Noliko Maaseik staat op twee wedstrijden van een unieke prestatie : kwalificatie voor de Final Four in de Champions League. Vanavond vindt in Bree de heenwedstrijd van de kwartfinales plaats.

Zwaar. Daarover was iedereen het eens toen de Europese volleybalbonzen begin september in Wenen de balletjes voor poule A van de Indesit Champions League uit de trommels haalden. De Belgische landskampioen Noliko Maaseik trof naast het Russische Belgorod, winnaar van de laatste twee edities van de belangrijkste Europese beker, ook nog het Griekse Iraklis Thessaloniki met ronkende namen als de Amerikanen Lloy Ball (spelverdeler), Tom Hoff (middenman) en Clayton Stanley (hoofdaanvaller), het in vergelijking met vorig seizoen serieus versterkte Friedrichshafen uit Duitsland en het Poolse Sosnowiec als grote onbekende. Moeilijk, maar in de Champions League zijn er geen gemakkelijke opdrachten, klonk het bij de Limburgers.

De grote onbekende viel alvast mee. Noliko startte goed in de Champions League, met 0-3-winst bij Sosnowiec, waartegen het later ook thuis vlot en zonder setverlies won. De tweede wedstrijd, in eigen zaal (Bree, welteverstaan) tegen Iraklis Thessaloniki, noemt Maaseikcoach Anders Kristiansson nog altijd “onze beste wedstrijd van het seizoen. We verloren met 1-3, maar wel tegen het team dat volgens mij de grootste kans maakt om de Champions League te winnen. Maar goed : elke trainer wint liever met slecht volleybal dan te verliezen met goed volleybal. Slecht volleybalden we maar één wedstrijd : bij Iraklis, waar we een zware 3-0 om onze oren kregen.”

Tussendoor was er het dubbele duel met Belgorod. In Bree op de eerste set na nog kansloos gelaten zorgde Maaseik voor een heuse stunt in Rusland door een ware thriller met 2-3 (14-16 in de tiebreak) in zijn voordeel te beslechten. Een onverwachte bonus in de strijd met Friedrichshafen voor de derde zekere plaats in de achtste finales. Maar de Duitsers verrasten op hun beurt door de schijnbaar nog aangeslagen Russen zes dagen later met 3-1 het nakijken te geven.

In de nek-aan-nekrace voor plaats drie was ondertussen duidelijk geworden dat ook nummer vier in poule A zich, zonder zware misstap, zou kwalificeren voor de volgende ronde. De nummers vier uit poules B, C en D kwamen niet aan het puntentotaal van Maaseik, dat zich dus mocht opmaken voor de achtste finales.

Eventjes leek het erop dat de Europese volleybalbond (CEV) nog een verrassing in petto had door de organisatie van de Final Four toe te wijzen aan Almería, dat zich sportief niet had geplaatst, maar zo’n vaart liep het niet. Kristiansson was er ook niet bang voor. “De CEV had er zich voor het seizoen over uitgesproken dat de organisator van de finaleronde een van de gekwalificeerde ploegen zou worden. Het zou al te gek geweest zijn op die logische beslissing terug te komen.”

Minder zwaar. Het lot was Maaseik midden januari gunstiger gezind dan vier en een halve maand eerder, geeft ook Anders Kristiansson toe. “In de pouleronde lootten we twee ábsolute toppers, Belgorod en Iraklis, voor de achtste finales kenden we meer geluk. Maar dat wil niet zeggen dat we met Jastrzebski een makkelijke tegenstander op onze weg vonden : in hun poule haalden ze het toch thuis van Panathinaikos en speelden ze Wenen compleet zoek.”

Een sterke indruk maakten de Polen nochtans niet vorige week in de terugwedstrijd, maar daar was een reden voor : na de heenwedstrijd was het kalf immers al zo goed als verdronken. Maaseik legde de basis voor een volgende kwalificatie (voor de kwartfinales, ofte play-offs met zes) al in de heenwedstrijd : 0-3 én een grote puntenmarge. Het kon haast niet meer foutlopen voor eigen publiek. En dat deed het ook niet.

In de kwartfinale wacht ‘een oude bekende’. Friedrichshafen ondervond meer tegenstand dan Maaseik om zich bij de beste zeven (inclusief het rechtstreeks voor de Final Four geplaatste Thessaloniki) ploegen van Europa te scharen. Het won eerst met 3-1 van Panathinaikos om vervolgens in Griekenland met dezelfde cijfers te verliezen. Het betere puntensaldo gaf de doorslag.

Weer Maaseik-Friedrichshafen dus. Kristiansson waagt zich, traditiegetrouw, niet aan een voorspelling. “Zij kopten ons thuis met 3-1, wij deden tegen hen hetzelfde in Bree. Het totale aantal gescoorde punten over de twee wedstrijden was preciés hetzelfde. Over de hele eerste ronde van de Champions League, na duizenden balwisselingen, bedroeg het verschil zés punten. Je kan niet anders concluderen dan dat wij aan elkaar gewaagd zijn.”

Net als zijn collega bij Maaseik kan Stelian Moculescu, die naast trainer van Friedrischafen ook bondscoach van Duitsland is, wissels doorvoeren zonder kwaliteitsverlies. “Met de twee middenblokkers, Bogdan Jalowietzki en Joao José als vaste waarden”, voegt Kristiansson eraan toe. “Vooral Jalowietzki is top : power, precisie en een geweldige opslag. Tegen Belgorod maakte hij niet minder dan twintig aces, om maar iets te zeggen.”

Maaseik speelt eerst thuis, vanavond, een week later volgt de return in Duitsland. Of het een voordeel dan wel een nadeel is om eerst voor eigen publiek te spelen, luidt de vraag aan Kristiansson. “Dat kan je op voorhand niet zeggen, het is afhankelijk van het resultaat. Winnen we thuis, dan staan zij onder druk en kan je iets gemakkelijker een gunstige uitslag halen ginder. Verliezen we, dan wordt het moeilijker. Ergens is het een voordeel om eerst uit te spelen : als je verliest, heb je altijd nog ergens het gevoel dat je het kan rechtzetten. Anderzijds : het is volleybal, geen voetbal. Je kan met andere woorden niet zeggen : we hebben de eerste wedstrijd gewonnen, nu gaan we verdedigen.”

Op verplaatsing of thuis, zeker in de Champions League maakt het niet veel uit, vindt de Zweedse coach van Maaseik. “In de CEV-cup kom je nog wel eens scheidsrechters tegen die zich op een of andere manier laten beïnvloeden of onder druk zetten en daardoor de thuisclub bevoordelen, maar in de Champions League nam het niveau van de referees de laatste jaren serieus toe en kom je dat nog zelden of nooit tegen. We spelen uiteraard liever thuis dan op verplaatsing, maar we bewijzen wel al jaren dat we een goede uitploeg zijn.”

Als Maaseik voorbij Friedrichshafen raakt, dan zet het een unieke prestatie neer : de kwalificatie voor de Final Four van de Champions League. “Met de jaren zal het moeilijker en moeilijker worden voor een Belgische ploeg om daarin te slagen”, beseft Kristiansson. “Maar we zullen er alles aan doen om er op 26 en 27 maart in Thessaloniki bij te kunnen zijn.”

door Roel Van den broeck

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content