‘Het was een echte lijdensweg.’ Twaalf maanden geleden belandde Iljo Keisse in het Gentse Kuipke van de hemel in de hel. Sinds gisteren probeert hij zich er weer in de hemel te rijden.

I ljo Keisse: “Kijk, ik krijg al onmiddellijk kiekenvel en we zijn nog niet begonnen. Een heel jaar ben ik ermee bezig geweest, heb ik ervan afgezien. En ik niet alleen, ook iedereen rond mij. Dat het nu eindelijk achter de rug is … ( slaakt diepe zucht) Supercontent ben ik daarmee. Anderzijds blijft er een wrang gevoel over omdat het zo lang aansleepte.

“Zelf was ik op 2 november, toen de beslissing viel, in Grenoble voor de zesdaagse. Het scenario was daarom dat mijn vader een sms klaar ging houden voor het begin van de zitting en eentje voor het moment van de uitspraak. Om vijf over twee kreeg ik het bericht dat ze begonnen waren, om elf over twee volgde al ‘VRIJ’.

“Het was de bevrijding na een zenuwslopende dag. De dagen voordien begon de nervositeit al een beetje, maar op de dag zelf was het pas echt pfff. Na een lange koersnacht was ik om halfvijf in mijn bed gekropen, maar vanaf negen uur lag ik al klaarwakker en kon ik aan niets anders meer denken. Toen het sms’je binnenkwam, stonden we aan te schuiven aan de lichten. Ik heb wel een halve minuut lang op de claxon geduwd en gejuicht als een gek. Iedereen die rond ons stond, zat te kijken, zo van ‘wat doe die?’ Daarna ben ik beginnen te bleiten. En dat heeft wel eventjes geduurd … ( lange stilte)

“Nee, ik was er niet gerust op. Ik wist dat ik niets misdaan had en na alle bewijzen die we op tafel gelegd hadden, ging ik niet uit van een schorsing en hoopte ik sterk op een vrijspraak, maar ik had die nog niet op dat moment verwacht. Ik vreesde dat de zaak nog een keer uitgesteld zou worden, dat ze het voor de zoveelste keer nog eens zouden onderzoeken. Maar blijkbaar hadden ze na zés keer genoeg informatie om een beslissing te nemen.”

‘344 dagen onzekerheid’

“344 dagen leefde ik in een enorme onzekerheid. De eerste dagen, weken, waren de moeilijkste. Toen begin december vorig jaar die fax van de UCI binnenkwam – ik kreeg die dan nog niet persoonlijk, want hij werd naar de ploeg gestuurd – stond ik als aan de grond genageld. Ik kende de producten die op de fax stonden helemaal niet en wist dat ik niets bewust genomen had. Ik zat recht tegenover mijn ploegmanager, die me vroeg: ‘Wat is er gebeurd?’, maar ik kon er niet op antwoorden. Ik zag hem denken: die renner hier voor mij liegt, en dat terwijl ik al jaren in die ploeg zat en wij elkaar al zó lang kenden. Ik zag de twijfel in zijn ogen, maar stond machteloos, want ik kón het niet uitleggen. Het enige dat ik kon zeggen was: ‘Ik weet het niet, ik ken het niet, ik heb niets misdaan.’

“Het duurde een maand vooraleer dat beest onderzocht werd. In de tussentijd was ik al twintig keer met de grond gelijkgemaakt door alle mogelijke kranten, door radio, tv, door van alles en nog wat. Iedereen had al een oordeel over mij geveld terwijl er nog helemaal geen duidelijkheid was, terwijl ik zelf nog altijd van just niks wist. Een maand later volgde de tegenexpertise met hetzelfde resultaat. Het is eigenlijk niet meer dan normaal dat een tegenexpertise op het B-staal hetzelfde resultaat oplevert als het onderzoek op het A-staal. A-staal en B-staal komen van dezelfde ‘plas’, maar worden enkel in twee verschillende pottekes gedaan. Die worden dan, A en B, verplicht onderzocht in hetzelfde labo en op hetzelfde toestel. In deze omstandigheden zou het eerder abnormaal zijn, mochten de A- en de B-analyses een verschillend resultaat opleveren, niet?

“Het systeem is echt niet gemaakt om een sporter die verdacht wordt nadien weer vrij te spreken. Ik zal niet zeggen dat het onmogelijk wordt gemaakt, maar het scheelt niet veel. Je moet werkelijk alles gaan onderzoeken. Een hele lijst heb ik hen bezorgd met alles wat ik gegeten en gedronken had, ook de medicatie die ik genomen had, want ik was ziek tijdens die week van de zesdaagse, voedingssupplementen, vitamines, werkelijk alles.

“De producent en de verdeler van het voedingssupplement hebben het allemaal nog eens tien keer moeilijker gemaakt. Daarbij wil ik overigens even benadrukken dat wij de naam van de producent, Aminolabs, nooit genoemd hebben. Het was de verdeler, Maximize, die Aminolabs erbij gesleurd heeft. Maar ach, voor mij is het één pot nat. ( heftig) Wat zij gedaan hebben, kan voor mij absoluut niet door de beugel. Ze hebben zich gemoeid in die disciplinaire commissie door onvolledige verslagen te bezorgen, nota bene gebaseerd op een product met een ander lotnummer, dus helemaal zonder waarde. Bovendien probeerden ze me ondertussen ook nog te intimideren met schadeclaims van 75.000 euro per week. Word je dan boos op die mensen? Of razend?”

‘Niets dan piekeren’

“Ja, het was een echte lijdensweg. Er zijn dagen geweest dat ik niet uit mijn bed gekomen ben. Ik deed niets dan piekeren in het begin. Het is natuurlijk niet zo erg als van een moord beticht worden terwijl je honderd procent zeker bent dat je onschuldig bent, maar voor mij kon je het er op dat moment mee vergelijken. Het ging over mijn imago, over mijn carrière, over mijn leven. Zeker in die periode, vlak na de zesdaagse, stond ik volop in de picture en dan viel er zoiets voor. Overal werd ik scheef bekeken. Of ik had tenminste toch dat gevoel, want het zal ook wel een beetje in mijn hoofd gezeten hebben.

“Een van mijn grootste ergernissen was dat er getwijfeld werd aan alles wat ik vanaf 9 december zei. Altijd. Ergens kan ik daar inkomen omdat de renners die de laatste jaren betrapt werden, allemaal zeiden: ‘Ik weet nergens van, ik heb niets gedaan.’ ( fel) Maar er is wel dag en nacht verschil tussen iemand die zich bezondigd heeft aan bloeddoping, epo of cera, en iemand waarbij iets dat niet eens prestatiebevorderend werkt in een minuscule hoeveelheid gevonden werd.

“Ik begrijp dat het ongeloofwaardig klonk toen ik als eerste reactie alleen kon zeggen: ‘Ik heb positief getest hoewel ik niets genomen heb, maar ik kan niet uitleggen hoe het dan wel komt.’ Zelfs mijn vader wist in eerste instantie niet wat hij ervan moest denken, hij was pas overtuigd van mijn onschuld op het ogenblik dat ik hem zwóér dat ik geen doping had gebruikt. ( opnieuw feller) Maar het frustreerde mij buitenmatig dat velen het in twijfel trokken toen wetenschappers wat later konden aantonen waarvan het product kwam. Die professoren zetten hun naam en handtekening op een verslag, hé. Ze deden dat heus niet voormijn schoon ogen.

“Ik waardeer wel enorm dat zowel de wetenschappers als de advocaten begrip toonden voor mijn situatie. Ik ben 26 jaar, ik woon in een huurhuis … Er zullen nog wel rekeningen volgen, maar ze hebben mij zeker niet gepluimd. Zeker niet. Wat mij veel meer gekost heeft, is het feit dat ik bij Topsport Vlaanderen voor twee jaar een contract getekend had dat inging op 1 januari 2009 en dat ik op 9 januari ontslagen werd. Daarnaast miste ik een tiental zesdaagsen en moet ik nu na een jaar opnieuw gaan onderhandelen over een contract, terwijl ik ‘eruitviel’ toen ik aan de top stond en het mijn bedoeling is om er weer in te komen aan de top. Ik zie dan ook niet goed in waarom ik minder betaald zou worden omdat ik een jaar verplicht aan de kant stond, ten ónrechte.”

‘Me afgesloten voor de buitenwereld’

“De financiële schade is groot, maar vooral mentaal was het heel moeilijk. De eerste maanden heb ik me afgesloten voor de buitenwereld. Ik zat thuis met mijn vriendin en met mijn hond. De rest kon me op dat moment gestolen worden. Had het nog iets langer geduurd, dan was ik in een depressie gesukkeld. Ik heb het nog nooit meegemaakt, ik kan dus niet zeggen wat een depressie inhoudt, maar de laatste twee maanden kreeg ik het opnieuw heel zwaar. Ik was niet meer de Iljo van voordien. Ik kon me niet meer motiveren om te leven zoals ik dat de voorbije jaren altijd had gedaan. Mijn fiets nemen en alles van mij af trainen zat er niet meer in. Ik weet niet hoelang ik het op die manier nog volgehouden zou hebben.

“Ik was het gewoon om 200 procent met mijn vak bezig te zijn, maar op het niveau dat ik moest rijden, kon ik dat niet meer. Nu, ik ben heel tevreden dat ik als eliterenner zonder contract mocht rijden dankzij een paar mensen die iets speciaals voor mij gedaan hebben. John Saey, Ronny Deschacht en het automerk Hyundai ben ik voor altijd dankbaar. Mensen die er staan voor je op het moment dat je het echt nodig hebt, vergeet je nooit. Het bleek de laatste tijd echter heel moeilijk om de motivatie te vinden.

“Aan stoppen heb ik alleen in het begin gedacht. Het was wel mijn eerste reactie: ik stop ermee. Je moet weten dat ik vorig jaar 32 dopingcontroles onderging, twaalf buiten competitie. Ik woon in het hol van Pluto. Als de bel hier gaat, is het de postbode of dopingcontrole. Al vijf jaar vul ik zorgvuldig mijn whereabouts in, zonder daar ooit een probleem van te maken. Ook op dat gebied probeerde ik een voorbeeld te zijn. En dan gebeurde er zoiets … Voor mij genoeg om te zeggen: ‘Dat kan niet, ik hou ermee op.’

“Toen we gevonden hadden dat het dopingproduct zich in dat voedingssupplement bevond, kreeg ik weer meer zin om te trainen, ook met het gedacht dat ik mogelijk vrij snel weer als elite zonder contract zou kunnen koersen. Voor mijn eerste wedstrijd was ik behoorlijk zenuwachtig voor de reacties van de toeschouwers en de andere renners. Wat de reacties van collega’s betreft, viel het verschil op tussen die van profs en die van eliterenners zonder contract. Sommige elites zonder contract stoorden zich eraan dat iemand die al vijf jaar prof was, hun bijverdienste kwam afsnoepen en ze riepen me af en toe iets venijnigs toe. Ik heb telkens geprobeerd om die mannen eruit te pikken, er na de koers bij te gaan en hen rustig mijn situatie uit te leggen. Zo kregen ze een beeld van hoe ik leed onder wat mij aan het overkomen was en waarom ik daar kwam koersen. Meestal beseften ze achteraf dat ze te ver gegaan waren.

“Van de profs kreeg ik dan weer niets dan positieve reacties, en niet van de minsten. Na de uitspraak kreeg ik bijvoorbeeld een berichtje van Mark Cavendish. Eddy Merckx belde me ook om te zeggen dat hij tevreden was dat ik vrijgesproken was en dat hij zijn hond naar mij genoemd had ( lacht). Dat doet me wel iets als zulke grote meneren je steunen.”

‘Een beproeving voor mijn relatie’

“De afgelopen periode was niet alleen voor mij maar ook voor de mensen rondom mij bijzonder lastig, voor mijn vriendin in de eerste plaats. Normaal vertoef ik 200 dagen per jaar in het buitenland, nu was ik op de zomerzesdaagse in Italië na het hele jaar thuis. Voor mij was het iets totaal nieuws, ik kende het al niet meer sinds ik vijftien was, maar dus ook voor An-Sofie. Dit jaar was een beproeving voor onze relatie, maar nu kan ik zeggen dat we er sterker uit gekomen zijn.

“Ook de band met mijn vader is sterker dan voorheen. Hij heeft me enorm gesteund, terwijl ik vroeger altijd mijn plan moest trekken in … Tja, in alles. En dat sinds ik zo groot ( wijst de hoogte van de tafel aan) was. Onze opvoeding was volledig gebaseerd op zelfstandigheid. ‘Heb je honger, eet. Heb je dorst, drink. Heb je zin om iets te doen, doe het, maar doe het zelf. Trek je plan.’ Ik kan me wel vinden in die filosofie, maar nu waren er dagen dat ik mijn plan niet kon trekken, dat ik me machteloos voelde om ook maar iets te doen. Mijn vader stond er op die momenten om me bij te staan.

“Het heeft me ergens wel verrast, ja, dat hij zich telkens de tijd en de moeite getroostte om me te steunen en voor mij in de bres te springen, maar in de eerste plaats ben ik hem er heel dankbaar voor. Eigenlijk waren we er voor elkaar, want op dagen dat hij er emotioneel wat door zat, had ik weer dat beetje energie over om er weer te staan. Het waren vaak maar kleine zaken die we moesten doen – het grote werk werd gedaan door de advocaten en de wetenschappers – zoals gewoon iets gaan afgeven in het labo in Brugge of een keer rondrijden met een verslag dat ondertekend moest worden. En toch … pfff … Soms was het me echt te veel. Ik heb de hulp nodig gehad.

“Professionele hulp heb ik niet ingeroepen, maar ik heb er wel aan gedacht en heel wat mensen uit mijn omgeving hebben me ook aangeraden om een psycholoog op te zoeken. Uiteindelijk heb ik het niet gedaan en heb ik het met behulp van mijn familie en vrienden zelf proberen op te lossen.”

‘Mezelf leren kennen’

“De afgelopen twaalf maanden heb ik heel wat mensenkennis opgedaan, maar ik heb vooral mezelf beter leren kennen. Ik besef dat ik de laatste jaren zo veel met mijn sport bezig ben geweest dat er buiten de koers niet veel meer overbleef, om niet te zeggen niets. Omdat mijn sport zo veel van mij vroeg – en ik gaf dat er ook aan – had ik een heel egoïstische levensstijl gekregen. Ik weet bijvoorbeeld dat mijn vader zich er mateloos aan ergerde dat ik mijn telefoon niet opnam of dat ik niet langskwam. Ze zagen mij soms twee, drie weken niet, en mijn moeder nog minder. Ik informeerde ook niet hoe het met hen ging of waar zij zich mee bezighielden.

“Nu zie ik in dat ik daar fout geweest ben. Die mensen staan er altijd, hebben er ook altijd gestaan voor mij. Ik besefte en apprecieerde dat onvoldoende. Het wielrennen zal veel van mij blijven vragen – als je pas van een zesdaagse komt, heb je niet veel zin om naar god-weet-waar te rijden – maar ik ga in elk geval mijn best doen om er meer voor anderen te zijn.

“Ik heb mijn sport leren relativeren, niet alleen door mijn zaak maar door alles wat er zich heeft voorgedaan. Dan denk ik aan het tragische overlijden van Frederiek Nolf, Frank Vandenbroucke en Dimitri De Fauw, en aan de zware val van Kurt Hovelynck. In de week dat hij viel, had ik de hele week met Kurt getraind, ook die bewuste dag waren we op weg naar elkaar.

“Ja, ik ben veranderd dit jaar. Die ‘affaire’ heeft mij harder gemaakt, daardoor heb ik zoiets gekregen van ( maakt wegwerpgebaar): doe maar voort, ik doe wel mijn eigen ding. Wat er daarnaast gebeurd is, heeft mijn ogen geopend en me de betrekkelijkheid van alles doen inzien. Vroeger was ik altijd een grote optimist, nu ben ik meer pessimistisch, maar ik denk dat dat optimisme wel zal terugkomen nu ik eindelijk weer kan doen wat ik graag doe.”

door roel van den broeck – beelden: jelle vermeersch

“Toen de beslissing viel, heb ik een halve minuut op de claxon geduwd

en gejuicht als een gek. Daarna ben ik beginnen te bleiten.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content