Het duidelijk geformuleerde doel dit seizoen is om eindelijk nog eens landskampioen te worden, maar één wedstrijd voor het einde van de heenronde staat Club Brugge niet eens in de eerste helft van de klassering. Wat is het probleem en hoe moet het opgelost worden?

Probleemstelling Zijn laatste twee landstitels won Club Brugge in 2003 en in 2005 onder leiding van Trond Sollied, succes dat berustte op onder meer mentaal sterke spelers en een ‘geautomatiseerd’ spelsysteem. In die tijd heette het soms dat de ploeg wat verbeeldingskracht miste, nu lijkt het bij momenten te veel spelers aan realiteitszin te ontbreken. ‘Misschien’, zei voorzitter Pol Jonckheere onlangs, ‘zijn we onderweg het evenwicht tussen finesse en werkkracht verloren.’ Is dat de essentie van het probleem?

Gert Verheyen, analist van Belgacom TV en ex-profvoetballer die met Club Brugge vier keer landskampioen werd: “Mij gaat het niet om het type speler, maar om zijn mentaliteit en karakter. Want van een creatieve voetballer kan de instelling goed zijn en van een werker kan die slecht zijn. Het is niet omdat je het op een mooie manier doet dat je niet mentaal sterk kunt zijn. Voor mij is het criterium: ben je een winnaar op het veld of ben je het niet? Ben je echt teleurgesteld na een nederlaag? Of zeg je: ja, oké, we hebben vandaag gesjot en we hebben verloren? Wat dat betreft, zit er volgens mij een serieus onevenwicht in de ploeg. Er zijn er te veel die daar te gemakkelijk overheen stappen en het zijn zeker niet uitsluitend technische types. Maar vanuit de tribune kun je dat niet volledig beoordelen. Om die analyse helemaal juist te kunnen maken moet je dagelijks met die mannen werken, want het gaat om het totaalbeeld: hoe train je, hoe speel je, hoe gedraag je je naast het veld? Het probleem is dat zij die daar te gemakkelijk overheen stappen in de kleedkamer de overhand hebben. Steek een Perisic in een kern als die van Sollied destijds en er is niks aan de hand. Maar als er binnen de groep geen of onvoldoende correctie is, beginnen zulke jongens ook verkeerde dingen te doen en dat is frustrerend voor de anderen. Waarom gooit Stijnen zijn aanvoerdersband weg? In de laatste jaren van mijn carrière kwam er ook steeds meer op mijn schouders terecht en dat kun je gewoon niet blijven houden.”

Wat is de grootste gemene deler van de vier ploegen waarmee je bij Club Brugge kampioen werd?

“Ten eerste: kwaliteit. Het beeld dat van Club Brugge bestaat, is dat van werkers en werkvoetbal, maar dat waren in de eerste plaats allemaal goede ploegen. De mix was goed. Er was, denk ik, onderling respect. Enerzijds voor de mannen die wel eens buiten de lijntjes kleurden maar in het weekend wel het verschil maakten, en anderzijds hadden zij wel iets van: als jij voor mij twaalf kilometer loopt, dan heb ik daar ook alle respect voor. Dat werkt.

“Hoe meer techniek hoe beter, maar dat is maar een beperkt deel van de talenten die nodig zijn om kampioen te worden. Bij een topclub gaat het erom er elke week te staan en als je Europees speelt zelfs om de drie dagen. Met één keer te tonen hoe geweldig je bent en dan weer twee keer te verliezen, word je nooit kampioen. Als je na een eerste helft zoals die op Germinal Beerschot toch nog de wedstrijd verliest, is dat heel erg, erger dan slecht spelen. Vorig seizoen al dacht ik: wij domineerden Anderlecht destijds op hun veld nooit zoals zij dat deden, maar ze verloren wel. Het eindresultaat was nul.”

Toen al zei je in Sport/Voetbalmagazine: ‘Ik zou nooit Odjidja, Vargas en Perisic samen opstellen.’

“Neen, omdat je in een wedstrijd altijd moet beseffen wat er op welk moment moet gebeuren. Het is niet zomaar een spelletje, je bent niet in je tuin aan het voetballen. Of je voor of achter staat, met een man meer of met een minder bent, dat vergt een andere aanpak. Daar moet je bij nadenken. Maar bij die gasten zie je nooit een verschil, zij spelen elke match precies alsof het altijd hetzelfde is.”

Het probleem bevindt zich ook achterin, blijkt uit doelpunten die het onder meer op standaardsituaties te gemakkelijk slikt.

“Meestal gaat het om dezelfde speler. Ondertussen kun je al een video maken van stilstaande fasen waarop zijn man scoort.”

Ryan Donk.

“Dat is puur een kwestie van concentratie.”

Wat moet er gebeuren?

“Ik denk dat je voor elke speler apart een evaluatie moet maken en moet oordelen: is het een winnaar of is het geen winnaar, kan ik met die jongen kampioen worden of kan ik het niet? Zijn het er te weinig, dan zul je erbij moeten halen.”

Oplossingsstrategie

Voorzitter Pol Jonckheere zei het de voorbije weken herhaaldelijk: er is nood aan een psycholoog. Hoe kan een psycholoog het probleem van Club Brugge oplossen?

Kris Perquy, sportpsycholoog die al werkte in opdracht van de Club Academy: “Eerst en vooral is het moeilijk om binnen te vallen op een dergelijk moment. Elke club zou dus beter structureel met een psycholoog samenwerken, zoals dat bijvoorbeeld met een inspanningsfysioloog, een voedingsdeskundige en een osteopaat gebeurt. Dan is er al een vertrouwensrelatie met de staf en de spelers, zo kunnen ‘crisissituaties’ gemakkelijker worden aangepakt. Een sportpsycholoog kan op drie pijlers werken: op het niveau van de individuele speler, van het team en van de coach(es).

“Wat de spelers individueel betreft, lijkt het me duidelijk dat met een aantal van de ‘probleemgevallen’ individuele sessies noodzakelijk zijn. Bij sommigen zal het dan gaan over emotionele controle en bij anderen over concentratie. Steeds zijn de oplossingen niet moeilijk, maar vergen ze heel wat discipline van de speler, want het gaat over het dagelijks inoefenen van mentale technieken.

“Er zijn spelers die moeite hebben met discipline en die hun eigen doelen belangrijker schijnen te vinden dan het groepsbelang. Daar lijkt een teamsessie aangewezen te zijn. In de grondbeginselen van de motivatiepsychologie wordt bij topsporters over twee drijfveren gesproken. Enerzijds is er de egogerichte motivatie: spelers die zich vooral met anderen willen meten en vergelijken en steeds beter willen zijn dan die anderen. Zij hebben vooral externe factoren nodig, zoals geld, status en publieke belangstelling. Anderzijds is er de taakgerichte motivatie: spelers die zich met zichzelf vergelijken, bijvoorbeeld ten opzichte van enkele maanden geleden, en die vooral een betere voetballer willen worden. Deze dimensies zijn onderling onafhankelijk. Op beide kun je hoog scoren. Het hoeft geen probleem te zijn dat spelers erg met hun eigen doelstellingen bezig zijn, hoog egogemotiveerd zijn, zolang ook de taakmotivatie hoog is en ze dus beseffen dat ze door zelf hard te werken betere voetballers worden. Uit wat ik lees over een aantal spelers kan ik opmaken dat de egomotivatie zeker aanwezig is, maar het lijkt mij waarschijnlijk dat de taakmotivatie bij sommigen niet hoog genoeg is. Ik denk aan een uitspraak van Dirar van enkele maanden geleden, waarbij hij stelde dat hij heel erg tevreden was met zijn toenmalige situatie van basisspeler bij Club. Vanuit zijn historiek is dat begrijpelijk, maar het is duidelijk geen hoge taakmotivatie. Wil hij nog wel steeds elke dag beter worden? Via een teamsessie maak je spelers bewust van deze dimensies en laat je hen samen uitwerken hoe ze de doelstellingen van het team kunnen synchroniseren met hun eigen doelstellingen.

“Voor zover ik kan inschatten geeft Koster veel vrijheid aan de groep, laat hij de spelers toe om elkaar te corrigeren en verwacht hij dat ook wel. Dat is de perfecte aanpak voor een mature groep, voor mannen die weten wat ze aan elkaar hebben, die elkaar respecteren en beseffen dat ze van elkaar afhankelijk zijn voor het behalen van de doelstellingen. Groepsafspraken en sociale controle door het team zelf werken het best, dan wijzen spelers elkaar op hun verantwoordelijkheden en kan de trainer zich met zijn kerntaken bezighouden.”

Bij Club Brugge ontstaat de indruk dat de groep karakterieel onevenwichtig is samengesteld, dat de persoonlijkheidstypes niet passen.

“Als sportpsycholoog kun je daar via een gesprek, vragenlijsten en enkele observaties van trainingen en wedstrijden erg genuanceerde conclusies over trekken. Idealiter beschik je over dergelijke informatie van de huidige spelerskern. Dan kun je bij de aanwerving van een nieuwe speler zien in welke mate de complementariteit in het gedrang komt, kun je ook de coach adviseren over zijn coachingstijl voor de verschillende persoonlijkheden en kun je tevens het team aantonen hoe de leden ervan elkaar vanuit hun individuele persoonlijkheid beter kunnen maken.

“Wij werken hiervoor enerzijds met een model dat is gebaseerd op onderzoeken van Jung ( de grondlegger van de analytische psychologie, nvdr). Het heet Action Type en beschrijft zestien persoonlijkheidstypes, elk met hun sterkten en zwakten, risico’ s en opportuniteiten. Dat systeem werd verder ontwikkeld in de sport, en in het voetbal kent het in Nederland heel wat aanhangers, onder meer Louis van Gaal en Foppe de Haan. Anderzijds is er een profiel van de mentale vaardigheden per speler nodig: hoe hoog scoort hij op concentratie, winnersmentaliteit, emotionele controle, zelfvertrouwen, op zes tot acht mentale eigenschappen die het succes op het veld bepalen? Zo maken wij een mentaal profiel per speler op waarmee we de coach helpen zijn aanpak te specifiëren en waarmee we de speler duidelijk maken waaraan hij moet werken.

“Een dergelijke mentale profilering van de spelersgroep gebeurt bijvoorbeeld al op een systematische manier bij de nationale jeugdselecties van de Rode Duivels. De analyse werd vorige maand in de eerste kwalificatieronde voor het EK nog aangewend door de coaches Marc Van Geersom en Bart Van Lancker. Met succes overigens, want de U19 plaatsten zich na een foutloos parcours tegen Albanië, Cyprus en Engeland.”

door christian vandenabeele – beelden: reporters

“Er zijn spelers die hun eigen doelen belangrijker schijnen te vinden dan het groepsbelang.”

Psycholoog Kris Perquy”Voor mij is het criterium: ben je een winnaar

of ben je het niet?” Gert Verheyen

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content