Zondag om halfdrie ’s middags zal één man alle aandacht naar zich toe zuigen. Steven Defour keert terug naar de oude stal. De decibels zullen historische pieken bereiken.

De wedstrijd Standard-Anderlecht van aanstaande zondag zou weleens tot de meest legendarische van het Belgisch voetbal kunnen gaan behoren. Niet om sportieve redenen – daar maken we ons geen illusies over – maar wel vanwege de emotionele geladenheid. De terugkeer van Steven Defour naar Sclessin zal doen denken aan wat Luis Figo meemaakte toen hij op 21 oktober 2000 in het shirt van Real Madrid naar Barcelona terugkeerde. We spreken met Standard-Anderlecht tenslotte over onze eigen clásico.

“Het zal speciaal zijn, maar ik ben er niet bang voor”, verzekert de voormalige jonge kapitein van Standard. “Ik weet dat ze me zullen uitfluiten, maar ik denk niet dat ze over de schreef zullen gaan. En fluitconcerten motiveren mij, geen probleem dus.”

Om in te schatten wat Defour te wachten staat, namen we al eens de temperatuur op bij enkele diehards, supporters die al hun hele leven – of toch bijna – de Rouches steunen als was het hun eigen familie. De harde jongens en de meer verstandige spraken met ons over het personage Steven Defour, over de sporen die hij bij Standard naliet en de wonde die hij geslagen heeft, over het ‘verraad’ dat hij pleegde en over de ontvangst die hij zondag gaat krijgen.

Manu (40), lid van de ‘oude garde’ van de Hell-Side, gaat vanaf zijn 8 jaar naar Sclessin

“Steven was een leider, iemand die alleen maar leefde voor Standard. Hij maakte zijn truitje nat en trok de ploeg mee. Op Standard verwacht men dat spelers alles geven op het veld en Defour had dat perfect begrepen. Ook op menselijk vlak is het een goeie jongen. Het is een Vlaming met een Luikse mentaliteit. Ik ken hem vanaf zijn start bij Standard en ik zag hem ook geregeld buiten het voetbal. Het is hier dat hij het vak geleerd heeft. Hij had een clubicoon kunnen worden, ware het niet van wat hij afgelopen zomer gedaan heeft. Dieumerci Mbokani en Milan Jovanovic waren maar passanten, dat zij voor Anderlecht tekenden, had minder belang.

“Steven leefde voor de club, maar ging ook graag met ons een pint drinken. Gisteren belde hij me nog om me een gelukkige verjaardag te wensen. Toen hij naar Porto vertrok, en nadien zelfs naar Anderlecht, zijn we contact blijven houden. Ik las dat hij helemaal klaar was voor 2015, maar ik heb hem gezegd dat hij tot na 25 januari moest wachten om het jaar goed te beginnen. (lacht)

“Hij heeft veel mensen ontgoocheld, maar de waarheid is: hij is met Roland Duchâtelet gaan praten toen hij naar België wilde terugkeren. Maar die wilde niet in de portemonnee tasten. Van de 25.000 mensen op Sclessin zijn er misschien 24.000 die zijn beslissing niet begrijpen, maar die weten niet hoe de zaak ineen zit. Had Duchâtelet het gewild, dan speelde Steven nu opnieuw voor Standard. Toen ik begreep dat hij voor Anderlecht zou tekenen, heb ik hem dat afgeraden en hem gewezen op de gevolgen. Mais bon, volgens hem had hij geen keuze, ook al waren sommige Anderlechtfans tegen hem. Ik ben ervan overtuigd dat iedereen het hem zou vergeven mocht hij over twee jaar naar Sclessin terugkeren.

“Ik ben nog altijd bevriend met hem, maar Standard is mijn familie. Ik ga zondag dus zeker niet applaudisseren voor hem, maar ik ga hem ook niet uitjouwen. Hij doet gewoon zijn job. Als ik morgen mijn werk niet goed doe, word ik op de vingers getikt, voor hem is dat net hetzelfde. En wie weet gaan we nadien samen een pint drinken. De ultra’s zien dat ongetwijfeld anders, die hebben niet de mentaliteit van ons, de oude garde.

“Wordt het een risicomatch voor de veiligheid? Ik heb de indruk dat vooral de jongeren al eens over de schreef gaan. Maar hoe kun je een tribune van 55 meter met 7000 fans onder controle houden. Ik zal proberen degene die ik ken te kalmeren.

“Ik weet ook wel zeker dat hij zijn doelpunt niet zou vieren mocht hij tegen ons scoren. Maar hij zal de hoekschoppen wel komen trappen vlak voor de tribune, het is een man, hé.”

Kat La Rouche (52), voorzitster van supportersclub Standard@internet, gaat vanaf haar 16 jaar naar Sclessin

“Defour was Standard. Hij kreeg die aanvoerdersband niet voor niets. Hij had die onverzettelijkheid waar we zo van houden. Ik was er zeker van dat hij echt voor dat clubembleem speelde. Dat was voordien…

“Ik ken Steven niet persoonlijk, maar als ik naar de Académie ging, viel het me op dat hij altijd aanspreekbaar was. Mijn dochtertje was gek op hem en hij was altijd bereid om met haar op de foto te gaan.

“Ik begrijp nog altijd niet waarom de voorzitter geen inspanning gedaan heeft om hem terug te halen, zeker in een periode dat het publiek om versterkingen schreeuwde. Daar had hij veel goodwill kunnen creëren.

“Toen ik hoorde dat hij bij Anderlecht getekend had, viel mij maar één woord in: judas! Dat was veel erger dan Jovanovic. Steven was een kind van de club. Hij mocht naar Genk of naar Brugge gaan, maar niet naar dáár.

“Zondag ga ik hem waarschijnlijk uitfluiten, ja. Ook al blijft het een goeie jongen. Een vriend van de supportersclub werd door hem ontvangen in Porto, hij trok twee dagen met hem op. Hij zal over Standard ook nooit iets slechts zeggen in de media. Hij blijft een van ons, de mentaliteit van Anderlecht zal hij nooit hebben.”

Ahmed (45), lid van de ‘oude garde’ van de Hell-Side, gaat vanaf zijn 12 jaar naar Sclessin

“Van de eerste keer dat ik hem ontmoette, zag ik dat het een goeie gast was. Ik kwam hem weleens tegen in het uitgaansleven. Hij heeft me op een avond zelfs samen met Dominique D’Onofrio een lift naar mij thuis gegeven. Defour heeft veel betekend voor Standard, dat mag men nooit vergeten. Hij was de man die de club weer naar de top bracht. Hij was ook heel open tegenover de fans, veel meer dan een Axel Witsel bijvoorbeeld.

“Vandaag is hij ongetwijfeld nog altijd die beminnelijke, vriendelijke persoon. Het enige probleem is dat hij nu voor de vijand speelt. Defour zat in ons hart, maar dat hart heeft hij gebroken door bij Anderlecht te tekenen. Had hij voor PSV getekend, dan was dat oké, dan zou ik zelfs naar Eindhoven gaan supporteren.

“Het is natuurlijk ook zo dat Duchâtelet plots een kramp in zijn vingers kreeg toen hij een cheque voor Defour moest ondertekenen. De wedstrijd tegen Anderlecht wordt heet voor Defour, maar ook voor Duchâtelet, want niemand moet iets weten van zijn beleid.

“Ik ga Steven in elk geval warm ontvangen, het zal wat wennen zijn om hem uit te jouwen. Hij moet dat maar slikken en voor de rest voetballen. En misschien komen we mettertijd nog dingen te weten… Misschien werd hij gekidnapt en gedwongen om te spelen, zelfs om goed te spelen… (lacht) In elk geval: als hij later terugblikt op zijn carrière, zal hij wel vertellen dat hij zijn mooiste momenten op Sclessin beleefd heeft.”

Francis (57), levende encyclopedie van de club, heeft thuis een grote kamer gewijd aan Standard, gaat vanaf zijn 7 jaar naar Sclessin en miste sinds 1966 geen enkele Standard-Anderlecht

“Ik bekijk Defour niet anders sinds hij bij Anderlecht getekend heeft. Hij blijft altijd hier (wijst naar zijn hart). Maar dat hij nu in het paars speelt, is zeker vervelend.

“Er zijn zo veel mooie anekdotes over Steven die ik nooit zal vergeten. De dag nadat hij de Gouden Schoen kreeg, is hij naar mij gekomen, samen met journalisten van RTL. Dat vergeet ik nooit. Wie zou dat nog doen, met zijn Gouden Schoen naar de supporters gaan? Niemand. Zelfs Sérgio Conceição niet, die ik nochtans persoonlijk kende.

“Voor mij blijft hij een icoon van Standard, die vijf seizoenen dat hij alles voor de club gegeven heeft, kun je niet uitwissen. En Steven is een jongen zoals wij, geen dikke nek. Ik blijf erbij dat hij zich niet op dezelfde manier engageert bij Anderlecht. Als je hem in het oog houdt, zijn reacties ziet, dan weet je: hij doet daar zijn job, niets meer. Maar natuurlijk was ik kapot van zijn transfer naar Anderlecht. Toen ik hem voor het eerst in het paars zag: dat was Defour niet.

“Hij is niet de enige judas die we op Sclessin gekend hebben. Het ergste verraad pleegde Jean Thissen, die hier tien jaar speelde voor hij naar paars-wit vertrok. En toen was dat geen kwestie van centen zoals nu. Omgekeerd zijn er twee spelers van Anderlecht die nooit naar Standard zullen komen: Proto, want die heeft er de kop niet voor, en Vanden Borre. Maar er zijn ook twee Anderlechtspelers geweest voor wie ik respect had: Paul Van Himst en Ludo Coeck.

“Zondag zal ik zoals gewoonlijk op de hoofdtribune zitten en zal ik mijn mond houden. Het stemt me droevig, maar het gaat soms allemaal veel te ver… Ik was bevriend met Mémé Tchité en veel mensen wisten dat. Toen Tchité voor Anderlecht tekende, kreeg ik bedreigingen en scholden de mensen me uit aan de telefoon. Ze hingen in mijn straat zelfs foto’s op van Tchité en mij op de dag van Standard-Anderlecht. Mijn dochter had die zien hangen en waarschuwde me.”

DOOR THOMAS BRICMONT

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content