Anderhalf jaar geleden was hij nog de duivel zelf, nu alleen nog een Rode Duivel. Axel Witsel voetbalt tegenwoordig op Gouden Schoenen.

Jorge Vidal, de manager van Axel Witsel, mag alleen praten over wat Axel Witsel het laatste anderhalf jaar heeft doorgemaakt als papa Witsel daar zijn toestemming voor geeft. Thierry Witsel wil alleen praten over zijn zoon als Standard daarmee akkoord gaat. Hij is als jeugdtrainer bij Standard onderworpen aan het communicatiebeleid dat door perschef Sacha Daout uitgestippeld is. Daout zucht als hij de vraag toegespeeld krijgt. Hij wil er nog eens over nadenken, maar een dag na de aanvraag blijft het antwoord: neen. “Anders blijft het maar doorgaan over transfergeruchten.”

Een week eerder werd in Sport/Voetbalmagazine afgetast hoe Witsel op de spelersmarkt ligt. Er wordt met betrekking tot hem nogal wat gespeculeerd, maar een Belgische spelersagent die vertrouwd is met de Engelse markt benadrukt dat hij zich best kan voorstellen dat Witsel straks in de Premier League voetbalt. “Axel kan het daar zeker maken, en dan heb ik het niet over staartclubs.”

De metamorfose van Axel Witsel is opmerkelijk. Anderhalf jaar geleden leek verder voetballen in België voor hem onmogelijk en werd hij in haatpolls vergeleken met moordenaars, maar de afgelopen maanden voetbalt Witsel op Gouden Schoenen.

‘Ce Standard-là peut être ambitieux’ titelt Le Soir na de 3-0-zege tegen KV Mechelen op zaterdag 26 februari, toen de Rouches in een uitgestelde competitiewedstrijd onder impuls van Witsel de Maneblussers overklasten. Na de wedstrijd gaf de bezoekende trainer Marc Brys, groot in de nederlaag, spontaan aan dat Witsel voor de rust misschien de beste helft uit zijn carrière had gespeeld. In die wedstrijd kon Witsel dankzij de terugkeer van Defour en de inzet van Franck Berrier wat hoger spelen in een centrale rol, kort aansluitend bij de ene diepe spits die toen Aloys Nong was. Witsel scoorde twee keer, strooide met assists en recupereerde tal van ballen. Hij sneed diep door de bezoekende verdediging, wandelde voorbij zijn individuele tegenstanders, zette een-twees op, maar won ook tal van duels op eigen helft. Kortom: een echte box-to-box. Witsel wijst na de match naar de terugkeer van Steven Defour die dag: “Zijn inzet bepaalt mee mijn rendement.”

Na de match leunt Dominique D’Onofrio ontspannen achterover wanneer hem om een reactie wordt gevraagd op de goeie match van Witsel. “Ik ken hem, ik weet tot wat hij in staat is.”

Kaká

Dominique D’Onofrio kent de kwaliteiten van Axel Witsel als geen ander. Hij is het die Witsel opmerkt wanneer hij zijn zoon Francesco gaat bekijken als die met Standard op Wezet speelt. “Wat me frappeerde, was zijn natuurlijke elegantie. Alles zag er zo gemakkelijk uit”, vertelt hij daarover. Via Vottem en Wezet belandt Witsel bij Standard, waar hij een week op proef mag bij de min-tienjarigen. Trainer Guy Deschamps zet hem op de tien en ziet dat het goed is. Een week later speelt hij al een fantastische match tegen Anderlecht. In 2006 speelt hij met de nationale ploeg met de min-zeventien zo’n sterk toernooi dat Arsenal, Feyenoord en Real hem willen inlijven. Maar Witsel en zijn familie vinden het nog te vroeg.

Halverwege het seizoen 2005/06 wil trainer Dominique D’Onofrio Witsel meenemen op de winterstage naar het Portugese Portimão, maar toenmalig technisch directeur Michel Preud’homme vindt de middenvelder – op dat moment nog geen zeventien – nog te jong. Voor het nieuwe seizoen 2006/07 – waarin D’Onofrio een stap achteruit zet en Jan Boskamp trainer wordt – hevelt Standard Witsel en ook Marouane Fellaini over naar de A-kern. Bij de start van het seizoen dropt Boskamp prompt Fellaini in de basis.

Maar Boskamp blijft niet lang en het is Michel Preud’homme die Witsel op 17 september tegen FC Brussels in de slotminuut laat invallen en zijn eersteklassedebuut maken. Wanneer op 17 februari Ricardo Sá Pinto niet fit raakt voor de thuismatch tegen Lierse komt Axel Witsel voor het eerst aan de aftrap in eerste klasse. Hij speelt een degelijke match, blijft staan en haalt de volgende weken een paar keer een hoog niveau. Preud’homme haalt hem van het centrum naar de flank. Hij speelt nu eens links, dan weer rechts, want centraal staan Steven Defour en Marouane Fellaini.

Na Fellaini’s vertrek naar Everton schuift László Bölöni Witsel weer naar zijn vroegere positie. Voortaan vormt hij met Steven Defour de as van het middenveld. “Defour en ik zijn twee nummers acht”, zegt hij. “Niemand kan zeggen wie van ons de verdedigende middenvelder van Standard is. De ene keer is hij dat, de andere keer ik. Dat gaat vanzelf tussen ons, zowel aanvallend als verdedigend. Ik voel feilloos aan waar Steven zich op het terrein bevindt, wat hij gaat doen en hoe ik daarop moet inspelen, door in te schuiven of terug te zakken.”

Nog geen twee jaar na zijn maidenmatch tegen Lierse wint hij de Gouden Schoen, als opvolger van Steven Defour. Wijlen Jan Wauters is blij met die keuze: “De meest frisse en sprankelende jongen heeft het gehaald. Witsel is ontluikende klasse.” Als hem gevraagd wordt om de nieuwe Gouden Schoen te vergelijken met een speler die het al waarmaakte op de internationale scène, moet Wauters niet lang aarzelen: Ricardo Kaká, qua speelstijl, en qua looks. “Een engelengezicht, zo lief, een onschuldige lach. Een jongen zonder veel branie.”

Met quotes is Witsel minder kwistig dan met fraaie passes of dribbels. Hij praat liever met zijn voeten dan met woorden. Op de vraag of hij echt timide is, zegt hij voorzichtig: “Ik ben eerder gereserveerd en discreet, maar als ik echt iets te zeggen heb, zeg ik het ook.” Kort voor de Gouden Schoen moet technisch directeur Dominique D’Onofrio zijn goudhaantjes op de vingers tikken: Defour en Witsel hadden zich in de pers laten ontvallen dat ze in België niets meer te leren hadden. In een interview had Axel Witsel aangegeven dat hij best het niveau had om bij Arsenal te spelen. Later nuanceert hij dat: “Ik baseerde me op wat ik had gezien tijdens een Arsenal-Portsmouth, en dat maakte niet zo’n indruk op mij.” In die periode schat zijn agent Jorge Vidal hem al in voor een waarde die zeker boven de 10 miljoen uitstijgt. Op de cover van Sport/Voetbalmagazine staat 15 miljoen. Een hoog cijfer, ingegeven door de 20 miljoen die Everton voor Fellaini betaalde.

In de maanden na de Gouden Schoen deemstert Witsel weg. Het valt nauwelijks op, omdat Standard zijn tweede opeenvolgende titel pakt.

Moordenaar

Alles komt naar boven in de commentaren na het vreselijke incident van 30 augustus, bij de start van het nieuwe seizoen. Nadat hij in een te fel contact het been van Anderlechtverdediger Marcin Wasilewski breekt, haalt zijn naam de hoofdpunten van het algemene nieuws. Witsel kan nooit meer in België voetballen, oordelen kenners. In een poll waarvoor de krant zich later zal excuseren plaatst Het Laatste Nieuws hem bij de meest gehate personen in Vlaanderen. Op weg naar de KBVB waar hij veroordeeld zal worden tot elf wedstrijden schorsing – later teruggebracht tot acht – moet hij door de politie beschermd worden tegen Anderlechtfans die hem voor moordenaar uitschelden.

Prentjesplakboek Panini haalt hem van de cover en vervangt hem door Dieumerci Mbokani. “Om de kinderen het goeie voorbeeld te geven”, dixit de uitgeverij. Zijn kledingsponsor Joma verlengt het sponsorcontract niet en merkt terloops op dat Witsel na het winnen van de Gouden Schoen niet voor zijn vak leefde en ook privé zoekende was (hij brak in die periode met zijn vriendin).

Toch blijft Witsel voetballen tijdens zijn schorsing. Tweeënhalve week na de fameuze overtreding staat hij aan de aftrap van de eerste wedstrijd voor de Champions League, die Standard thuis tegen Arsenal met 2-3 verliest. “Zonder dat incident laat Witsel nooit zijn man lopen. Vooral in het begin van de match speelde hij met de handrem op”, zegt algemeen directeur Pierre François. In die acht weken speelt Witsel tachtig procent van de wedstrijden met de beloften, bijna drie volledige matchen in de Champions League en twee matchen met de Belgische beloften.

Bij de beloften reikt Jean-François de Sart hem de hand: “Eerst wilde ik weten of hij zin had om ons te versterken. Hij wilde meteen, hij zat aan de grond. De matchen met de beloften van Standard waren een te laag niveau voor hem. Hij speelde twee goeie matchen, waaronder toch tegen Frankrijk.”

Door Witsels schorsing krijgt fysiektrainer Guy Namurois de kans om een individueel programma uit te werken, met aandacht voor krachttraining en oefeningen op snelheid.

Met de pers praat Witsel tijdens zijn schorsing niet, behalve één keer met Standardmagazine en één keer met de Luikse krant La Meuse. In die interviews geeft hij aan dat de hele affaire hem vijf jaar ouder heeft gemaakt en dat hij zich beschadigd voelt: “Dat ik door het einde van mijn relatie kwetsbaar was geworden en door die instabiliteit die fout op Wasilewski heb gemaakt? Ach, hoeveel jongeren van 20 gaan niet uit elkaar?” Hij leerde dat een speler even snel afgebroken wordt als opgehemeld. “Van het ene moment op het andere veranderde ik van een engel in een duivel. In een opiniepeiling in Vlaanderen werd ik beschouwd als meest gehate persoon, meer dan Kim De Gelder, die de kindermoorden in Dendermonde pleegde.” Aan Stéphane Pauwels, die hem aan de lijn heeft voor ons Franstalige zusterblad Foot Magazine, drukt hij zijn diepste wens uit: “Ik ben klaar om Wasilewski te zien wanneer hij wil. Het zal misschien wat tijd nodig hebben.”

Smoking

Witsel maakt zijn wederoptreden in de competitie op 30 oktober 2009 op het veld van het zieltogende Moeskroen. Standard wint, maar de spelers van Moeskroen hebben andere dingen aan het hoofd dan een reactie te geven op de comeback van Witsel. “Hij heeft volgende week tenminste nog werk”, zegt een Moeskroenspeler schamper. Een paar weken later wordt de club opgedoekt.

In een zeldzame reactie geeft Witsel nog eens aan dat hij nooit aan een vertrek naar het buitenland heeft gedacht. “Zelfs niet toen sommigen beweerden dat ik uit België weg moest vanwege mijn reputatie.”

Meteen na Nieuwjaar krijgt hij tijdens Standard-Anderlecht rood voor een overtreding op Roland Juhász. Na de wedstrijd gaan tv-analisten, ex-eersteklassevoetballers, verbaal met elkaar in de clinch. Terechte uitsluiting, zegt de ene. Geen sprake van, is de ander overtuigd. Later bloedt het seizoen van Standard dood na de Europese uitschakeling, play-off 1 wordt niet eens gehaald.

Bleek sukkelen de Rouches het nieuwe seizoen in. De verdediging is een zeef, vooraan kan Christian Benteke het gewicht van de aanval niet in zijn eentje dragen en op het middenveld zoekt Steven Defour naar zijn beste vorm. Net wanneer hij erdoor lijkt te komen, valt hij uit en moet Witsel het middenveld in zijn eentje dragen. Hij doet dat met vallen (rood op Cercle) en opstaan, maar is een van de weinige Standardspelers die niet gaan zwalpen.

De eerder genoemde match tegen KV Mechelen is Witsels galamatch in smoking. Plots beseft iedereen dat de middenvelder weer helemaal terug is. Mentaal lijkt hij de moeilijke periode goed verteerd te hebben, verbaal gaat hij niet uit de bocht en op het veld voetbalt hij dominant. Tijdens play-off 1 houdt hij moeiteloos zijn hoge niveau aan. Het zou wat zijn, anderhalf jaar na zijn demonisering titel en beker pakken en nog eens een transfer naar een topcompetitie versieren …

Maar ook dan heeft Axel Witsel nog een onvervulde wens.

In een interview met Foot Magazine op 24 november antwoordt hij op de vraag waaraan hij denkt als hij de naam van Wasilewski hoort: “Ik ben blij dat hij terug is op de velden. Als hij dat ook wil, zou ik hem graag ontmoeten.” De journalist wordt op de vingers getikt, maar kan met de bandopname bewijzen dat het verhaal klopt. Zes dagen later post Witsel op de website van Standard een communiqué: “In een interview met Foot Magazine werd de vraag gesteld: ‘Als Wasilewski het zou wensen, zou je dan klaar zijn om hem te ontmoeten?’ Op die vraag heb ik bevestigend geantwoord, maar ik heb op geen enkel moment opnieuw het initiatief genomen om daarvoor te pleiten, na mijn poging van vorig jaar waarop van zijn kant een weigering kwam die ik niet kan of wil beoordelen. De vraag van de journalist had dus geen actualiteitswaarde. In ieders belang vind ik het niet meer opportuun om over dat onderwerp nog te praten.”

De titel en de beker liggen in Witsels bereik, een overstap naar het buitenland – niet langs de achterdeur zoals anderhalf jaar geleden het geval leek, maar over de rode loper – zal zijn sterke prestaties belonen.

DOOR GEERT FOUTRÉ

Toen hij de Gouden Schoen won, vergeleek Jan Wauters hem met Ricardo Kaká.

“Wat me frappeerde, was zijn natuurlijke elegantie. Alles zag er zo gemakkelijk uit.” Dominique D’Onofrio

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content