Komend weekend al is Eric Joly speelgerechtigd op Charleroi voor Roeselare, na Kortrijk, Gent en Oostende zijn vierde Belgische ploeg. Eigenlijk had Joly nu bij Zulte-Waregem moeten spelen, waar hij eind vorig seizoen een riant driejaarscontract tekende, maar Zulte-Waregem en Oostende raakten het niet eens over de te betalen transfersom. Joly lag na de degradatie nog een jaar onder contract : “Maar ik wilde absoluut niet in de tweede klasse spelen. Ik dacht dat ze me makkelijker zouden laten vertrekken, tenslotte was ik in de winter ook gratis uit Schotland gekomen.”
Over wat er verkeerd liep, wil hij niets kwijt : “Het heeft met managers te maken. Ik werk al acht jaar met Roger Henrotay, maar de voorbije zomer zat hij er niet tussen. Ik heb mijn les geleerd : bij de onderhandelingen met Roeselare was hij er wel weer bij.” Joly tekende bij Roeselare voor twee jaar aan minder goede voorwaarden dan bij Zulte-Waregem : “Ik leverde flink in, om de transfersom te compenseren die Roeselare voor mij betaalde.” Op de valreep informeerde ook het STVV van zijn ex-trainer Herman Vermeulen : “Maar ik had mijn woord al gegeven aan Roeselare dat van bij mij thuis in Frankrijk maar een half uurtje rijden is.”
Na een vriendschappelijke wedstrijd tegen HO Oostende hoorde Roeselares manager Luc Devroe (ex-manager van KV Oostende) over de onvrede van Joly. Devroe : “Ik heb toen onmiddellijk met Eddy Vergeylen gebeld en gevraagd of er kon gepraat worden. Een paar dagen later kreeg ik al antwoord, vierentwintig uur later was de zaak rond. Joly is de laatste schakel die we nodig hadden. Met het wegvallen van Steve Barbé misten we een balvast type op het middenveld. Dat bleek tegen Beveren, en in de slotfase tegen Club.”
Bij Zulte-Waregem steekt sportief manager Luc Dhaenens de hand in eigen boezem voor het mislopen van de transfer van Joly : “We hebben dat verkeerd ingeschat. Op basis van de eerste lectuur van zijn contract leek het dat hij makkelijk weg zou kunnen bij Oostende, maar dat was uiteindelijk niet zo. Wat Oostende vroeg, konden wij niet betalen. Toen oriënteerden we ons op Matthieu Verschuere. Voor ons was het één van beide. Zin in een procedureslag met Oostende hadden we niet. Ik wil niet schieten op de managers die bemiddelden, ik neem een stuk van de fout op mij, dit is leergeld dat we betalen. Bij het nalezen van bestaande contracten roepen we er voortaan meteen een advocaat bij zodat we direct kunnen interpreteren hoe de situatie is.”
(GF)
