Zondag speelt Zulte Waregem tegen AA Gent. In de aanloop naar de ontmoeting met zijn voorganger, Francky Dury, vertelt trainer Bart De Roover eens zelf over de accenten die hij aan de Gaverbeek legt. ‘Tijdens trainingen fluit ik niet voor overtredingen.’

B art De Roover schudt het hoofd. “Ik sprak Francky Dury nog nooit onder vier ogen”, zegt hij. “Zelf zocht ik ook geen contact met hem, ik wilde onbevooroordeeld aan deze job beginnen. Wel woonde ik tijdens de Pro Licensecursus een uiteenzetting bij die hij kwam geven over de overgang van het semiprofessionalisme naar het professionalisme bij Zulte Waregem. Heel interessant.” Nadat Dury enkele maanden geleden een streep trok onder zijn tijdperk aan de Gaverbeek, kwam De Roover in zijn plaats. Intussen kreeg zo ongeveer iedereen bij Zulte Waregem al eens de vraag hoe anders het er nu aan toegaat bij de fusieclub. De Roover geeft uitleg bij enkele gevonden verschillen.

Dynamische stretching

“Bart schafte”, zo zei assistent-trainer Eddy Van den Berge op 4 augustus in Sport/Voetbalmagazine, “het stretchen tussen de oefeningen af.”

Bart De Roover: “Met de hele groep x minuten stilstaan en de hamstrings oprekken, dat doen we niet. Ik ben geen voorstander van zo’n collectieve statische stretching. Ze moeten mij het echte voordeel daarvan nog aanprijzen. Als speler moest ik het zelf heel weinig doen en dus laat ik dat nu, net als bij mijn vorige clubs, ook achterwege. Ik sta ervoor open, maar nog geen enkele speler vroeg erom en toen ik overlegde met de medische mensen binnen de club, was er ook niemand die het noodzakelijk vond. Ik hou van een actieve recuperatie. Stretchen doen we hier nu op een dynamischere manier, in oefeningen. Zo verloopt de training ook vloeiend. Bij een passvorm bijvoorbeeld moet je jezelf verplaatsen. Tijdens die verplaatsing kan je oefeningen doen om alle spiergroepen goed los te maken.”

Verscheidene spelers vonden, al dan niet door het wegvallen van die statische stretching tussen de trainingsoefeningen, de voorbereiding fysiek zwaarder dan de afgelopen jaren.

“Was ze écht zwaarder of hadden sommigen die perceptie? Sowieso gebeurde alles in overleg met de mensen die waken over het fysieke. De tests gaven een constructieve opbouw aan. En je mag in een voorbereiding weleens diep gaan, natuurlijk. Je legt een basis, je lichaam moet gewend raken aan een bepaald ritme.”

Voorzitter Willy Naessens zei op 4 augustus in dit blad: “Bart jaagt de spelers iets meer in het rood dan Francky, die strikt wetenschappelijk trainde: tot een bepaalde hartslag maar niet meer.”

“Bij de periodisering móét je soms in ’t rood gaan. Daarnaast gebruik ik graag wedstrijdvormen, om situaties zo praktijkgericht mogelijk uit te leggen. Tijdens zo’n wedstrijdvorm gaat een speler dieper dan wanneer ik hem de oplossing zou aanreiken in een gesprek of in een pass- en trapvorm, de nabijheid van doelen nodigt uit om agressiever te spelen.

“En als tijdens zo’n wedstrijdvorm een verdediger zijn spits ervandoor muist en die jongen wil hem terughalen, dan moet ik die verdediger toch niet tegenhouden?! Dan zou ik ook niet graag hebben dat die op zijn horloge kijkt en zegt: ‘Sorry, coach, ik moet mijn mannetje laten gaan, anders zit ik boven mijn toegestane hartslag.’ Je hebt een basis, maar natuurlijk wijk je daarvan af. Het willen is ten minste even belangrijk. Er mag wat pit inzitten. Daarom fluit ik tijdens trainingen ook niet voor overtredingen.”

Hecht u belang aan wetenschappelijke ondersteuning?

“Veel. We houden daarover wekelijks besprekingen. Pas op, de wetenschap moet je goed kunnen gebruiken. Ik ben ervan overtuigd dat het niet moeilijk is om twee trainers te vinden die dezelfde resultaten van dezelfde wetenschappelijke test anders interpreteren. Bij ons volgt Bram De Winne dat, in samenwerking met de medische cel, correct op.”

Khaleem, de afjager

Linksback Bart Buysse, die onlangs van Zulte Waregem naar FC Twente trok, liet zich op 1 september in Sport/Voetbalmagazine ontvallen: “Ik vind dat De Roover nog te veel vanuit tweedeklassevoetbal redeneert: duels en kracht, terwijl Dury ons net leerde om ‘uit het duel’ te voetballen.”

( stilte) “Ik weet waarom hij dat zegt. Scherpte vragen is niet hetzelfde als agressiviteit vragen.

“Elke trainer wil mooi en offensief voetbal. Soms lukt of kan dat niet. Dan moet je op iets kunnen terugvallen. En: zonder bal kan je niet voetballen.”

Vindt u het fysieke aspect belangrijker dan het technische of tactische?

“Integendeel, want op basis van het fysieke houd je het geen veertig matchen vol. Ik probeer spelers zo veel mogelijk vanuit hun natuur te laten voetballen. Uiteraard zijn er situaties waarin je bepaalde accenten legt.”

Khaleem Hyland krijgt nu een meer offensieve rol dan bij Dury, die hem als controlerende middenvelder gebruikte. Vindt u Hyland beter als hij dieper staat?

“Dat zeg ik niet, maar in de eerste twee matchen scoorde hij toch twee keer, net doordat hij heel aanvallend speelde.”

Toch lijkt er nog wat werk aan zijn offensieve impulsen.

“Aan elke speler kan geschaafd worden.”

Hyland speelde ook al echt in steun van diepe spits Mahamadou Habib Habibou.

“Tegen Anderlecht moet je het tempo vaak ondergaan, dat was de enige reden om hem in die match op positie tien te zetten. Bij Anderlecht starten veel aanvallen via Lucas Biglia. Als je die laat doen, krijg je veel problemen. Khaleem kan een man goed afjagen. Ik vond hem de geschikte speler om Biglia te hinderen bij de spelverdeling.”

door kristof de ryck – beelden: belga

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content