‘Als we echt perfect spelen, zijn we gewoon niet te kloppen.’ Westerlo verloor zaterdag wel op Club Brugge, maar soms zegt het resultaat niet alles.

Wat achteraf kwam : een opmerking van de moderator op de persconferentie. Dat Herman Helleputte tijdens de rust boos was en de tweede helft vanop de tribune moest aanzien. “Wás ? ! Ik ben nog altijd boos, hoor ! Ik gun Jan (Ceulemans, nvdr) de winst, maar vandaag heeft Westerlo niet verloren van Club Brugge, maar van Gumienny. Hij heeft de match naar de kloten gefloten, om het proper te zeggen. Blijkbaar heeft die iets tegen ons, want op Germinal Beerschot heeft hij ook al een honderd procent penalty voor ons niet gefloten.”

Nummer vijfenzeventig in de pikorde van scheidsrechters was de fluitenier in zijn ogen, zo had Herman Helleputte hem na het rustsignaal in de catacomben ook duidelijk gezegd. En een nul was hij ook, had Helleputte hem herhaaldelijk diets gemaakt toen Balaban na 43 minuten op Gaspercic’ tussenkomst een penalty uitlokte. De wijsvinger richting scheids en er dan met de duim een mooi cirkeltje van gemaakt. Gij ! Nul !

En het moet gezegd : Serge Gumienny floot heel slecht. Zo slecht dat Roland Duchâtelet namens STVV de dag nadien in zijn pen kroop en schreef dat “men kan schatten dat de vier ‘grote’ clubs per jaar ongeveer 10 punten cadeau krijgen, terwijl sommige andere clubs minder punten krijgen dan ze verdienen. Concreet : een middenmootclub kan vandaag nooit de titel verwerven, ook al is zij veruit de beste ploeg. Want men moet in de praktijk minstens 10 tot 15 punten beter spelen dan de ‘grote ploegen’ om kampioen te spelen.”

Zaterdagavond hield de arbitrage helaas voor Westerlo alle aandacht van hun sterke wedstrijd af. Want sterk was Westerlo, naar het beeld van de vorige negen competitiespeeldagen, waarop het met uitzondering van een barre wedstrijd in Moeskroen, de regie strak hield.

Dat de ploeg daarin slaagt, dankt hij onder meer aan de amper gewijzigde basisformatie waarin het de voorbije competitiestart telkens aan kan treden : Gaspercic, Wagemakers, Verheyen, Van Kerckhoven, Evens ; Ntuka, Janssens, Van Imschoot, Delen ; Coelho, Utaka. Het rijtje is een zekerheid. Op Brugge werd daarin alleen door een blessure bij Ntuka afgeweken : hij werd rechts op het middenveld vervangen door Wim Mennes, zelf pas terug van een operatie aan de lies. Dat Mennes op rechts weer in de ploeg wordt gebracht en niet, zoals vanouds, zijn plaats centraal naast Chris Janssens inneemt, verduidelijkt de sterkte van Westerlo dit seizoen. Centraal heeft Tom Van Imschoot zich immers in de ploeg genesteld.

Van Imschoot is een van de aankopen die Westerlo dit seizoen sterk maken. “Chris Janssens en ik”, zegt hij, “voelen elkaar aan : we nemen zowel aanvallend als verdedigend elkaars positie over en Chris coacht ook goed. Hij kan met zijn kracht en loopvermogen vaak voor de goal komen ; ik probeer erop toe te zien dat het middenveld goed opgevuld blijft. Duels waren, zeiden ze vroeger, mijn zwakke punten, maar daarin ben ik nu gegroeid. En we weten als ploeg wat te doen op verplaatsing : technisch vermogen hebben we bovendien genoeg om kansen te creëren – dat is ons tegen Brugge ook een paar keer gelukt – en we kunnen op organisatie spelen en de bal in de ploeg houden. We oefenen dikwijls op de organisatie, dus die automatismen zitten erin gehamerd.”

Het is de hand van Herman Helleputte, beaamt Marc Wagemakers. “Hij zit veel korter op de groep en verwacht scherpte op training. Dat zie je aan de bitse en scherpe manier waarop onze positiespelletjes worden aangepakt.” En dat zie je ook in wedstrijden. “De eerste twintig minuten krijgen we nauwelijks problemen omdat we scherp beginnen. De trainer kan ons zo oppeppen dat we door een muur lopen. Wij kunnen daardoor op de nul spelen. We beschikken over een sterke verdediging en daar haalt de hele ploeg rust uit. Ik bedoel : in tegenstelling tot vorig seizoen moet het allemaal niet onmiddellijk gebeuren. Als we de kansen afmaken, winnen we en anders, weten we, halen we altijd meestal wel een puntje. Ik kan me geen wedstrijd herinneren waarin de tegenstander meer dan drie echte kansen kreeg. Zelfs Beveren, dat dan toch frivool speelt, kwam maar aan één kans. Bovendien hebben we onze top nog niet bereikt : we kunnen nog beter op elkaar ingespeeld raken, want er zitten ondanks de ervaring ook nog spelers bij van onder de 25. In balbezit onze kansen uitspelen en benutten, dat kan natuurlijk nog altijd beter, maar als we echt perfect spelen, zijn we gewoon niet te kloppen.”

Werkende spits

Wagemakers kwam vorig seizoen onder Ceulemans als rechtermiddenvelder rechts achteraan terecht en bleef daar bij gebrek aan een alternatief ook nu staan. De late komst van de Tsjechische rechtsachter Mikael Scasny ten spijt. Want behalve een met Gaspercic, Van Kerckhoven en Evens gesterkte verdediging trok Westerlo ook spelers aan om zijn krappe kern in de breedte uit te bouwen. Naast Scasny, die na 77 minuten inviel voor de vermoeide Mennes, is er zo ook nog de bij Moeskroen uitgerangeerde Samir Beloufa bijgekomen. Alleen voor in de spits zoekt de ploeg nog versterking : Jochen Vanarwegen en Bjorn De Wilde, geblesseerd op Brugge, zijn vooralsnog niet de meevoetballende en werkende spitsen en bijgevolg nog steeds meer joker dan basisspeler. Die eer is na een seizoen aanpassen de opvolger van Tosin Dosunmu, Peter Utaka, te beurt gevallen.

Maar, zoals aangegeven, blijft het afmaken van de kansen een teer punt. Coelho koppelt creativiteit aan werkkracht, koppelt inzicht aan een hard schot met links, wat Westerlo dit seizoen al vijf doelpunten en twee assists van zijn kant opleverde. Die productiviteit kan Peter Utaka, Westerlo’s vaste diepe man, met amper twee doelpunten totnogtoe helemaal niet voorleggen. Een half schotje op doel liet hij tot zijn wissel (na het rood voor Gaspercic) in de 44e minuut optekenen. Maar dat de Nigeriaan desondanks toch van grote waarde blijft voor de ploeg, schuilt in zijn werkkracht. Zo ook op Club Brugge : Utaka zelf was het die als diepste spits de bal kwam ophalen aan de eigen cornervlag en daarmee de aanval over Coelho, Evens en Delen op gang bracht die tot de 0-1 leidde.

Wat daarna volgde, was de ontnuchtering door de uitsluiting van Gapsercic, die werd vervangen door Jonathan Ruttens. De inmiddels 18-jarige en stevig gebouwde doelman werd weggehaald bij Herk-de-Stad en dwong door zijn nationale selecties het vertrouwen van de Westelse technische staf af. Niet aan Bart Deelkens, die van de hand werd gedaan, noch Jonathan Bourdon, die werd aangeraden een andere club te zoeken, werd de plaats van tweede doelman toevertrouwd. Ruttens, die dankzij de samenwerkingsakkoorden van Westerlo al stage liep bij Feyenoord en Chelsea, greep na de rode kaart van Gaspercic zijn kans. Dat hij met een geloste bal aan de basis lag van het winnende doelpunt van Club Brugge werd hem na een paar knappe reddingen dan ook zonder veel problemen vergeven.

Derde plaats

“Brugge zocht vooral Leko,” zegt Van Imschoot, “dus ben ik daar wat op gaan spelen, waardoor ze moeilijker in hun spel kwamen, want Clement, weet je, is een goede voetballer, maar niet de man die het spel gaat verdelen. Op die manier hebben we ondanks dat het drie tegen twee was de ruimte op het middenveld toch klein gehouden.”

Westerlo won een beker, speelde al eens Europees en maakt jaar in jaar uit het seizoen in de middenmoot vol. Maar dit seizoen zou het er ambitieuzer aan toe gaan in het Kuipje en aldus geschiedt : na de partij in Brugge, waarin het een helft met tien moest spelen, staat Westerlo fraai derde.

Een zwaar programma heeft Westerlo nog niet achter de kiezen en tegen Zulte Waregem, Lokeren, Anderlecht en Standard moet Westerlo nog. Club Brugge, versterkt met Clement, zou een test worden, maar de omstandigheden beslisten daar anders over. “Toch”, zegt Van Imschoot, “heb ik nog nergens het gevoel gehad dat we een ploeg troffen die beter was dan wij. Die derde plaats is niet gestolen. Tegen Brugge hadden we een gouden zaak kunnen doen, dus we zijn nu wel efkes op revanche uit.”

Zelfs de derde plaats kon ook Herman Helleputte zaterdag niet troosten. “Want”, concludeerde de Westerlotrainer, “Zulte Waregem heeft gewonnen op Lierse en wij hadden een kloofje kunnen slaan van acht punten met Club Brugge én met de vijfde plaats.” Het zat erin. “We waren naar hier gekomen in de wetenschap dat Brugge moest kómen om te winnen, dus wij konden volstaan met ze op te vangen, maar we zijn erin geslaagd meer te doen dat dat. Want op bepaalde momenten wisten ze niet meer wat te doen : ze leden balverlies op balverlies.”

Pas als ze op het eind van het seizoen nog staan waar ze nu staan en dat het seizoen daarna kunnen bevestigen, zullen ze zich in het Kuipje waarschijnlijk gerust genoeg voelen om van de hausse een ankerpunt te maken. Want ook succes moet het in Westerlo verdienen om verzilverd te worden. En dan nog. l

DOOR WIM DE CONINCK

‘Uit onze verdediging haalt de hele ploeg rust.’ (Marc wagemakers)

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content