Udinese verdedigt Europees Italiaanse voetbaleer.

In 1997 kwalificeerde Udinese, dat afgelopen weekend verloor van Genoa, zich voor het eerst voor Europees voetbal, twee jaar na de laatste promotie naar de Serie A. Drie jaar naeen deed het mee in de UEFA Cup (de derde keer via de Intertoto), later haalde het nog twee keer de UEFA Cup. In 2005 plaatste het zich zelfs voor de Champions League, waarin het als derde eindigde in zijn groep, om vervolgens in de achtste finales te verliezen van het Bulgaarse Levski Sofia.

Tot kort na Nieuwjaar hing het lot van trainer Pasquale Marino aan een zijden draadje. Na een sterke start was Udinese helemaal weggezakt. Drie maanden lang, van november tot januari, kon het niet meer winnen. In die moeilijke tijden bevestigde eigenaar, sinds 1986, Giampaolo Pozzo (67) het vertrouwen in de coach. Daar wordt hij nu voor beloond. Europees elimineerde Udinese Borussia Dortmund, klopte het in de groepsfase Tottenham, Spartak Moskou en Dinamo Zagreb en verloor enkel uit bij NEC. Later wipte het Lech Poznan en nu titelverdediger Zenit Sint-Petersburg. In de kwartfinale ontmoet het Werder Bremen, dat eerder AC Milan uitschakelde.

Deze Europese campagne verandert de toekomst van de club niet, zegt Pozzo, die er geen moeite mee had dat de provincieclub als enige overgebleven Italiaanse club betrekkelijk weinig media-aandacht kreeg. “Wij gaan doen wat we altijd deden: onbekende talenten aantrekken en hun sportieve waarde verhogen, zodat we ze aan een meerwaarde kunnen verkopen.”

De talenten die nu in de vitrine staan, zijn de drie spitsen: Fabio Quagliarella, SimonePepe en Antonio Di Natale. Van de twintig eersteklassers heeft Udinese de op twee na laagste loonlast: 14 miljoen euro, of een achtste van de loonlast van Inter en Milan. De hele spelerskern van Udinese verdient op jaarbasis minder dan Ibrahimovic of Kaká. Alleen Atalanta Bergamo en Reggina hebben nog meer goedkope spelerskernen dan de wit-zwarten uit Friulië. De laatste jaren sluit Udinese zijn begroting af met winst.

Milankeeper Christian Abbiati is na een kniekwetsuur ten gevolge van een botsing met een ploegmaat tijdens de wedstrijd tegen Siena voor de rest van het seizoen out. Abbiati was dit seizoen na drie jaar omzwervingen (vorig jaar speelde hij nog voor Atlético Madrid) teruggekeerd bij zijn oude club, waar hij Dida op de bank hield. De Braziliaan, die halverwege vorig seizoen zijn basisplaats verloor, neemt opnieuw plaats in doel.

Daniele Mannini (25, Napoli) en Davide Possanzini (33, Brescia) worden niet voor twaalf maanden geschorst nadat ze zich op 1 december 2007 als spelers van Brescia te laat aanboden voor een dopingcontrole na de tweedeklassewedstrijd Brescia-Chievo. Die straf was door de internationale sportrechtbank TAS op 29 januari opgelegd, maar de zaak komt begin april weer voor bij TAS, nu in beroep. In afwachting mogen de twee, die door de Italiaanse sportrechtbank preventief voor een maand geschorst waren, weer voetballen.

Juventus bereikte met de bank Credito Sportivo een overeenkomst voor een lening van 50 miljoen euro – terug te betalen over twaalf jaar – voor de verbouwing van het vroegere Stadio delle Alpi, dat straks privé-eigendom wordt van de club. Voor de aanvang van de werken zal de naam van de hoofdsponsor, naar wie het nieuwe stadion zal heten, bekendgemaakt worden. Het nieuwe Delle Alpi zal 40.200 plaatsen bevatten en tegen het seizoen 2011/12 bespeelbaar zijn.

Komend weekend speelt de Squadra Azzurra in Montenegro, komende woensdag krijgt ze Ierland op bezoek, waar bondscoach Giovanni Trapattoni vorige week zijn 70ste verjaardag vierde.

GEERT FOUTRé

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content