Na zestien jaar krijgt Francky Dury (53) een nieuwe voorzitter. Hij verhuist dan ook, van de Gaverbeek naar het Ottenstadion. Portret van de nieuwe Buffalocoach.

Een kille woensdagavond in maart 2006 in Waregem. In het Regenboogstadion warmen de spelers van Zulte Waregem en Westerlo zich op, over een dik halfuur vangt hier de heenwedstrijd aan in de kwartfinale van de Belgische beker die door Zulte Waregem zal worden gewonnen. Francky Dury, trainer van de thuisploeg, ziet achter de omheining een bekend gezicht en komt even gedag zeggen. “Wilt ge ne koffie drinken? Allee, kom”, en hij troont de verslaggever mee naar het spelershome, schenkt koffie, babbelt even en stapt weer naar buiten, waar nog geen kwartier later de wedstrijd begint.

Een paar maanden eerder volgt een reportageteam een week lang het reilen en zeilen bij de fusieclub. Het eerste interview vindt plaats in de kleedkamer van de trainers. Wanneer keeperstrainer Yves Vermote net voor het geplande trai-ningsuur arriveert, moet hij buiten wachten: in de krappe kleedkamer staan maar drie stoelen, en omdat er één bezet is door de reporter, kan de keeperstrainer zich niet omkleden. Wanneer de fotograaf een foto wil maken van het hokje, protesteert Dury zacht. “Moet dat nu echt? De mensen gaan met ons lachen.”

Dury snapt het eerste jaar in eerste klasse niet wat hem allemaal overkomt. “Had je me twintig jaar geleden als trainer in derde provinciale gevraagd wat mijn ambitie was, had ik gezegd: ooit trainer worden in tweede provinciale. Op die manier heb ik altijd mijn grenzen verlegd. Een keer stunten met Zulte Waregem vind ik geen kunst. Kunst is om over vijf jaar een nog betere trainer te zijn dan nu. Ik leg de lat voor mezelf hoog, maar altijd op voor mij haalbare hoogte.”

Twee jaar na de reportage waarbij de keeperstrainer buiten het trainershokje wachtte, heeft Dury een ruim bemeten bureau, met alle faciliteiten die een moderne trainer zich wensen kan. Een deur verder huist zijn assistent Eddy Van den Berge in een al even grote ruimte, waar hij videoanalyses kan maken. Op Zulte Waregem gaan de dingen vooruit.

Ne viezen

Philippe Huyzentruyt van Bouwonderneming Huyzentruyt, sponsor van Zulte Waregem, speelde nog onder Dury, toen die begon als trainer bij Beveren-Leie, eerst in derde, dan tweede provinciale. “Francky was ne viezen: iedereen vond dat hij overdreef. Toch mochten we mekaar. Net als ik is hij rechtuit.”

Donderdagavond zakte hij samen met zijn trainer wel eens door, maar Dury zette met evenveel plezier zijn beste vrienden naast de ploeg. Philippe Huyzentruyt: “Op een dag vertelde hij me voor een wedstrijd tegen Kuurne, in tweede provinciale, dat hij me niet zou opstellen. Ik wist toch dat ik die week onvoldoende getraind had? Met de rust liet Dury me toch invallen, maar 25 minuten later haalde hij me er weer af, omdat ik niet goed was. Ook dat is Francky.”

De eerste keer dat Luc Dhaenens, toen manager van vierdeklasser Zultse VV, later van SV Zulte Waregem en vandaag scout van AA Gent, Francky Dury aan het werk zag, was die trainer van een andere vierdeklasser, Racing Doornik (vandaag opgegaan in FC Doornik). Dhaenens viel vooral Dury’s coaching op: “Zijn team speelde goed, aanvallend, fris, modern voetbal, er zat een systeem in. Toen ben ik hem gaan halen voor Zultse VV.” Dhaenens zag Dury sinds die dag in 1994 een enorme progressie doormaken. “Francky heeft één heel sterk punt: hij is zeer leergierig en stelt zichzelf altijd in vraag.”

Op Zulte Waregem wordt voorzitter Willy Naessens al jaren de tweelingbroer van Dury genoemd: “Omdat ik blijkbaar altijd net hetzelfde vertel als Francky. Maar wat wil je, als je elkaar dagelijks belt en al zoveel jaren samenwerkt?” Naessens zag Dury voor het eerst bezig in een invallerswedstrijd die hij met Ronse op Zultse VV speelde. “Ik zag hem roepen en tieren, hij liep me bijna omver, terwijl het maar om de invallers ging. Ik dacht: dat is een leeuw. In vierde klasse kon je van spelers niet eisen wat Francky wilde. Door dat verschil kwam hij regelmatig in aanvaring met spelers en supporters.

“Met zijn gedrevenheid is het moeilijk leven in deze maatschappij, waar de lat door velen niet al te hoog wordt gelegd. Hij wil vooruit. Tevreden is hij nooit. Francky Dury wil altijd en overal winnen. Dat waardeer ik zo aan hem: hij blijft ervoor gaan. Als zijn groep niet volgt, wordt hij kwaad. Maar hij is ook een liefhebber van goed voetbal. Mochten alle trainers die filosofie hanteren, we zouden wekelijks fantastisch voetbal zien.

“Francky wil ook altijd bijleren en zal altijd openstaan voor mensen die het beter weten dan hij.” Zo geeft de Nederlander Cees Wijburg hem mediatraining. Van een bezoek aan het fameuze Milanlab, keert hij razend enthousiast terug. Het zet hem ertoe aan om dezelfde praktijken met bescheidener middelen bij Zulte Waregem toe te passen. Want, zegt hij: “Meten is weten.”

Van spelers eist hij totale inzet en zelfdiscipline. Nieuwkomers die dat na een klein half jaar nog niet begrepen hebben, raadt hij in zijn bureau zonder wollige toevoegsels aan om een andere uitdaging te zoeken. Op de vraag of hij kan omgaan met mensen zonder begeestering, is hij duidelijk: “Als het iemand is die geen verantwoordelijkheid draagt, wel. Een speler zonder gedrevenheid wil ik niet. Omdat hij verantwoordelijkheid draagt en ik vind dat hij die moet opnemen.”

In zijn spelerskeuzes gaat hij niet altijd voor de gemakkelijkste oplossingen. Hij is het die de club afraadt om Geert De Vlieger een nieuw contract te geven, omdat hij gelooft dat het jonge talent, Sammy Bossut, klaar is voor het grote werk. Ook wanneer Bossut in de voorbereiding in de fout gaat, laat hij hem staan. En wanneer routinier Loris Reina geblesseerd uitvalt, geeft hij de onbekende Bart Buysse een kans op de linksachter. Wanneer Reina terugkeert, blijft Buysse gewoon staan. Jérémy Taravel gooit er na een ijzersterk debuut met zijn pet naar? Hij mag zich eerst op de bank bezinnen, en wanneer hij zich bij een nieuwe kans niet herpakt, mag hij gewoon weg.

Kritiek

Slechts af en toe betrekt het gezicht van de trainer. Dat gebeurt wanneer hij zich onheus bejegend voelt door mensen aan wie hij zijn vertrouwen schonk. Voorzitter Naessens: “Francky is een man van principes, afspraken zijn afspraken. Zijn motto is: wie werkt, wordt beloond. Wie één keer op zijn tenen trapt, heeft afgedaan.”

Stap voor stap heeft Dury zich omhoog gewerkt. Hij heeft, zegt hij, in zijn carrière nooit van iemand iets cadeau gekregen. Wanneer namen uit het voetbal kritische bemerkingen maken, voelt hij zich onheus behandeld. “Ik heb geen naam of faam die me krediet geeft. Ik kan wat ik in al die jaren heb opgebouwd niet laten kapot- maken door een of andere uitspraak.”

Dat zal altijd de achillespees zijn van mensen als Dury en hijzelf, zegt toenmalig technisch directeur Dominique D’Onofrio van Standard op de vraag wat Dury mist om een topclub te trainen: “Als je als eersteklassetrainer geen verleden als profvoetballer hebt, heb je weinig krediet. Bij een topclub zal Francky nooit kunnen werken zoals hij bij Zulte Waregem werkt.” Een paar maanden later vraagt toenmalig bondscoach Frank Vercauteren hem als assistent van de Rode Duivels. Dury vindt dat de combinatie tijdelijk moet kunnen. Achteraf noemt hij het niet zijn beste zet. Na zijn eerste interlands zucht hij bij zijn terugkeer tegen de spelers van Zulte Waregem dat hij maar wat blij is dat hij met zulke professioneel ingestelde voetballers mag werken. En dan bedoelt hij wel degelijk de spelers van Zulte Waregem.

Half maart 2009 belt de voorzitter van Genk met Willy Naessens met de vraag of Genk met Francky Dury mag praten. Het antwoord is nee, maar Dury is er niet kwaad om: “Ik zit niet te springen om ons project bij Zulte Waregem te ruilen voor een Belgische topclub. Ik mis bij Belgische topclubs – Standard uitgezonderd – vaak een projectbeschrijving. Als ik zie dat bij die clubs coaches maximaal één tot twee jaar de kans krijgen om direct succes te halen, kan het niet alleen aan die trainers liggen als ze falen. In België moeten veel goeie coaches werken binnen een minder goeie bedrijfsstructuur. Vroeger dacht ik dat Belgische topclubs kleine AC Milans waren, nu weet ik dat het hooguit verbeterde versies zijn van Zulte Waregem.”

Wie Dury beschuldigt van behoudend voetbal heeft de voorbije jaren weinig wedstrijden van Zulte Waregem gevolgd. Ook in de beginperiode, toen hij al eens voor een resultaatgerichte aanpak koos, werd de bal door zijn spelers nooit zomaar weggetrapt. Altijd zat er een systeem in en was combinatievoetbal de basis.

Het laatste jaar viel op hoe hij in bijna elk interview op zijn minst één keer een verwijzing naar Gent maakte, als hét voorbeeld van hoe je creatief je budget kon verhogen zonder dat het ten koste ging van het sportieve succes. “Vroeger riep ik dat Zulte Waregem zich moest spiegelen aan Westerlo, nu vind ik Gent ons grote voorbeeld.”

Met Gent zet Dury nog een stap vooruit in zijn ontwikkeling als coach. Of de Gentse spelers zijn boodschap zullen oppikken, zal bepalen of het voor Dury na vijf jaar eerste klasse aan de Gaverbeek ook Gentse Feesten worden.

door geert foutré

” Francky heeft één heel sterk punt: hij is zeer leergierig, stelt zichzelf altijd in vraag.Luc Dhaenens “” Met zijn gedrevenheid is het moeilijk leven in deze maatschappij, waar de lat door velen niet al te hoog wordt gelegd.

Willy Naessens “

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content