Achttien jaar nadat het weer toetrad tot de FIFA, gaat het niet goed met het Zuid-Afrikaanse voetbal. ‘Er zit veel politiek in deze competitie’, legt Foppe de Haan, de Nederlandse coach van Ajax Cape Town, een vinger op de kwaal.

Zoals Zuid-Korea en Japan in 2002 stelt ook nu de organisator van het WK nauwelijks wat voor op de wereldkaart van het voetbal. Het Zuid-Afrikaanse voetbal is een blinde vlek. Zijn spelers komen amper aan hun trekken in Europa en omgekeerd is een voortzetting van de carrière in Zuid-Afrika voor niemand een optie. Behalve dan voor enkele trainers. Hristo Stoitchkov mocht inmiddels zijn koffers pakken nadat hij er niet in slaagde Mamelodi Sundowns aan de landstitel te helpen, en ook Ruud Krol zou niet stevig meer in het zadel zitten na een teleurstellende vijfde plaats met Orlando Pirates.

Wel met een jaar verlengd in zijn Zuid-Afrikaanse dienstverband is Foppe de Haan. De 66-jarige Nederlander zette na een eeuwigheid Heerenveen en twee Europese titels met Jong Oranje een punt achter zijn trainerscarrière. Tot dat telefoontje in oktober 2009 van Hans Vonk, jarenlang zijn doelman geweest bij Heerenveen. Vonk was vorig seizoen naar zijn thuisland teruggekeerd voor een fin de carrière bij Ajax Cape Town. Toen dat zijn Turkse trainer ontsloeg, belde hij De Haan. Acht maanden later heeft die de ploeg op een zevende plaats geparkeerd. Niet echt hoog voor de fusieclub die elf jaar geleden voor 51 procent in handen kwam van het grote Ajax uit Amsterdam. Qua infrastructuur is ze absolute top in Zuid-Afrika. Maar, zegt De Haan, er is nog een pak werk aan de Zuid-Afrikaanse voetbalwinkel.

“Ik had afscheid genomen van het topvoetbal in Europa”, vertelt hij in een klein, kaal en van daglicht verstoken bureau op het oefencomplex in Kaapstad. “Elke dag op het veld staan: ik was er klaar mee. Maar hier is het totaal anders. Zuid-Afrika is een prachtig land. Mijn vrouw en ik waren hier vorig jaar al eens op vakantie geweest. Elke dag mooi weer, een mooi avontuur ook. Dat trok geweldig. En ik ben ook wel een beetje een ontwikkelaar natuurlijk. Ik vind het mooi om te kijken of ik het voetbal hier aan de praat kan krijgen.”

Wat moeten we ons voorstellen bij het voetbal in Zuid-Afrika?

Foppe de Haan: “Hans Vonk heeft er een mooie naam voor: pingpongvoetbal. Ik noem het gejaagd-door-de-windvoetbal. Het gaat geweldig snel heen en weer. Ze hebben techniek, maar in verhouding tot die techniek doen ze bijna alles in een te hoog tempo. Dat gaat ten koste van die techniek, want het leidt tot heel veel balverlies. Ze kunnen best aardig een bal stoppen, iemand passeren of goed trappen, maar in de wedstrijd zie je dat heel weinig terug. Als je gaat tellen hoe lang een ploeg in balbezit is, houdt het met twintig tellen op. Het gaat bijna altijd zo: de keeper heeft de bal, trapt hem een geweldig eind uit, er volgt een duel, de bal valt weer uit, en gelijk wordt hij hupakee weer weggetrapt. Zelf noemen ze het townshipvoetbal. Een zorgvuldige opbouw zoals bij ons, waarbij je het middenveld probeert te bereiken, dat vervolgens de spitsen inspeelt, zie je erg weinig.”

U schetst geen flatteus beeld.

“Nou ja, de mensen zelf vinden het wel mooi. Dat is óók een criterium. Mensen kijken hier naar andere kleine dingetjes. Naar een leuke truc of een leuke trap. Al gaat hij er bij manier van spreken honderd meter naast, dan nog vinden ze het prachtig. Het heeft er volgens mij ook mee te maken dat de mensen die komen kijken, heel weinig verstand hebben van voetbal.”

Krijgt u dat veranderd?

“Ajax Cape Town probeert in ieder geval een uitzondering te zijn. In mijn ogen voetballen we toch al heel aardig, maar het kost een hoop energie. En als er een nieuwe speler bij komt, moet je weer opnieuw beginnen. Want allemaal zijn ze in hetzelfde bedje ziek: ze rennen met de bal en hebben niet het idee dat ze moeten samenspelen. Dat doen ze pas als ze in de problemen komen. Ze gaan lopen, komen een muur tegen en gaan dan pas kijken of ze de bal kunnen afspelen. Het is toch een heel andere voetbalcultuur, hoor.

“In het rugby zijn ze top van de wereld, dat is hier doorontwikkeld tot het einde. Met het voetbal is dat niet zo. Ze hebben een poosje een aardig elftal gehad, op het eind van de jaren negentig, en haalden toen ook het WK, maar dat was toeval volgens mij. Er waren toen wat jongens die in Europa speelden. Ook de combinatie wit-zwart is niet onbelangrijk. Nu zitten er geen witten meer in. Ik bedoel dat niet negatief, maar het betekent wel dat ze minder opgeleid zijn.”

Een betere raciale mix zou het Zuid-Afrikaanse voetbal ten goede komen?

“Ja, zeker. Het zou zorgen voor meer uitgebalanceerd voetbal. Je ziet hier nu steeds meer zwart en wit door elkaar in de clubs. Die blanken voetballen ook heel aardig, hoor. Probleem is ook dat het voetbal hier helemaal verkeerd gestructureerd is. Dat zit hem in de competitie, in de opleiding van de trainers, in de jeugdopleiding, maar ook in de verhouding tussen PSL (de Premier Soccer League, nvdr) en SAFA (de Zuid-Afrikaanse bond, nvdr). Die vechten altijd met elkaar. Als je het vergelijkt met hoe het bij ons is georganiseerd, nou, dan moeten ze hier nog beginnen.”

Hoe komt het dat er amper spelers doorstromen naar Amsterdam ondanks de inspanningen die Ajax zich hier al elf jaar getroost?

“Er zijn er drie of vier geweest die het echt hebben gehaald. Dat is niet veel. Als de competitie op een laag niveau is, is de ontwikkeling van de spelers in die competitie ook minder natuurlijk. Jeugdcompetities kennen ze hier amper. Onze U19 speelt in de derde divisie, tegen volwassen voetballers dus, en staat daar gewoon in de middenmoot. Ze komen fysiek te kort, maar zijn wel het best voetballende team. Dat houdt in dat je niet elke week op de toppen van je tenen moet lopen om eruit te halen wat erin zit. Ik was gewend om met jonge Nederlandse topvoetballers te werken. Daar zit een geweldige drive in. Hier hebben ze dat helemaal niet: ze zijn blij met wat ze hebben. Ze komen uit een township, dus wie bij Ajax zit, heeft al een hele stap gezet. Voor de volgende stap moet het echt van binnenuit komen. Nou, dat vind je weinig, hoor.”

Haalt u er zelf genoeg voldoening uit?

“Het gaat steeds beter. Dat is ook de reden dat ik nog een jaar blijf. Omdat ik denk dat je met dit team, met een beetje verandering, echt top kunt worden. Hier.”

In een league waarvan het niveau dus niet om over naar huis te schrijven is.

“Je hebt een paar erg rijke clubs. Die hebben gewoon 38 kernspelers. Voor één elftal. En als ze horen dat Kaizer Chiefs een goede speler op het oog heeft, dan zal Sundowns of Orlando Pirates proberen om hem zelf te gaan kopen. Niet om er zelf beter van te worden, maar gewoon opdat de ander hem niet zou hebben. Zo vermorsen ze veel talent. Er zit veel politiek in deze competitie. In Kaapstad zie je dat minder, want dat is niet echt een voetbalbolwerk, maar rond Johannesburg speelt dat heel erg.”

Haalt Ajax genoeg uit de samenwerking?

“Het scouten staat hier echt in de kinderschoenen. Als je dat goed gaat doen, je pakt ze op tien, twaalf jaar en je maakt goede contracten, dan komen er echt een paar hele goeie tevoorschijn. Dat durf ik je te garanderen. Maar ze doen het niet omdat ze er de mogelijkheden niet voor hebben. Dus als ik Ajax Amsterdam was, zou ik hier een heel goeie staf neerzetten.

“Ik woon in Houtbaai en ga daar wel eens kijken als ze ’s avonds allemaal aan het voetballen zijn op de veldjes. Echt mooi om te zien. Ik heb een eigen teampje geadopteerd en zorg ervoor dat die kinderen schoenen en een uitrusting krijgen. Zo draag ik ook mijn sociale steentje bij. Daar lopen er dus drie of vier tussen waarvan ik denk: als je daar echt mee aan het werk gaat, dan wordt het wat. En dat is dan in een township waar van oudsher minder mensen wonen. In Kaapstad wonen er een paar miljoen. Daar moeten toch een paar goeie voetballers tussen zitten?”

Zal dit WK het allemaal op een hoger niveau tillen?

“Het zal helpen. De aandacht voor het voetbal neemt enorm toe. De stadions en de trainingsaccommodaties zijn veranderd, de PSL ontwikkelt zich ook en dat heeft allemaal toch te maken met invloeden van buitenaf. Een van de problemen volgens mij is ook dat Zuid-Afrikanen eilanddenkers zijn. Ze zijn altijd geïsoleerd geweest. Door de apartheid, maar ook doordat ze het zuidelijke puntje van Afrika zijn. Dus ver van de wereld, zou je kunnen zeggen. Dat beginnen ze nu te doorbreken. Ze kijken om zich heen en verruimen hun blik. Absoluut.”

Wat mogen we van de Bafana Bafana verwachten straks?

“Ze hebben de Grote Tovenaar aangesteld, hé (De Haan bedoelt Carlos Alberto Parreira, nvdr). Als je met een homogeen team uit de stages komt en fysiek in orde bent, zou je voor een verrassing kunnen zorgen, denk ik. Zoals Korea deed onder Hiddink. Volgens mij hebben ze ook de hele voorbereiding van Hiddink gekopieerd. Het grote probleem is dat ze heel veel moeite hebben om goals te maken, wat ook in de PSL een probleem is. BenniMcCarthy moet het doen, maar hij is vaak geblesseerd. Gewoon omdat hij niet hard genoeg traint. Toen hij ontdekte dat hij toch weer in aanmerking kwam, is hij dat wel gaan doen en zo weer geblesseerd geraakt. Steven Pienaar is natuurlijk de absolute topper, maar wat ze verder uit Europa hebben, zijn toch vooral wisselspelers of spelers uit ploegen in een lagere divisie. In normale omstandigheden komen ze er dus helemaal niet aan te pas.”

door jan hauspie

“Hans Vonk heeft er een mooie naam voor: pingpongvoetbal. Ik noem het gejaagd-door-de-windvoetbal.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content