jaar nadien was het veel beter. Malinwa pakte de titel op een bloedstollende slotdag. Het won zelf, maar moest dan nog even wachten tot ook de match van concurrent Cappellen afgelopen was. Na vijf eindeloze minuten nagelbijten raakte bekend dat Cappellen slechts gelijkgespeeld had. Een nieuwe uitbarsting van euforie.

Ook het eerste jaar in de tweede klasse verliep bijzonder moeizaam. In het tussenseizoen werd de spelerskern vernieuwd en onder de bezielende leiding van coach Peter Maes ging de ploeg alsmaar beter draaien, met een eindrondeticket als beloning. In die loodzware eindronde met Lierse, Antwerp en Kortrijk sloeg de motor compleet aan en stoomde Malinwa weer naar de eerste klasse.

Een echte twaalfde man

De rode draad doorheen die moeilijke jaren zijn de supporters, die zelfs in de derde klasse met duizenden hun ploeg kwamen aanmoedigen. De vraag dringt zich op of ze dat ook gedaan hadden als KV langer in de lagere afdelingen was blijven hangen. Een vraag waarop we het antwoord nooit zullen kennen. Vanhoof: “We beloofden de supporters een tweejarenplan per afdeling: na twee jaar moesten we telkens stijgen. We zijn erin geslaagd om ons daaraan te houden. Voor de supporters betekende dat ofwel een reeks hoger spelen dan het vorige jaar ofwel kampioen spelen. De impact daarvan is niet te onderschatten. Los daarvan blijft het een merkwaardig fenomeen dat we nu gemiddeld voor 11.000 mensen spelen waar dat er in de glorieperiode eind jaren 80 slechts 8000 waren. We hebben nu ongeveer 7000 abonnees, dat heb ik nooit meegemaakt. Ongetwijfeld heeft het ermee te maken dat de supporters zich sinds de vereffening nauwer bij de club betrokken voelen. Iemand als Mark Uytterhoeven is daarbij heel belangrijk geweest, hij zorgde voor de ambiance. Ik moet toegeven: als Günther Neefs voor de match komt optreden en de spelers komen onder het zingen van “You’ll never walk alone” het veld op, dat geeft mij ook nog kippenvel. Het klinkt als een cliché, maar in Mechelen is voetbal nog een feest. Wij hebben écht een twaalfde man. Ik durf zelfs stellen dat die beleving ervoor zorgt dat we nu een van de drie grote periodes van Malinwa meemaken. De eerste was met Torreke Lembrechts in de jaren 40 toen er drie landstitels behaald werden, de tweede was eind jaren 80 met de titel en de Europacup onder voorzitter Cordier. De derde is nu, dankzij de beleving rond de club. Kijk maar naar het gala van de Gouden Schoen, toen onze supporters tot de beste van het land uitgeroepen werden. Mensen zijn daar graag bij.”

Gezond overleven

De club is ondertussen ook financieel weer gezond. Piet den Boer, zelf actief in het bankwezen, kan dat getuigen: “Na de vereffening is er een goed bestuur op poten gezet. De bevoegdheden zijn prima afgebakend en de financiën worden goed begroot. Ik weet dat Thierry(Steemans, de financieel directeur, nvdr) de kas heel goed bewaakt.” Daarnaast zijn er dagelijks heel wat mensen die zich pro Deo voor de club inzetten, wil Fi Vanhoof benadrukken, mensen over wie zelden gesproken wordt, maar die onmisbaar zijn: “Dat komt allemaal niet vanzelf. Bekijk dit stadion: er zijn veel mensen nodig om dat te onderhouden. Daar kruipt veel tijd en energie in. Dat mensen dat willen doen, maakt ook de sterkte van deze club uit. Hoe groot het drama destijds ook was, als je het achteraf bekijkt, is het een zegen geweest voor KV Mechelen. Het heeft een aantal mensen met de neus op de feiten gedrukt: overleven moet op een gezonde manier, zonder gekke dingen te doen. Voor de club is het een gouden zaak geweest dat de supporters zich nauwer betrokken voelen en hun plaats hebben in het bestuur. Vroeger kwamen ze gewoon kijken en waren ze tevreden als we wonnen, nu is de beleving veel intenser.”

Het is evenwel niet allemaal rozengeur en maneschijn. Yellow-Red KV Mechelen kent een aantal groeipijnen die onlosmakelijk verbonden zijn met het faillissement. Zo werd vijf jaar geleden de uitstekende jeugdwerking helemaal afgeroomd door de grote clubs. Racing Genk bijvoorbeeld plukte er een dozijn weg – Defour, Ogunjimi, Hubert en anderen – om ze bij gastgezinnen in Limburg onder te brengen. Vanhoof wil er niet veel woorden meer aan vuilmaken, maar het is een verlies waar de club nog mee kampt. Het is een leemte die slechts mettertijd opgevuld raakt.

Niet stilvallen

Op het sportieve vlak gaat het KV momenteel voor de wind. Het behoud in eerste ligt voor het grijpen, maar wat daarna? Als men oordeelkundig te werk gaat, voorziet Piet den Boer weinig problemen: “Elk jaar twee of drie gerichte versterkingen moet volstaan. Geen tien, er zijn voorbeelden genoeg van mislukkingen op dat vlak.” Fi Vanhoof heeft daarbij zelfs een concreet rolmodel voor ogen: “We zouden een ploeg willen worden genre Westerlo. Dat betekent in een goed seizoen als zesde, zevende aankomen en in een slecht seizoen tussen de twaalfde en de vijftiende plaats. Persoonlijk zou ik dat graag bereiken met vooral Belgische spelers, aangevuld met wat kwaliteit uit het buitenland. Dat moet kunnen: we zijn nu naar eerste gegaan met spelers die amper ervaring hadden op dat niveau. In het begin leidde dat tot fouten die genadeloos afgestraft werden, maar gaandeweg maakte de groep progressie. Ik kan de rol van Peter Maes daarin moeilijk genoeg benadrukken. Hij is keihard, maar het is een trainer die een voetballer daadwerkelijk beter kan maken, op voorwaarde dat die daarvoor openstaat. Hij laat het nooit toe dat de aandacht verslapt. De maandag na een overwinning zorgt hij ervoor dat de groep niet gaat zweven en weer van nul af aan begint. Zo worden ze weerbaar.”

Vanhoof besluit: “We kunnen wel over die vereffening blijven praten, maar de toekomst is belangrijker. Twee dingen moeten zeker nog gebeuren: we moeten bekijken hoe we de jeugdwerking kunnen opkrikken en we moeten de scouting uitbouwen. De binnenlandse markt kunnen we perfect bestrijken, maar voor het buitenland ligt dat moeilijker. Dat zijn zaken waaraan gewerkt moet worden, gewoon omdat alles de voorbije jaren zo snel is gegaan. Vergeet niet dat we van onder nul zijn moeten herbeginnen. We kennen nu een goede periode, maar we moeten ervoor zorgen dat we niet stilvallen.” S

door peter mangelschots beelden: reporters

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content