Afgelopen weekend pakte Spirou Charleroi de zevende landstitel uit zijn clubgeschiedenis. Het versloeg in de finale een moegestreden Bree met 3-0.

Wat een ontlading bij spelers, fans en bestuur van Spirou Charleroi! Na vier jaar zonder ook maar één platte prijs te winnen, kon de rijkste club van het land eindelijk nog eens de landstitel grijpen. In de finale van de play-off versloegen de Spirous uit Charleroi het alweer verrassende Bree met een kurkdroge 3-0. Eindstanden: 71-75, 88-70 en 59-61.

Nochtans zag het er in die derde wedstrijd even niet goed uit voor Charleroi. In een nerveuze partij stapelden de missers zich op in de Expodroom. Zoals Charleroivoorzitter Eric Somme achteraf verklaarde: “Dit was geen basketbal, maar pure catch.” Bree verdedigde ijzersterk en gunde Charleroi in het tweede kwart slechts twee schamele puntjes, zelden gezien. Na twee quarters telde de grote titelfavoriet amper 17 punten. Zo leek Bree zich alsnog te herpakken en leek het een vroege aftocht in de finale te vermijden. Tot Matt Walsh (ex-Miami Heat) zijn duivels ontbond. Walsh is het type speler dat op cruciale momenten het laken naar zich toe trekt, een clutch player zoals men dat in de VS graag noemt. Geen opvallende figuur – of het moest zijn weelderige haardos zijn -, maar een zeer geslepen speler die elke coach graag in zijn team heeft. Walsh: “Ik wil toch een pluim geven aan Bree en eigenlijk de hele Belgische competitie. Je zag wel dat Bree vermoeid aan die finales begon. Ik ben goed bevriend met D’Or Fischer, hun beste speler, maar als je een heel seizoen op MVP-niveau acteert en bijna elke wedstrijd volledig uitspeelt, dan is het normaal dat je er op het einde van de rit wat doorzit.”

Positieve druk

Het was inderdaad indrukwekkend om zien hoe Drazen Anzulovic constant met zijn ploeg roteerde, hij had er natuurlijk het materiaal voor. De kracht, de reputatie en de gestalte van de grote jongens van Charleroi waren hallucinant. Andre Riddick (2,06 m), de MVP van 2004, meesterverdediger. Len Matela (2,06 m), MVP van vorig seizoen. Christophe Beghin (2,07 m), in 2002 Belgische Speler van het Jaar. En Wes Wilkinson (2,08 m), het Amerikaanse goudklompje dat afgelopen zomer overkwam van Aalstar. Tegen die Grote Vier moesten de 35-jarige Odell Hodge en D’Or Fischer haast in hun eentje opboksen. Onbegonnen werk. Daarom, en ook als je het puur budgettair bekijkt – Charleroi draait op een budget van om en bij de zeven miljoen euro -, mag het geen verrassing heten dat de Waalse topclub als eindlaureaat uit de strijd kwam.

De Belgische spelverdeler Roel Moors vierde al zijn derde titel met Charleroi, bovendien is hij samen met Andre Riddick de enige die nog overblijft van de vroegere kampioensploeg begin jaren 2000. Moors besefte als geen ander dat de honger naar een prijs binnen de club bijzonder groot was. “Binnen alle geledingen van de club voelde je die druk,” vertelt Moors, “maar ik ben zeer tevreden dat het deze positieve druk was en dat er geen ongelukkige uitspraken gedaan werden in de media. Er is hier nooit gezegd dat we kampioen móésten spelen, maar vier jaar zonder succes is een eeuwigheid in Charleroi. Een club met die status, met die supporters en met dat budget verdient een prijs. Je zag al dat Bree naar het einde van de reguliere competitie toe minder draaide, terwijl wij onze laatste vijftien wedstrijden van het seizoen wonnen. Er is maar één ploeg die dit seizoen op het juiste moment piekte en dat was Charleroi.”

En Moors, Belgisch international onder Eddy Casteels, wilde er nog iets aan toevoegen: “Deze titel draag ik in de eerste plaats op aan de geweldige fans en aan de hele ploeg van Charleroi, maar toch ook aan Eddy Casteels. Ook hij heeft een aandeel in dit succes. Oké, je kan er niet naast kijken dat we na zijn ontslag (in februari, nvdr) beter gingen spelen, maar dat had in grote mate ook te maken met het aanwerven van twee nieuwe krachten: Jerry Johnson en Matt Walsh. Zij betekenden beiden een absolute meerwaarde voor deze ploeg. Trouwens, de week nadat Casteels ontslagen werd, stonden we tweede in de stand, zo negatief moet je zijn periode dus niet bestempelen.”

Niet meer verloren sinds maart

Moors raakte daar wel een teer punt aan: de trainerswissel in februari. Net zoals bij Telindus Oostende vorig seizoen, toen Mihailo Uvalin in de loop van de campagne vervangen werd door Sharon Drucker en Oostende alsnog kampioen speelde, een cruciale beslissing. Het wordt haast een beproefd succesrecept. Drazen Anzulovic, die zijn strepen verdiende bij KK Zadar en Cibona Zagreb, nam het roer over van Casteels. Aanvankelijk met weinig hoopgevend resultaat. Charleroi bleef stroef basketbal serveren, er was op 15 maart het incident in de Spiroudôme waarbij een al te hevige fan na afloop van een thuiswedstrijd tegen Bree een scheidsrechter tegen het canvas sloeg, en op de koop toe maakte Anzulovic – een typische Slavische driftkikker à la Savo Vucevic en Niksa Bavcevic – vooral naam en faam als vijand van de scheidsrechters. De Servische coach werd niet lang na zijn debuut meteen voor vier wedstrijden geschorst door de Belgische Liga van eersteklassers (BLB). Maar eens maart voorbij begon de pletwals Charleroi aan zijn indrukwekkende zegereeks: het verloor niet meer en pakte zelfs met een 3-0 de landstitel. Spirouveteraan Riddick verklaart: “Naast de goede transfers van Walsh en Johnson leerden we mét elkaar spelen in plaats van tégen elkaar. In het begin van het seizoen heerste er in de groep een vete tussen de blijvers en de nieuwelingen, tot we daar op een bepaald moment serieus over gesproken hebben en de club drastische beslissingen nam.” Riddick doelt daarbij op de verwijderingen van Michael Jordan (na een relletje met een ploegmaat op training) en Adam Hall, twee Amerikanen die tijdens de zomer overkwamen. Vooral spelverdeler Jordan viel door de mand, een gegeven dat Eddy Casteels – die Jordan er absoluut bij wilde – zuur opbrak en tot diens eigen ontslag leidde.

Maar Anzulovic dus … Een ijskoude brulboei die er niet voor terugdeinst zijn spelers uit te kafferen of met een verschroeiende blik neer te bliksemen. Op korte termijn werkt zoiets, blijkt echter. Zoals de plotse ontbolstering van Wes Wilkinson aantoonde. De blanke center barst van het talent, al bleef dat te lang onbewezen. Wilkinson: “Ik liep de eerste maanden bij Charleroi gefrustreerd rond, ik wist dat ik de ploeg iets kon bijbrengen, maar ik zat vaak en lang op de bank. Met de komst van Anzulovic veranderde dat. Hij schreeuwde voortdurend naar mij en er is een dunne lijn tussen vernederen en helpen, maar uiteindelijk deed hij a good job, want hij verplichtte mij om beter te doen.”

De vraag blijft nu wat er met deze kampioensploeg zal gebeuren. Riddick tekende wel voor vijf jaar bij en zal dus tot zijn pensioen in Charleroi blijven spelen, maar voor al de rest blijft het afwachten. Sowieso moet het de ambitie zijn van Somme om volgend seizoen weer een kern van twaalf volwaardige toppers samen te stellen. Met als doel niet enkel de landstitel maar ook succes in de ULEB Cup. “Elk jaar krijgen de Belgische ploegen een beetje meer aansluiting bij de Europese subtop, volgend seizoen moeten wij in de ULEB Cup nog beter doen dan dit seizoen”, besloot de immer ambitieuze Spirouvoorzitter. De langverwachte titel is binnen, het snakken is voorbij, tijd om al naar de volgende campagne te kijken. S

door matthias stockmans

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content