Het aantal buitenlanders in eerste klasse blijft licht stijgen. Van minder profs is voorlopig nog geen sprake.

Van verhoogde werkloosheidscijfers is aan de hand van het aantal profs in het eersteklassevoetbal voorlopig nog niets te merken. De officiële spelerslijsten bevatten begin vorige week 425 profs, gemiddeld 23,6 per ploeg. Dat is één eerste klassespeler meer dan vorig jaar. De omvang van de A-kernen varieert van 19 (La Louvière) naar 27 (Club) spelers. Vorig jaar had Lommel de dunste kern bij aanvang (21) en Club (26) de grootste. Toch is een flink aantal profs door het failliet van Aalst en RWDM aan de kant geschoven. Anderen zitten net als de vorige jaren in de B-of C-kern te verkommeren en zijn daardoor weggemoffeld uit de statistieken.

Wisselden vorig jaar van de 444 profs nog 110 spelers van club, dan zijn dat er nu nog 92 op 425. Of dat met clubliefde te maken heeft, is weer wat anders. Eenenveertig eerste klassespelers (9 %) komen uit een buitenlandse competitie. Vorig jaar waren dat er 43. Standard wijzigde zijn kern het minst. Enkel verdediger Turaci is nieuw. Ook Club Brugge, Charleroi, Moeskroen en Lokeren moeten weinig omschakelen. De meeste nieuwkomers haalden Bergen (13), La Louvière (11) en Lierse (9). Vorig jaar kochten vooral RWDM (12, tijdens het seizoen liep dat cijfer nog op), Anderlecht en Beveren (elk 11) zwaar in.

Het aantal buitenlanders in eerste klasse stijgt, van 175 (2000-2001) naar 181 (vorig seizoen) en 185 dit jaar. Dat betekent dat 43 procent van de voetballers in eerste klasse van buitenlandse afkomst is. In 1993 kwamen 27 procent van de eerste klassespelers uit het buitenland. In 1996 liep dat geleidelijk op naar 30 procent en vervolgens naar 39 procent in 2000. Van vijf clubs bestaat minstens de helft uit buitenlandse voetballers. Koplopers zijn de Wase clubs, waar eigen volk niet langer eerst komt. Lokeren telt procentueel het hoogst aantal buitenlanders (69 %) gevolgd door Beveren (60 %). Daarna komen Anderlecht (58 %), Charleroi (54 %),Bergen (52 %) en Gent (50 %). Als Bergen en KV Mechelen (48 %) zich redden, is dat maar ten dele een Belgisch succes.

Bij Lokeren, waar de Belgische inbreng stilaan stijgt, waren ook al vorig jaar en het seizoen daarvoor meer buitenlanders dan Belgen aan de slag. Beveren en Anderlecht zijn nieuw in die topvijf. Gent (vorig jaar nog 66 % buitenlanders) en Charleroi (van 68 naar 54 %) zakten flink, net als Standard (van 58 naar 47 %). Beveren (vorig jaar 43 %) is de grootste stijger, gevolgd door La Louvière, dat van 27 naar 42 procent opschuift.

Eén club verdubbelde gewoon de buitenlandse inbreng, maar de Belgen daar moeten zich voorlopig nog geen zorgen maken : Westerlo is net als vorig jaar (toen 8 %, nu 16 %) nog altijd de Belgische eersteklasser met de minste buitenlanders. Twee andere clubs blijven onder de drempel van 30 % : STVV (20 %) en Lommel (28 %). Ook vorig jaar was dat bij hen het geval, toen hadden ze nog het gezelschap van La Louvière.

door Geert Foutré

Van de voetballers in eerste klasse is 43 procent van buitenlandse afkomst.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier