Bij FC Utrecht zit Hans Somers (30) na twee mooie jaren op een dood spoor. Dit seizoen speelde hij tot nog toe amper. Een terugkeer naar België is een optie, maar blijkt in de praktijk niet zo simpel.

H ans Somers: “Ik voetbalde drie jaar in Turkije, van 2001 tot 2004. Bij Trabzonspor had ik eigenlijk net een fantastisch jaar achter de rug, we werden vicekampioen en wonnen de beker. Ik kon bijtekenen, maar ik vond drie jaar genoeg. Via de manager van Stefaan Tanghe kwam ik in contact met Foeke Booy, toen trainer bij FC Utrecht. Ik had op dat moment niet echt een beeld van het Nederlandse voetbal. Het enige dat ik wist, was dat er open gespeeld werd en dat de accommodatie overal in orde was. Ik ben een kijkje komen nemen in Utrecht en toen was het snel duidelijk. De stadions en de velden liggen er perfect bij, dat spreekt een voetballer sowieso al aan.

“In Turkije heerst totale voetbalgekte: voetballers zijn er goden. Je kan er bijna geen meter op straat lopen zonder aangesproken te worden door supporters. Zelfde met de media daar: het is gebeurd dat ik met mijn vrouw op het strand liep en de volgende dag een foto daarvan in de krant zag staan. De mensen vinden het fantastisch. De pers komt er tot aan je thuis gereden, zonder afspraak, om even een foto te nemen. In Nederland zijn de media toch eerder te vergelijken met de Belgische. Zo kritisch vind ik ze niet, behalve dan Johan Derksen of Hugo Borst, maar dat is meer voor de show.

“Je gezinsleven speelt ook een rol in de keuze voor een club. Zij moeten zich goed voelen bij de plek waar we naar verhuizen. Er komt ook veel meer bij kijken als je kinderen hebt. Ik heb twee zoontjes met mijn huidige vrouw en één dochtertje uit een vorige relatie. Mijn oudste zoon gaat in België naar school, ik heb daar gebouwd in de buurt van Aarschot. De helft van de week zit hij daar, van maandag tot donderdag. Ik vertrek hier dinsdagnamiddag na de training richting België en woensdag is onze vrije dag, dan blijf ik daar. Het schoolsysteem in Nederland is anders: hier moeten ze pas vanaf hun vier jaar naar school. Dat zijn allemaal zaken om rekening mee te houden.

“Daarom is een terugkeer naar België een reële optie voor mij. Ik had de voorbije jaren weinig concrete contacten met Belgische clubs, volgens mij komt dat deels omdat ze weten dat ik in Utrecht een goed contract heb. De omgekeerde beweging, spelers van Nederland naar België, zie je daarom weinig. Het is heel dubbel. Financieel is de Nederlandse competitie interessanter dan de Belgische. Als ik zie wie ze hier bij Utrecht aangetrokken hebben en wat ze die gasten betalen, dan denk ik niet dat veel Belgische clubs daaraan kunnen tippen.

“Het is toch normaal dat je als voetballer aan het financiële denkt? Je moet immers in een tijdspanne van tien jaar zorgen dat je safe zit voor de toekomst, want de meesten hebben geen hoger diploma of andere werkervaring. Je ziet genoeg voetballers die na hun carrière in een zwart gat vallen. In dat opzicht begeleiden ze voetballers in Nederland wel beter. Vorig jaar boden ze hier op de club de kans om bijscholing te volgen. Je kon verschillende vakken leren, zoals geldbeheer en dergelijke. Dat was via een bedrijf van Hans van Breukelen ( HvB Management, nvdr). Daarnaast heb je hier ook nog de Johan Cruijff Foundation, die voor allerlei evenementen instaat. Ze leren je al stilaan integreren in de wereld na het voetbal. Naar ik weet zijn ze daar in België helemaal niet mee bezig.

“Na dit seizoen heb ik nog één jaar contract, wie weet kan ik dan naar België terugkeren. Veel mensen vragen me: ‘Allez Hans, wanneer komt ge terug?’ Maar zo simpel is dat niet. Ondertussen is het enige wat ik kan doen mijn conditie onderhouden en zien wat er gebeurt onder Willem van Hanegem.

“Er komt zeker een dag dat ik terugkeer naar België. Als ik moet kiezen tussen de kelder van het klassement in Nederland of de middenmoot in België, dan kies ik voor België. Wij hebben in de voorbereiding tegen Germinal Beerschot gespeeld en wat zij toen op de mat brachten: die zouden absoluut niet misstaan in de Eredivisie.” S

door matthias stockmans

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content