Vainqueur, Mokulu, Pedersen en Malanda werkten deze transferperiode mee aan de toenemende trend van voetballers die aangeven hun contract te willen verbreken via de zogenaamde wet van ’78. Maar hoe zit dat nu juist met die wet?

Sport/Voetbalmagazine sprak vijf mensen aan die al te maken kregen met de bewuste ‘wet betreffende de arbeidsovereenkomst voor betaalde sportbeoefenaars van 24 februari 1978’. De eerste is Stijn Francis, ex-speler van Oud-Heverlee en Westerlo, hij werkt nu als sportadvocaat en analyseerde de wet. Johnny Maeschalck, eveneens advocaat, geldt als een kenner van de wet en stond in 2004/05 speler Davy De Beule bij toen die vertrok uit Lokeren. Johan Timmermans, ook advocaat, is voorzitter van KV Mechelen. Hij kwam tijdens de huidige transferperiode twee keer in aanraking met de wet van ’78: spits Nicklas Pedersen gaf aan er desnoods gebruik van te zullen maken en ook aanwinst Benjamin Mokulu duwde zijn vorige club, Lokeren, in de hoek met de wet. Willy Reynders is sportief directeur bij Lokeren en kreeg ook al eens te maken met de wet van ’78 in zijn periode als sportief directeur van RC Genk, bij het vertrek van doelman Koen Casteels. De laatste stem in dit verhaal is die van Dirk De Vos, nationaal verantwoordelijke van spelersvakbond Sporta.

Contractuele stabiliteit

Wat zegt de wet van ’78?

Francis: “Eerst moet je nog een stap terug. In het contractrecht moeten contracten gerespecteerd worden. In het voetbal is dat des te belangrijker, anders haal je heel je competitie- en transfersysteem onderuit. Contractuele stabiliteit is dan ook een van de basisprincipes van de wereldvoetbalbond FIFA. De FIFA zegt dat clubs of spelers die een contract voortijdig verbreken financiële en/of sportieve sancties moeten krijgen, tenzij er onderlinge toestemming is, zoals bij een transfer, of tenzij er een gerechtvaardigde oorzaak is. De wet van ’78 uit het Belgische arbeidsrecht haalt dat principe onderuit. Die stelt dat een sportbeoefenaar zijn contract altijd mag verbreken, ongeacht of er een gerechtvaardigde oorzaak is of niet, mits hij een som betaalt die in principe gelijk is aan de rest van zijn salaris tot het eind van zijn contract.”

Waarnaar moet er gekeken worden, naar de wet van ’78 of naar die FIFA-bepalingen?

Francis: “Je moet onderscheid maken tussen twee scenario’s: gebruikt een speler de wet van ’78 om van de ene Belgische club naar de andere Belgische club te gaan of is er een internationale component? Als hij binnen België blijft, is de FIFA-regelgeving niet van toepassing. Dan kan hij plots beslissen: ‘Ik betaal de verbrekingsvergoeding, ik ben een vrije speler en ik teken ergens anders.’ Al is er nog een wettelijke beperking die stelt dat een speler die zijn contract verbreekt met de wet van ’78 in hetzelfde seizoen niet meer voor een club in dezelfde afdeling mag spelen. De Belgische eersteklassers vangen het gebruik van de wet van ’78 op met een gentlemen’s agreement. Daarmee hebben ze afgesproken dat ze geen spelers laten tekenen die hun contract bij hun vorige club verbraken met de wet van ’78.”

KV Mechelen trok toch Benjamin Mokulu aan?

Timmermans: “Hij heeft in Lokeren enkel gedreigd met de wet.”

Vraagtekens

Wordt dat gentlemen’s agreement dan strikt nageleefd?

Reynders: “Stel dat Mokulu de wet van ’78 gebruikt had en dat een andere eersteklasser hem had laten tekenen, dan weet die club dat wij klaarstaan om een van hun spelers te overtuigen hetzelfde te doen.”

En dan moet je als nieuwe club geen hoge transfersom ophoesten en kun je het meestal lagere bedrag dat verschuldigd is aan de oude club betalen in de plaats van de speler?

De Vos: “Niet openlijk, maar dat is niet uitgesloten.”

Maar dat zal in België dus nooit gebeuren?

Timmermans: “Ik ga er niet zomaar van uit dat het gentlemen’s agreement gerespecteerd wordt. Dat zag je bij het verhaal met De Beule. Toen leefde Gent het gentlemen’s agreement niet na en er is ten opzichte van Gent geen sanctie getroffen door de andere eersteklassers. KV Mechelen zal die officieuze overeenkomst wel te allen tijde respecteren, want als een speler gebruikmaakt van de wet van ’78 bij club A, kan hij dat ook doen bij club B.”

Maar zo’n jongen past gewoon de wet toe. Door dat agreement is er bij de Belgische eersteklassers ten minste de intentie om zich boven de wet te stellen.

Timmermans: “Er is de intentie om contracten te eerbiedigen.”

De Vos: “In de zaak rond De Beule heeft de Raad voor de Mededinging gezegd dat het gentlemen’s agreement tegen de wet is.”

Hoe kan het dan dat de eersteklassers er nu nog altijd de wet mee omzeilen?

Maeschalck: “Je moet natuurlijk de gelegenheid krijgen om de legaliteit ervan in vraag te stellen. Maar je kúnt zeker vraagtekens zetten bij dat agreement. Stel dat ik bij Colruyt werk en daar een einde stel aan mijn arbeidsovereenkomst, mag ik dan niet bij Delhaize gaan werken? Ja, toch? Tenzij er een concurrentiebeding is waarvoor ik dan wel word betaald.”

Meneer Timmermans, als u zo hamert op de waarde van het contract, denkt u dan aan de transfersommen? Als een club 500.000 euro geeft voor een speler die een contract van vier jaar tekent en die jongen vertrekt na twee jaar zonder transfersom, dan is zijn passage in verhouding veel duurder dan vooraf ingeschat.

Timmermans: “Dat kan een bijkomend element zijn, maar dat is niet het punt. Voor mij is een contract het meest heilige wat er is. Spelers gebruiken of misbruiken de wet van ’78 om aan een contract te ontsnappen.”

De Vos: “Een wet toepassen of naleven is geen rechts- of machtsmisbruik.”

Tussenoplossingen

Heeft ook Standard het gentlemen’s agreement niet geschonden toen Steven Defour werd overgenomen van Genk?

Reynders: “Dat is een normale transfer geworden, zij het onder dreiging van de wet van ’78. En Standard heeft toen weliswaar niet de marktwaarde betaald. Toen Casteels van Genk naar Hoffenheim ging, was dat hetzelfde verhaal.”

De Vos: “Soms gebeurt het ook dat een speler de wet van ’78 toepast, maar dat achteraf nog een tussenoplossing gezocht wordt. Dreigen gebeurt vaak, de uitvoering is een andere zaak.”

Zo’n tussenoplossing kwam er ook bij Junior Malanda, hij werd door Zulte Waregem verkocht aan Wolfsburg. Maar zo’n tussenoplossing kwam er dus niet in de zaak rond De Beule, Gent betaalde toen geen transfersom?

Maeschalck: “Klopt.”

Wat is zo’n gentlemen’s agreement nog waard als het al eens overtreden is?

Maeschalck: “Op juridisch vlak heeft zo’n gentlemen’s agreement sowieso geen waarde.”

Maar elke Belgische eersteklasser houdt zich er nu aan en doet alsof het nog nooit overtreden is. Waarom?

Timmermans: “Dat weet ik niet.”

Rechtsregel versus sportregel

Wat als een speler vanuit België via de wet van ’78 naar het buitenland wil?

Francis: “Zodra er een internationale component is, is de FIFA-regelgeving wél van toepassing. En de FIFA zegt dat een speler zijn contract niet eenzijdig mag beëindigen zonder gerechtvaardigde oorzaak.”

Dat botst met de wet van ’78. Wat krijgt dan de bovenhand?

Maeschalck: “Er zijn al spelers geweest uit andere landen die na een eenzijdige beëindiging door de FIFA gesanctioneerd zijn en er zijn er andere.”

Het is niet te voorspellen wie in zo’n geval gelijk krijgt?

Maeschalck: “Uitspraken zijn per definitie verschillend. Maar we spreken hier wel weer over een privaatrechtelijke organisatie die zich met sportregels boven de wet stelt. Een rechtsregel primeert altijd op een sportregel.”

Francis: “Volgens mij zal de wet van ’78 bij een scenario met een internationale component door de FIFA en het TAS (het sporttribunaal, nvdr) aangevuld worden met FIFA-sancties. Dat gaat dan over een speelverbod van vier maanden en een schadevergoeding. Over die schadevergoeding zeggen de FIFA en het TAS dat een aantal criteria meetelt. Het komt erop neer dat een speler vooraf niet weet wat het hem kan kosten. Dat is de bedoeling van de FIFA, anders kan zo’n speler beginnen te rekenen. De FIFA voorziet ook een sanctie voor de nieuwe club van de speler: een transferverbod voor twee transferperiodes. Dat schrikt af.”

Is er geen precedent van een speler die vanuit België via de wet van ’78 naar een buitenlandse club is gegaan?

De Vos: “Vorig jaar is Icham Mouissi van Doornik via de wet van ’78 naar Bahrein gegaan. Doornik diende een klacht in, maar de FIFA verklaarde die ongegrond.”

De wet van ’78 duwde toen dus de FIFA-regels naar de achtergrond?

De Vos: “Waarom zou de klacht anders ongegrond verklaard zijn? Spijtig genoeg bestaat er geen gemotiveerd verslag over die zaak, omdat dat nooit is opgevraagd.”

Francis: “Ik weet niet of die zaak door Doornik goed is aangepakt.”

Uitzonderingswet

Is het goed dat België die wet van ’78 heeft?

Reynders: “Ik zie het nut er niet van in. Waarom heeft België zo’n wet die geen enkel ander land heeft?”

Maeschalck: “In andere landen zijn er dan weer andere mogelijkheden. Je kunt je afvragen waarom er in België een uitzonderingswet gemaakt is voor de betaalde sportbeoefenaar, maar ik heb ooit eens gezegd: ‘Schaf die wet van 24 februari ’78 af en laat alle bepalingen van het sociaal recht maar ook van de sociale zekerheid van toepassing worden op de betaalde sportbeoefenaar, waardoor bijvoorbeeld normale sociale bijdragen betaald zouden moeten worden.’ Toen was het plots niet meer nodig om die wet af te schaffen.”

De Vos: “In het arbeidsrecht hebben een werkgever en een werknemer het recht om een overeenkomst te beëindigen. Alleen moet daar een vergoeding tegenover staan. De wet van ’78 wordt altijd als vreemd afgeschilderd, maar eigenlijk is er niks vreemds aan. Alleen ondermijnt deze wet natuurlijk wel het idee dat een club voor een speler om het even welk bedrag kan vragen.”

Francis: “Voor mij is het dreigen met de wet van ’78 vaak machtsmisbruik, gewoon een poging van een speler om een beter contract te krijgen of een transfer af te dwingen. Maar soms ben ik blij dat de wet van ’78 er is, want clubs doen ook aan machtsmisbruik. Vaak gebeurt het dat een club bijvoorbeeld zes miljoen biedt op een speler die zijn laatste contractjaar ingaat, maar dat de club waarbij de speler zit plots tien miljoen vraagt. In zo’n geval komt het voor dat de speler en zijn entourage zeggen: oké, dan blijf ik nog één jaar en hebben jullie niks. Dan gebeurt het dat de club antwoordt: oké, dan speel je het komende jaar niet.”

Meneer Reynders, schetst meester Francis niet terecht een situatie waarin clubs macht hebben over spelers?

Reynders: “Ik denk dat die tijd echt voorbij is.”

Zorgt niet net de wet van ’78 voor meer evenwicht in de machtsrelatie tussen clubs en spelers?

Reynders: “De wet van ’78 geeft maar aan één soort mensen meer macht: de makelaars. Transfers brengen geld op, dáárover gaat het dikwijls. Het zijn de makelaars die almaar vaker dreigen met de wet, niet de spelers.”

Maar iedereen moet toch de overeenkomst met zijn werkgever kunnen beëindigen, een speler is toch geen lijfeigene?

Reynders: “Geen enkele club gaat een speler tegen zijn zin houden. Ik zie niet in welk nut dat kan hebben.”

Zijn marktwaarde kan nog toenemen.

Reynders: “Als een speler tegen zijn zin blijft, gaat die marktwaarde net dalen.”

Meneer Timmermans, wat vindt u van de wet?

Timmermans: “We moeten binnen de Pro League eens bekijken of we de politiek niet kunnen overtuigen om in de wet van ’78 andere afspraken vast te leggen. Die wet van ’78 is geenszins in het belang van de clubs, maar ook niet in het belang van de spelers. Zij kunnen er wel mee dreigen, maar ze kunnen ook zware sancties oplopen.”

Opzegvergoedingen

In uw analyse, meester Francis, staat dat de wet spelers een heel goedkope manier biedt om onder hun contract uit te raken.

Francis: “De bedragen die erin vermeld staan, zijn hopeloos verouderd, wat het voor sommigen heel verlokkelijk maakt om ernaar te grijpen.”

De Vos: “De bedragen liggen net veel te hoog voor de speler die weg wil! In alle andere sectoren liggen de opzegvergoedingen voor werknemers lager dan voor werkgevers, hier zijn die gelijk.”

Speelt daarbij niet mee dat voetballers vaak veel verdienen?

De Vos: “Dat wordt te veel bekeken vanuit het oogpunt van diegenen voor wie het toch geen probleem is om die sommen te betalen. Vergeet niet dat de wet van ’78 voor veel spelers net een belemmering is om naar een andere club te gaan.”

Zouden lagere opzegvergoedingen niet de hele Belgische eerste klasse in de war sturen?

De Vos: “En nu mogen degenen die het kunnen betalen de boel wel in de war sturen?”

Vraag en aanbod

Meester Francis, wat zegt u als een speler u vraagt de wet van ’78 toe te passen?

Francis: “Binnen België gaat geen enkele andere club daaraan meewerken. Internationaal gezien krijg je volgens mij bij de FIFA en het TAS acht op de tien keer een sanctie en riskeer je dat ook de nieuwe club van de speler een sanctie krijgt.”

Moet een club volgens u dan wel bang zijn als een speler over de wet van ’78 begint?

Francis: “Puur rationeel gezien niet. Maar voetbal is ook emotie. In die emotie zijn clubs soms bang om een speler kwijt te raken voor een lager bedrag.”

Meester Maeschalck, wat zegt u als een speler u belt om de wet van ’78 toe te passen?

Maeschalck: “Ik ga daar zeer omzichtig mee om. Ik wijs zo’n speler op de mogelijke financiële en sportieve gevolgen. Finaal beslist hij. Het is ook een stuk de wet van vraag en aanbod. Als speler x van Lommel me dat vraagt, zeg ik hem: ‘Bonne chance.’ Maar als Romelu Lukaku dat in zijn tijd bij Anderlecht had willen doen, dan zouden clubs in rijen van drie gestaan hebben om hem aan te trekken, wet van ’78 of niet.”

U zegt dat die nieuwe clubs in zo’n geval niet bang hoeven te zijn, volgens u komt de FIFA met haar sancties nergens en krijgt de wet van ’78 de bovenhand?

Maeschalck: “Ja, maar dan moet je opnieuw naar het Europees Hof na eerst alle interne rechtsmiddelen te hebben uitgeput. Daar moet je moed voor hebben, zoals Jean-Marc Bosman indertijd. Iedereen was ervan overtuigd dat het vroegere transfersysteem niet houdbaar was, maar je moet sterk in je schoenen staan om te procederen. En de federaties zijn zich aan het indekken op alle mogelijke en meer onmogelijke manieren. Ik noem dat ontmoedigingspolitiek, die waarschijnlijk niet correct is, maar die er toch toe leidt dat spelers geen gebruik maken van een nochtans wettelijke bepaling.”

DOOR KRISTOF DE RYCK – BEELDEN: IMAGEGLOBE

“De wet van ’78 geeft maar aan één soort mensen meer macht: de makelaars.” Willy Reynders

“Clubs doen ook aan machtsmisbruik.” Stijn Francis

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content