Ilombé Mboyo zoekt stabiliteit in het voetbal en lijkt die in play-off 1 ook stilaan te vinden. ‘Het was wennen om soms een tijd niet aan de bal te komen.

aan de bal te komen.’

In de competitie leek Ilombé Mboyo – aka Petit Pelé – zich met 13 basisplaatsen in 30 wedstrijden niet als onmisbaar op te werpen, maar de 6 doelpunten die hij scoorde, maakten hem als productiefste aanvaller in de selectie wel belangrijk. Play-off 1 is dan ook, zoals hij zich had voorgenomen, van hem.

Ilombé Mboyo: “Tijdens het gewone seizoen heb ik met een paar blessures gekampt – een stressfractuur die anderhalve maand heeft geduurd onder andere – waardoor ik geen vier wedstrijden na elkaar kon spelen. Ik stelde mij vragen, want een stressfractuur komt door vermoeidheid. Dus vóór de play-offs wou ik fit zijn en heb ik één week gerecupereerd – op Kortrijk heb ik niet gespeeld – om geen risico’s te nemen.”

Vanwaar kwam die vermoeidheid?

“Op een gegeven moment heb ik een vriendschappelijke interland gespeeld met de nationale ploeg van Congo tussen twee andere wedstrijden in en dat heeft mij parten gespeeld.”

Je bent voordien ook al opgeroepen voor Congo, maar je bent daar nooit op in gegaan. Waarom nu eigenlijk wel?

“De nationale ploeg van Congo had voordien niet zo’n goede organisatie, dus daar ga je niet zomaar naartoe. Bovendien wil je toch eerst stabiel presteren bij je club. Mijn vader, die voorzitter is geweest van AS Vita Club in Congo, wou graag dat ik voor Congo speelde en voor die wedstrijd ben ik door veel mensen gevraagd. Mbokani, Mununga, Mulemo, Patou, Mputu van Mazembe … Zij hebben mij overtuigd. Omdat het een vriendschappelijke wedstrijd was, ben ik nog altijd vrij om te kiezen. Ik ben ginder geboren, maar ik woon sinds ik vier maanden oud ben in België.”

Wat zou je keuze bepalen, mocht ze zich opdringen?

“Ik voel mij honderd procent Congolees, maar ik zou kiezen op basis van de mogelijkheden. Je moet carrièrekeuzes maken, want voetballer zijn is een beroep. Het hangt af van de carrière die ik maak. Drogba kiest voor Ivoorkust, want hij speelt al voor Chelsea. Maar als je nog niet bij een grote club zit, bieden de Rode Duivels misschien wel een mooiere etalage. Maar op dit moment denk ik daar allemaal niet aan.”

Op welke positie speelde je bij Congo?

“Ik speelde daar in een 4-4-2 samen met Patou in de aanval.”

Is dat je beste plaats?

“Achter een aanvaller … mmm … ik heb daar veel gespeeld, maar op de flank bevalt het mij ook. Eigenlijk wil ik vooral een vrije speler zijn. Ik ben geen echte typische puntaanvaller, ik kom liever van een beetje verder, al kan ik wel depanneren op elke positie in de aanval.”

Kreeg je niet meer vrijheid bij Kortrijk?

“Ja, maar we moeten de waarheid zeggen: Kortrijk bezat toen ook niet zo veel kwaliteit als Gent. Kums was een heel goede speler, maar er werd meer van mij alléén verwacht dan in Gent, waardoor de trainer je een zekere vrijheid laat. Hier zijn veel goede spelers, dan kan je niet iedereen vrijheid geven, dan moet je je aan de richtlijnen voor je positie houden. Maar ik kan van flank wisselen.”

Hoe is het om je ineens niet langer ‘de speler’ maar ‘een van de spelers’ te voelen?

“Dat vond ik in het begin wel wat moeilijk. Het was wennen om soms een tijd niet aan de bal te komen. Bij Kortrijk was ik het gewoon om alle ballen te krijgen, terwijl ik hier moest wachten op mijn moment. En dan moet je wel klaar staan. Als ik op Kortrijk dertig keer de bal kreeg, kon ik hem tien keer verliezen en twintig keer goed doen, maar hier krijg ik hem misschien maar vijftien keer en moet het bijna altijd goed zijn. Dat heb ik hier geleerd. Het is ergens ook een bevrijding te weten dat er meerdere spelers in de ploeg staan die iets kunnen, dat het niet van jou alleen afhangt.”

Niet naar Standard

Trond Sollied zei eerder over jou in dit blad: ‘Mboyo is niet zo fijn in zijn acties, maar hij beweegt veel. Alleen is de beste beweging soms gewoon blijven staan.’

“Ja, ik heb nog dingen te leren, ik speel nog maar bij AA Gent, niet bij Real of Barcelona. Maar ik scoor wel elk jaar meer en meer. Als flankaanvaller. En ik geef assists. Vroeger was ik een technische speler die dribbelde om te dribbelen. Bij Charleroi was ik niet efficiënt. Ik ben tevreden over mijn evolutie. Ik probeer nu iets concreet bij te brengen, niet zomaar mooie acties. Op het eind van de wedstrijd wil ik kunnen zeggen: ‘Goed, Pelé, je hebt de ploeg iets bijgebracht. ‘

“Wat we bij AA Gent vooral leren, is simpel voetballen. Zelfs met je ogen dicht moet je weten wie waar staat. Sollied houdt de zaken simpel.”

Afgaand op wat we af en toe lezen en horen lijkt alles simpel na Francky Dury.

“Ik wil Dury niet breken, maar ik was ontgoocheld in hem. Ik kon naar Valenciennes, waar ik een concrete aanbieding van had en waar ik veel meer kon verdienen dan in Gent, en Standard was geïnteresseerd, concreet zelfs. Maar Gent was de enige club die mij ook een sportief plan kon voorleggen, want Dury is mij om middernacht komen opzoeken met een heel discours. Coulibaly ging vertrekken, waardoor ik kon spelen enzovoort. Dat heeft mij overtuigd. Maar daags na mijn komst bleek dat Coulibaly bleef. Oké, ik wil best de concurrentie aangaan, maar na een paar wedstrijden waarin ik scoorde, speelde ik ineens niet meer. Misschien was hij geschrokken omdat een paar spelers waren komen klagen. Achteraf heb ik te horen gekregen dat het Louwagie was die mij wilde en dat Dury op mij had ingesproken omdat men hem dat had gevraagd. Ik heb hem toen vlakaf gezegd dat hij een leugenaar was. Ik had een beeld van hem dat hij mij veel ging leren, maar hij kon mij niet veel bijbrengen. Soms was het om te lachen – dan ging hij zeggen hoe je je moest kleden of je haren knippen. Als je je goals maakt, doet het er toch niet toe of je haar blauw is of niet? Op den duur raakte je gedemotiveerd.”

Speelde ook het financiële geschil dat je na je overgang had met KV Kortrijk mee?

“Kortrijk moest mij nog een premie betalen en die rechtszaak loopt nog. Maar ik heb geen probleem met de mensen van Kortrijk, misschien hebben zij gelijk, misschien ik. De rechtbank moet maar beslissen. Ik voel mij altijd gelukkig, het is niet het voetbal dat gaat beslissen of ik mij wel of niet gelukkig voel. Ik heb een fantastische moeder en vader en familie en vrienden die mij dierbaar zijn. Maar ik voel mij heel goed bij Gent.”

Wat komt, komt

Je bent goed bevriend met Yassine El Ghanassy, die je al langer kent dan Gent …

“… ik speelde bij Charleroi, hij bij La Louvière en hij was bevriend met een neef van mij. Nu trekken we bij Gent elke dag samen op. Yassine is al op jonge leeftijd prof geworden en daarna is het snel gegaan voor hem. Men is soms ook streng geweest voor hem en dat doet dan weleens pijn. Dat begrijpt hij niet: dat hij de ene keer wordt opgehemeld in de pers en de andere keer wordt afgebroken. Supporters hebben ooit eens gezongen: ‘ la fête est bien sans Yassine‘, maar hij heeft bij Gent toch al iets bereikt? Ik probeer hem duidelijk te maken dat hij soms kalmer moet blijven omdat hij nog jong is. Nu laat hij zich niet meer gek maken door makelaars, hij schakelt zijn familie in als het op transfers aankomt. Ik laat mij het hoofd zeker niet gek maken, ik laat het voetbal beslissen: wat komt, komt.”

Maar een uitspraak van jou is wel: ‘Als ik bij AA Gent vertrek, is het naar het buitenland.’ Je voelt je al te goed voor België?

“Neen, je moet eerst ‘stabiel’ zijn bij je club, maar ik zou bijvoorbeeld Anderlecht niet weigeren als stap hoger dan Gent, maar ik zou liever – als de kans zich voordoet – een buitenlands avontuur proberen dan in België te blijven. Kijk naar Vanden Borre, Jovanovic, Mbokani: als je naar het buitenland gaat en je keert terug naar België, dan speel je toch bij Anderlecht. Het is strategischer om eerst naar het buitenland te gaan, want als je direct naar Anderlecht gaat en het lukt niet, riskeer je lager dan Gent uit te komen. Als Vadis Anderlecht niet had verlaten voor Hamburg, zat hij nu misschien bij Sint-Truiden. Mujangi Bia, mijn neef, ging van Charleroi naar Wolverhampton, waar hij bijna niet speelde maar hij zit nu wel bij Standard. Het is ook een strategische keuze die je moet maken. Je moet malin zijn en de goede keuze maken.”

DOOR RAOUL DE GROOTE

“Het is strategischer om eerst naar het buitenland te gaan.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content