Ze heeft de wind in de zeilen. Eind november won ze de Route du Rhum, de transatlantische solozeiltocht van Saint-Malo, Frankrijk, helemaal tot in Pointe-à-Pitre, Guadeloupe. In dertien dagen tijd troefde ze de concurrentie – overwegend mannen – af. Ellen MacArthur is een Engels meisje van 26 jaar en 1 meter 61 en ze temt de zee met zeilen aan een boot.
Zelfs voor de geur van de zee waait de wind niet ver genoeg. Verder van de zee dan Whatstandwell, op het platteland van Derbyshire – waar Ellen MacArthur op 8 juli 1976 werd geboren – is in Engeland onmogelijk.
Maar tante Thea had een boot ( Cabaret) in Paglesham, aan de oostkust.
Pasen 1981.
“Toen tante Thea de deuren van de cabine van Cabaret opentrok, klom een geur van motoren en hout naar boven, zoals in de garage van mijn vader. Die nacht luisterde ik naar het klotsen van het water tegen de boeg. De volgende dag gingen we de zee op. Nergens viel land te bekennen en voor de eerste keer in mijn leven voelde ik me volledig vrij.”(uit het boek Taking on the World van Ellen MacArthur)
Eind november 2002. Ellen MacArthur wint als tweede vrouw – na de Française Florence Arthaud twaalf jaar geleden – de zevende editie van de Route du Rhum. Ze legt de theoretische 3640 mijl tussen Saint-Malo en Guadeloupe af in de recordtijd van 13 dagen, 13 uur, 31 minuten en 47 seconden. Ze laat met haar Kingfisher, een boot van 60 voet (16,28 meter) en met enkelvoudige romp, de tegenstanders aan boord van boten met meervoudige rompen, ver achter zich. Nog nooit vertoond in de twintigjarige geschiedenis van deze race. Oké, voor het eerst startten de trimarans één dag later dan de monocoques, maar voordien hadden ze de Route de Rhum telkens met dágen voorsprong beëindigd. Nu niet.
Een storm – Ellen MacArthur : “Een storm zoals ik er nog nooit een heb meegemaakt. Twee dagen lang moest ik mezelf vastmaken, ook als ik in de cabine zat.” – herleidde het deelnemersveld van de boten met meervoudige rompen tot een kerkhof. Van de achttien moesten er vijftien de strijd staken – te veel schade opgelopen of domweg gekapseisd : trimarans zijn te hoog voor stormen, als de wind woest wordt, blaast hij ze omver. In haar categorie lag Ellen MacArthur tot drie dagen voor de finish zij aan zij met haar landgenoot Mike Golding, die in de eindfase wegens kapotte zeilen begaf. Toen had MacArthur de storm al doorgestoken. Geluk gekend, ze belandde in de rand van het ontij, niet in het hart. Dat scheelt. Desalniettemin, haar vrouwelijke aanpak van de meteorologische elementen : “Ik maak nooit ruzie met het weer. Ik probeer met het weer mee te gaan.”
Zoals ze daar aankwam, in Pointe-à-Pitre. Ze stond aan de steven, de armen in triomf wijd gespreid, ze had de toortsen voor lichtsignalen ontstoken en hield die in haar handen. Blij dat ze aangekomen was, zei ze. Hoewel : “Als ik aan deze race één souvenir over hou, dan wel het plezier dat ik eraan heb beleefd. Ik heb onderweg verscheidene keren gedacht : dit is het mooiste moment van mijn leven. Ik hou ervan om ginds te zijn.” Ginds – ze wees naar waar de zee uit het gezichtsbereik verdwijnt en toch oeverloos verder vloeit.
“Ik werd helemaal wild van zeilen. Ik begon, penny per penny, te sparen voor een boot. Ik bespaarde op het eten in de schoolkantine, ik was acht jaar. Overal tekende ik bootjes. Als de vrienden en vriendinnen uit mijn jeugd me hebben onthouden, dan wel als : het meisje dat van boten hield.”(uit Taking on the World)
Februari 2001. Op de voorpagina titelt The Independent : “24.000 mijl, 94 dagen, 4 oceanen, 1 enkele heldin.” Ellen MacArthur eindigt als tweede in de Vendée Globe, als solozeilrace met overschot de moeilijkste en gevaarlijkste. De Britten beseffen dat ze over een nieuw sportfenomeen beschikken : de beste zeilster aller tijden, de vrouw die mannen verslaat.
“Ik voer de haven van Les Sables d’Olonne binnen, de haven waar ik drie maanden eerder aan de Vendée Globe was begonnen. Al die mensen op de kade. Al die geluiden. Tranen schoten in mijn ogen. Ik wilde terug naar zee. Mijn boot en ik hadden 26.000 mijl gezeild en ik wenste dat we nog eens 26.000 mijl voor de boeg hadden. Ik liep de cockpit binnen, Kingfisher en ik moesten nog even met elkaar alleen zijn. Ik wilde haar dankjewel zeggen en hoe het me speet dat ik dat haar moest achterlaten. Het brak mijn hart. Ik legde mijn hoofd tegen haar hout. Nog even sloten we ons af van de wereld. Dan zei iemand ‘Come on Ellen’ en zag ik de uitgestoken armen van mijn vader.” (uit Taking on the World)
Na februari 2001. Het moeilijkste aan een zeilrace zijn de momenten nadien. Daar heeft een zeiler het land aan. De adrenaline weg gedraineerd, neemt de vermoeidheid het lichaam over. Verweesd zonder de zee, dat ook. Ellen MacArthur schreef een boek ( Taking on The World), ze worstelde met woorden en met een depressie.
Na november 2002 ? Ellen MacArthur stapt straks over van de mono’s naar de multi’s, want : “Deze Route du Rhum is het einde van een geschiedenis en het begin van een andere”. In januari valt ze het wereldrecord zeilen rond de wereld – de zogenaamde Trofee Jules Verne – van de Fransman Bruno Peyron aan. Met Peyrons boot, de opgetuigde catamaran Orange. En met een bemanning. Het record bedraagt 64 dagen.
“Als je een droomt hebt, kun je hem realiseren.” (uit “Taking on the World”)
door Ben Herremans
‘Onderweg heb ik geregeld gedacht : dit is het mooiste moment van mijn leven.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier