Raymond Domenech (Lyon, 24 januari 1952) volgde op 12 juli 2004 Jacques Santini op als de bondscoach van Frankrijk. De Franse voetbalbond (FFF) verkoos hem omdat hij tussen 1993 en 2004 als coach van Jong Frankrijk werkte en daardoor buitengewoon geschikt zou moeten zijn om de noodzakelijke verjonging van het nationale elftal door te voeren.

Als clubtrainer was Domenech eerder actief voor FC Mulhouse (1985-1988) en Olympique Lyon (1988-1993). Als voetballer reikte hij tot acht interlands. De verdediger speelde voor Olympique Lyon (1970- 1977), RC Strasbourg (1977-1981), Paris Saint-Germain (1981/82), Girondins Bordeaux (1982-1984) en FC Mulhouse (1984-1988). Met Strasbourg (1979) en Bordeaux (1984) werd hij landskampioen, met Lyon won hij in 1973 de Franse beker. De ongeslagen maar moeizame plaatsing voor het WK is zijn eerste succes als bondscoach. Pas op 1 maart van dit jaar verloren de Fransen voor het eerst onder leiding van Domenech. Tegen Slovakije werd het in het Stade de France verrassend 1-2. Die nederlaag temperde het enorme optimisme dat was ontstaan na de rentree van Zidane en de daaropvolgende resultaten.

Met de terugkeer van Zinédine Zidane, Lilian Thuram en Claude Makélélé en de overwinningen op Ivoorkust, de Faeröer en Ierland leek het klimaat rond het Franse elftal begin dit seizoen helemaal omgeslagen. Was die euforie terecht ?

Raymond Domenech : “Nee. Het optimisme moet niet net zulke buitenproportionele vormen aannemen als het pessimisme van nog geen jaar geleden. Er was in september een gevoel ontstaan dat de kwalificatie al binnen was, dat we die laatste wedstrijden eigenlijk al hadden gewonnen. Onzin, al waren we er wel duidelijk sterker op geworden. Het elftal dat ik bijvoorbeeld tegen Ivoorkust kon opstellen, was het sterkste sinds ik bondscoach ben. Gelukkig hebben we ons alsnog geplaatst voor het WK, maar de nederlaag daarna tegen Slovakije heeft nogmaals aangetoond dat euforie ons grootste gevaar is.”

Met de teruggekeerde routiniers is de gemiddelde leeftijd van de nationale ploeg fors gestegen. Tegen Ivoorkust bijvoorbeeld bedroeg die 29 jaar en 10 maanden. Is uw rol daardoor erg veranderd ?

“Ik had het gevoel dat iedereen speelde met het enthousiasme van een twintigjarige. Maar ik blijf dezelfde, net als mijn functie en mijn verantwoordelijkheid. Mijn taak is de spelers een gezamenlijk doel voor ogen te laten hebben. Ik blijf het zeggen : zíj maken de wedstrijd. Je kunt als bondscoach tijdens de training dingen aangeven, maar de wedstrijd is van de spelers.”

Hoe hebben de andere internationals de teruggekeerde vedetten ontvangen ?

“In de selectie is eigenlijk niet zoveel veranderd. Er is alleen meer beveiliging bij het hotel. Maar jongens als Patrick Vieira, William Gallas en Thierry Henry zijn niet anders gewend dan met superspelers om te gaan. De rentree van Zidane maakt in dat opzicht niet zoveel indruk. Het is natuurlijk wel zo dat iedereen erg blij was met zijn terugkeer.”

Heeft u een Zidane-effect gezien ?

“Ik ken Zizou al heel lang. Hij heeft het niet nodig lange verhalen te vertellen. Zidane is niet met een wapperende vlag binnengekomen als de grote baas die iedereen even snel op zijn plaats zet. Hij is geen luidruchtig type, maar anderen nemen hem wel graag als voorbeeld. Dat geldt overigens ook voor Thuram en Makélélé. We hebben er in elke linie een ervaren topper bij gekregen, dat heeft een positief effect op de anderen. Ik heb nooit twijfels gehad over de capaciteiten van mijn spelers, maar ze waren wat angstig. Nu hebben ze veel meer vertrouwen.”

Heeft u niet het gevoel een jaar te hebben verspeeld ?

“Nee, er is van alles gebeurd. Ik heb de dingen gedaan op de momenten waarop ze moesten gebeuren. We hadden ook al uitgeschakeld kunnen zijn. Het elftal is het afgelopen jaar langzaam gegroeid en tegen Ivoorkust en Ierland hebben we een grote stap voorwaarts gemaakt. Ik heb nergens spijt van.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content