Uit de trip naar Slovakije kunnen de Rode Duivels veel lessen trekken.

In de aanloop naar de laatste wedstrijd van het seizoen, de vriendschappelijke partij van vanavond in Genk tegen Turkije, speelden de Rode Duivels vorige zaterdag in het provinciestandje Trnava tegen Slovakije. De wedstrijd kaderde in het voorbereidingsprogramma met stijgende moeilijkheidsgraad dat de bondsverantwoordelijken opstelden om in augustus meteen vol aan de bak te kunnen gaan in het duel tegen Kazachstan, de eerste kwalificatiewedstrijd voor het EK 2008.

Slovakije behoort sinds 1mei 2004 tot de Europese Unie. Na Polen is het het land met de hoogste werkloosheidsgraad. Het is ook een eldorado voor autoconstructeurs, want Volkswagen bouwde er een grote fabriek in Bratislava en de groep PSA (Peugeot-Citroën) heeft er een in Trnava. Ondertussen is het Slovaakse voetbal aan een forse opmars bezig. Dat het nationale team een gelijkspel kon afdwingen tegen Spanje en vriendschappelijk zelfs Frankrijk ging verslaan in het Stade de France, spreekt in dit verband boekdelen.

Het gelijkspel dat de Rode Duivels tegen die ploeg behaalden, is dus zeker geen slecht resultaat. Daardoor blijft René Vandereycken ongeslagen. Ook voor de mentale sterkte van de toch vaak twijfelende Belgische voetballers is het een goede zaak dat er niet werd verloren. Maar het spelpeil was bedroevend laag. De bondscoach heeft dus nog behoorlijk wat werk voor de boeg. Toch valt op dat door zijn gestructureerde aanpak steeds meer puzzelstukjes in elkaar beginnen te passen. Aan de boorden van de Donau, waar de Rode Duivels verbleven, was dat niet anders.

Weinig kansen

Sinds de eerste wedstrijd onder zijn hoede tegen Luxemburg opteert Vandereycken voor een 3-5-2. Ondanks het late uitvallen van een aantal spelers, behield hij ook tegen Slovakije drie verdedigers ( Carl Hoefkens, Philippe Léonard en Jelle Van Damme) die bij balverlies steun kregen van twee flankspelers ( Peter Van der Heyden op links en Anthony Vanden Borre op rechts). “Ik was heel tevreden over dat systeem”, verklaarde de bondscoach. Hoewel hij er zich niet op wil vastpinnen, lijkt hij tegen kleine ploegen duidelijk voor die veldbezetting te willen kiezen. “Ondanks de beperkte mankracht in de defensie hebben we heel weinig kansen weggegeven”, voegde hij er nog aan toe. In dat concept zal Vandereycken voorts kiezen voor twee hardwerkende verdedigende middenvelders, die als het ware als ruitenwissers voor de verdediging moeten lopen. Tegen Saudi-Arabië vertrouwde hij die opdracht toe aan Timmy Simons en Karel Geraerts. In Slovakije kreeg zijn aanvoerder Gill Swerts naast zich. Ook toen hij vorig seizoen met Genk uiteindelijk op de derde plaats eindigde, koos Vandereycken al voor twee verdedigende middenvelders, toen weliswaar meestal voor een verdediging met vier. We zagen Simons en Swerts in Trnava dan ook een beetje in de rollen van Soley Seyfo en Justice Wamfor. “Ik moest vooral op de bal jagen zonder offensief al te avontuurlijk te worden. Daarbij wist ik dat Timmy nog in mijn rug speelde om de zaken te controleren”, toonde Swerts zich niet ontevreden.

België mag dan weinig kansen hebben weggeven, het creëerde er ook erg weinig. In Slovakije moesten enkel Thomas Buffel, Wesley Sonck en Luigi Pieroni proberen om voor gevaar te zorgen. “We speelden goed in positie, maar moeten nu proberen om wat meer vooraan te raken. Het belangrijkste was om eerst een organisatie op poten te krijgen. Daarna kunnen we ook aan het aanvallende compartiment denken”, sprak Karel Geraerts.

Buffel stond te vaak centraal en dreef eigenlijk zo Pieroni en Sonck, die nochtans een beter kopspel hebben dan hij, naar de flanken. “Gezien de slechte staat van het veld moesten we het proberen met hoge ballen, maar dat was natuurlijk niets voor Buffel. Moussa Dembele toonde zich daarbij meer in zijn sas. Dat hij op zo’n jonge leeftijd al zo goed de bal kan bijhouden, is veelbelovend”, liet de bondscoach zich ontvallen.

Sinds hij de teugels in handen heeft, drukt Vandereycken duidelijk zijn stempel op het spel van de Rode Duivels. Dat blijkt niet alleen uit de aandacht voor de organisatie, maar ook uit het vasthouden aan zijn bekende principes. Onnodige risico’s nemen schuwt hij als de pest. Vandaar wellicht dat hij iemand als Birger Maertens niet opriep. Hij ziet liever dat de bal in blok naar voren wordt gebracht en vooral langs de flanken om niet het gevaar te lopen op balverlies in het centrum. Zo was hij in Slovakije ook niet mals voor de spelers die terugspeelballen stuurden naar doelman Stijn Stijnen. “Op een dergelijk veld is dat niet de goede oplossing.”

Sterke Nederlandse inslag

Omdat hij in Nederland heeft gewerkt, kent René Vandereycken wellicht beter dan wie ook de mogelijkheden van onze landgenoten die boven de Moerdijk aan de slag zijn. In de selectie voor de matchen in Slovakije en in Genk zitten liefst zeven spelers die hun brood verdienen in Nederland : Tom Caluwé, Moussa Dembele, Stein Huysegems, Davy Schollen, Timmy Simons, Gill Swerts en Brian Vandenbussche. Ook Thomas Buffel, Wesley Sonck en Jelle Van Damme beleefden hun eerste buitenlandse avonturen bij onze noorderburen. Terwijl ook Bart Goor bij Feyenoord speelde, nog steeds de club van Pieter Collen, die nu niet werd opgeroepen maar er wel bij was voor de partij tegen Saudi-Arabië. Ligt het niveau van de Nederlandse competitie echter wel hoger dan dat van de onze ? “Het moeilijkste is om de aandacht te trekken”, legt Gill Swerts uit. “Maar als dat lukt, kunnen de scouts er zich hier snel van vergewissen dat we minstens evenveel kwaliteiten hebben als spelers die in België actief zijn.”

Swerts staat zowat symbool voor de Nederlandse aanpak van Vandereycken, die aan de tot voor kort weinig bekende krullenbol nu blijkbaar een vaste plaats bij de kern van de Rode Duivels wil geven. Swerts versleet zijn eerste voetbalschoenen bij Beveren, maar trok op zijn veertiende naar het opleidingsinstituut van Feyenoord. “Ik speel dus al tien jaar in Nederland. Misschien is het daardoor dat men me niet zo goed kent. In Nederland wordt alleszins beter getraind. Bij Beveren oefende ik bij de jeugd maar twee keer in de week, bij Feyenoord zes keer. Dat heb je nodig om te verbeteren. In Nederland spreken de spelers ook voortdurend tegen elkaar. Ik vind dat dit ook helpt bij de ontwikkeling. Ik denk dat mijn toekomst in Nederland ligt.”

Swerts beschikt alleszins over de kwaliteiten die Vandereycken hoog inschat : “Door de Nederlandse leerschool ben ik vooral mentaal sterk. Bovendien ben ik polyvalent. Ik heb dit seizoen bij Vitesse op zeven verschillende posities gevoetbald.” In Slovakije begon Swerts als verdedigende middenvelder en eindigde hij als rechtsachter.

Het verhaal van Moussa Dembele klinkt iets anders en lijkt meer op dat van Thomas Vermaelen, die in onze competitie debuteerde bij Germinal Beerschot en dan verkaste naar Ajax, waar hij ondertussen een basisplaats veroverde. Dembele, die prat kan gaan op een uitstekende balbehandeling, zag het minder groots en trok vanuit Beerschot in eerste instantie naar Willem II. Daar wist hij zich in 33 wedstrijden, waarin hij 9 keer scoorde, zozeer in de kijker te spelen, dat hij nu een contract kon tekenen bij AZ, de ploeg van Louis van Gaal. “Tilburg ligt eigenlijk vlak over de grens. Dat is dus makkelijk om je te integreren”, zegt Dembele. “In Alkmaar wordt het straks iets moeilijker, maar ik probeer geleidelijk vooruitgang te boeken. Het was een goed idee om op 18-jarige leeftijd België te verlaten. Sommigen vonden me nog te jong, maar ik heb enorm veel geleerd. In Nederland gaat alles veel sneller en je krijgt er de bal altijd in de voet aangespeeld. Op die manier kan ik beter gebruikmaken van mijn techniek. In België wordt te vaak de lange bal gehanteerd. Ook de filosofie ligt anders. In Nederland moet je niet noodzakelijk groot en fysiek sterk zijn om een kans te krijgen. Ook kleine spelers met een goede techniek komen aan de bak. En men schenkt er veel vlugger dan in ons land het vertrouwen aan jonge spelers.”

Ongetwijfeld heeft René Vandereycken na drie wedstrijden over een aantal zaken al een duidelijke visie, maar daar laat hij weinig van blijken. Voor zijn doen is het dan ook behoorlijk verrassend dat hij al een aantal keren heeft gehamerd op het belang van echte leiders in de groep. Sinds Marc Wilmots en Gert Verheyen vier jaar geleden na de uitschakeling door Brazilië in de achtste finales van het WK hun schoenen als Rode Duivel aan de haak hingen, keert het refrein over een gebrek aan persoonlijkheden voortdurend terug. Vandereycken beseft dat die in zijn groep aanwezig zijn, maar dat hij hun rol ook moet benadrukken. Sinds hij het roer in handen heeft, liet hij duidelijk blijken dat hij enorm op jongens als Timmy Simons en Daniel Van Buyten rekent.

Defensieve onduidelijkheid

Heeft het duel tegen Slovakije uiteindelijk tot iets gediend ? Voor de aftrap werd daar door heel wat mensen nogal sceptisch over gedaan. De match had Vandereycken vooral moeten leren in hoeverre de drie verdedigers op wie hij in zijn 3-5-2 lijkt te rekenen, complementair zijn. Maar Thomas Vermaelen, Daniel Van Buyten en Vincent Kompany ontbraken alle drie op het appel. Vermaelen liep in het duel tegen Saudi-Arabië een verrekking op, Van Buyten heeft last van de enkel omdat hij op vraag van de trainer veel te snel opnieuw speelde bij Hamburg en ontstekingsremmers nam voor de matchen tegen Berlijn en Bremen, en Kompany sukkelt nu met een blessure aan de kuit. Omdat er na de match tegen Turkije niet meer vriendschappelijk wordt gespeeld, heeft Vandereycken dus niet echt zicht op de mogelijkheden van de defensieve as die hij in gedachten heeft. Voor het overige lijken de puzzelstukjes wel steeds beter in elkaar te schuiven.

STÉPHANE VANDE VELDE

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content