Het is de periode van de herexamens. Of hoe anders moeten we de terugkeer naar België van Steven Defour interpreteren? Even een stap terug om er dan weer twee vooruit te zetten, naar het voorbeeld van Mbokani en Jovanovic, die ook met grote ambities Luik verlieten maar faalden in het buitenland?

De gezichten zijn niet fris meer, de langdurige onderhandelingen hebben hun tol geëist. Maar dat neemt niet weg dat op de tribune de glimlach overheerst. Die van Roger Vanden Stock is de meest brede, maar ook Herman Van Holsbeeck kan een zucht van opluchting slaken. Zijn stunt is geslaagd. De voorzitter heeft het bij de voorstelling over de transfer van de eeuw, of “eentje die in de buurt komt”, ook al is het nieuwe millennium nog relatief jong.

Het is tegelijk flatterend én een tikkeltje voorbarig. Wellicht mede beïnvloed door het enthousiasme van het moment en de grote aandacht in de media. Verblinding door het bombardement van de flitsen der fotografen. Een moment van opwinding in een Belgische mercato die voor de rest zoals vanouds zeer grijs was. Iets waarover wordt gepraat op café. Niet alleen vanwege het recordbedrag (6 miljoen euro, eventuele bonussen nog niet meegerekend), maar ook vanwege de dramatiek die ermee gepaard ging. Vanwaar anders de wat geforceerde glimlach bij de traditionele voorstelling-met-shirt? Of de netelige vraag, even voordien, over zijn overgang naar de vijand? Een onvermijdelijke, dat wist hij vooraf goed genoeg. Steven Defour klinkt dan ook voorbereid: “Het was geen gemakkelijke beslissing om te nemen.”

Zijn nieuwe patron, Vanden Stock, springt hem snel bij. “Hoeveel voetballers zijn de laatste jaren niet van Anderlecht naar Standard verhuisd? Van het ene kamp naar het andere? Veel. Steven zal niet de laatste zijn.”

Klopt, maar anderzijds: Steven Defour bij Anderlecht, dat is toch nog wat anders dan Milan Jovanovic of Dieumerci Mbokani in Brussel of Jelle Van Damme in Luik. Defour, was dat niet de Kapitein, de Van Moer 2.0? De centrale pion in de revival van Standard en zijn twee titels? Zijn Luikse vrienden die hem vergezellen naar de officiële voorstelling, zijn vriendin Laura, ze zijn er zich allemaal van bewust. “Dit kan enorme proporties aannemen. Ik heb er zelfs al eentje op Facebook moeten intomen, hij deed niet anders dan beledigingen posten. Ik mag dan wel een supporter van Standard zijn, ik ben hier om een vriend te steunen. En ik besef dat het niet evident is.”

De sociale netwerken hebben zich de voorbije dagen op de affaire gestort. Soms met een knipoog, zoals bij die ene tifo, gewijd aan de twee legenden van Sclessin (Axel Witsel en Steven Defour) bij hun vertrek in Luik. Defour werd er netjes weggewist. Veel vaker haalt de slechte smaak de bovenhand. De hashtag #stevendehoer is een tijdje zeer populair op Twitter.

Clubliefde

Twee uur na de nederlaag bij Krasnodar met zijn nieuwe ploeg uit Rostov bellen we Réginal Goreux, nog zo’n kind van het huis op Sclessin. Hij is bevriend met Defour en geeft nog wat meer uitleg bij de overgang. “Steven bracht me een paar dagen voor het nieuws officieel werd op de hoogte. Hij was op zoek naar speelgelegenheid. Dat was het eerste doel. En bij Anderlecht gaat hij die krijgen. Natuurlijk is het raar, Defour vanaf nu in het paars zien. Maar wat wil je, in het voetbal van vandaag beslis je niet alles zelf. En ‘clubman’, dat is een term die nog van weinig waarde is. Ik was er eentje, ik wilde graag blijven bij Standard, maar men dreef er me naar de uitgang. Steven werd ook bij Standard aangeboden, maar daar wilden ze niet de nodige inspanningen doe om hem terug te halen. Ik weet dat de komende weken voor Steven zeer gecompliceerd zullen zijn, daar moeten we niet onnozel over doen. Maar hij heeft karakter. Dat had hij al nodig toen hij Genk verliet op zijn achttiende. In Luik is hij na een tijdje zijn ‘Nederlandstalige kant’ kwijtgespeeld en is hij een echte Luikenaar geworden. Hij heeft er nog steeds zeer veel vrienden, maar hij weet zelf ook dat hij, zeker in het begin, bepaalde buurten beter mijdt. Hij moet de tijd zijn werk laten doen en bepaalde dingen gewoon laten overwaaien.”

Goreux slaat de nagel op de kop, Defour heeft al een verleden met een gewraakte en fel bekritiseerde overgang. Toen hij acht jaar geleden voor Standard koos, hingen ze in Genk ook spandoeken met ‘Defour Judas’ in de tribune. Hij kent de gruwel waar fans toe in staat zijn. De beledigingen, de aanvallen, verbaal, fysiek. De bedreigingen, de schade aan zijn auto, de verbale agressie tegenover zijn voormalige schoonfamilie… Hij maakte het allemaal mee, ging ermee om, plaatste het.

Op 19 augustus 2006 werden maar liefst 200 agenten ingezet toen Defour in Genk met Standard kwam spelen. Alle 23.000 toeschouwers werden bij het betreden van het stadion gefouilleerd en rond het stadion werd een zone van vijf kilometer ingesteld met zero tolerance. Een geluidsmeter bereikte 107 decibel toen Defour zijn eerste fout beging. Het is een piek die misschien wordt verbeterd op 24 januari, wanneer Anderlecht op bezoek gaat in Luik. Defour zal er ongetwijfeld op voorbereid zijn.

Te weinig voor de top

Het is de tijd van de herexamens en Defour heeft er zichzelf in de hoofdstad eentje bezorgd. Net als Mbokani en Jovanovic, die Standard verlieten voor Monaco en Liverpool, heeft hij het bij FC Porto ook niet gered. Anderen uit hetzelfde tijdperk hebben wél stappen gezet en zijn na hun transfer nog een stapje hoger geklommen: Dante (Borussia Mönchengladbach naar Bayern München), Fellaini (Everton naar Manchester United), Witsel (Benfica naar Zenit). Nog andere jonge Duivels zorgen voor opwinding in de grote competities. Hoe moet je, in het licht hiervan, deze transfer dan anders zien dan een groot falen, zonde van zoveel talent?

Iets meer dan zes jaar geleden bracht Defour de hele Luikse gemeenschap aan de rand van het delirium. Onder de leiding van Michel Preud’homme gaven hij en de getalenteerde ploegmaats Standard na 25 jaar nog eens de titel. Defour werd in die periode beloond voor het succes met een Gouden Schoen, zijne heiligheid Zinédine Zidane reisde zelf naar Luik om hem de trofee te overhandigen. Aan de zijde van Witsel leken het twee Romeinse goden uit de Jupiler League.

Defour werd met allerlei topclubs in verband gebracht: Everton, Arsenal, tot zelfs Real Madrid. Hij was het fameuze plan B, als Xabi Alonso niet kon worden losgeweekt bij Liverpool.

Zij die daarin een manoeuvre zagen van Luciano D’Onofrio en zijn poulain Zidane, op dat moment raadgever van de Madrileense voorzitter Florentino Perez, zaten allicht niet ver van de waarheid.

Defour had in die periode nog andere bewonderaars. Alex Ferguson schreef hem een briefje met aanmoedigingen toen hij een half jaar aan de kant stond met een breuk van het middenvoetsbeentje. Het bericht werd publiek gemaakt. Het mediagebeuren leek toen de realiteit en de prestaties op het veld in te halen. Werd de kleine protégé van D’Onofrio hoger ingeschat dat zijn werkelijke waarde?

Benjamin Nicaise, zijn ex-ploegmaat bij Standard, vond in een interview in augustus 2011 van wel: “Net als Jovanovic, net als Witsel. Dat is geen kritiek, maar een analyse van de feiten. Het zijn allemaal goeie spelers, maar om ze van Standard direct bij een ploeg op het hoogste niveau te gooien… Daar zit toch nog wel wat marge op.”

Ook Jelle Van Damme vergeleek toen in een interview de elementen die belangrijk waren voor het spel van Standard. “Witsel, dat is top. Hij kan op een dag meespelen bij een van zijn favoriete teams. Arsenal, zelfs Real. Witsel heeft alles: een goeie techniek, een goed kopspel, uithouding, hij kan een bal afschermen, passen tussen de lijnen door. Het voorbeeld van een moderne voetballer. Defour heeft een andere stijl. Hij controleert. Je zet hem ergens en je zegt dat hij daar moet blijven en van daaruit het spel maken.”

De verleiding van een transfer naar het buitenland ging uiteindelijk op de middenvelder wegen. Bij Porto maakte hij deel uit van de internationale jetset van het profvoetbal en zijn blingbling: tatoeages, de baardgroei van de hipster, een punk van de tweede generatie. Steve D. raakte zichzelf een beetje kwijt in Portugal. Het WK in Brazilië had hem opnieuw kunnen lanceren, maar een ongelukkige beslissing in het duel tegen de Zuid-Koreaan Kim Shin-wook sloeg die droom aan diggelen.

Toen ze bij Porto de bladzijde Defour uiteindelijk ook omdraaiden, stonden de clubs niet te dringen om de gewezen aanvoerder van Standard over te nemen. Alleen PSV toonde interesse.

Of was er meer? Als we zijn manager Paul Stefani opzoeken in diens nieuwe sportwinkel in Maasmechelen, toont die een recente sms van de algemene directeur van Lokomotiv Moskou, een ploeg die vier jaar geleden ook al interesse had. Ook in Turkije waren er contacten, met interessante financiële voorstellen. Alleen waren de clubs niet van het niveau van Galatasaray.

PSV was een lijntje dat al langer liep. In Maasmechelen hadden de Eindhovenaars een lang gesprek met de Portugese clubleiders. Marcel Brands, de algemeen directeur van PSV, bewoog hemel en aarde om Defour binnen te halen, maar Porto maakte de Nederlanders snel duidelijk dat de prijs niet zou zakken. Defour had er immers nog een contract van twee jaar.

PSV, Moskou, Turkije… Waarom zo relatief weinig interesse voor een speler waarover de scouts van de groten destijds op de tribunes van Sclessin nog driftig papieren vol penden? Stefani: “Steven werd niet gediend door blessures die op sleutelmomenten in zijn carrière de kop op staken. En bij Porto was de concurrentie genadeloos. Zes man voor twee plaatsen op het middenveld, dat is enorm.” Toch geloofden ze er nog lang in Defour. In januari kwam er een bod van acht miljoen van Fulham, plus een fenomenaal contract. Porto sloeg het af, want Defour ging spelen, klonk het.

De nieuwe Degryse

Uiteindelijk werd het dus Anderlecht en een terugkeer naar België. Iets waar Luciano D’Onofrio niet vreemd aan is.

“Als we over de transfer van Defour spreken, is hij de sleutelfiguur”, geeft ook Herman Van Holsbeeck aan. De gewezen big boss van Standard is goed geïntroduceerd bij Porto en bezat tien procent van de transferrechten via zijn fonds Robi Plus.

Stefani bevestigt een en ander: “De band met D’Onofrio is altijd zeer sterk gebleken. Die dateert al uit de periode dat Steven, toen hij nog voor Genk voetbalde, in verband werd gebracht met Ajax. Lucien contacteerde me toen met de vraag of hij met Steven kon praten. Na twintig minuten zat er maar één ding meer in het hoofd van Steven: naar Standard gaan. Op zijn 16e, 17e had die al de mentaliteit van een jongen van 25. Een super kerel.” Het was D’Onofrio die hem op zijn 18e al tot aanvoerder van Standard bombardeerde.

Was er, zoals gesuggereerd door Goreux, contact tussen de Rouches en Defour deze zomer? Stefani: “Op een dag kreeg ik een telefoontje van Roland Duchâtelet. Dat ik moest stoppen met het lastigvallen van zijn trainer over een transfer van Defour. Ik heb hem twee dingen geantwoord: één, dat ik niet eens het nummer van Guy Luzon bezit, en twee, dat ik duivels goed weet dat ik bij de voorzitter moet zijn als ik een transfer naar Standard wil afronden. De enige van Standard die Steven contacteerde was de buschauffeur die zijn vriend is gebleven en die wilde dat hij naar Luik terugkeerde. Duchâtelet zei me dat Defour veel te duur was. Supporters weten in deze zaak niet de details. Ik versta vaak niet waarom spelers slachtoffer moeten worden. Toen Marc Degryse voor een recordbedrag van Club Brugge naar Anderlecht ging (de Brusselaars betaalden 2,5 miljoen euro in 1989, nvdr) hebben de supporters hem dat ook lang verweten. Wisten ze dan niet dat het geld Club redde van het failliet?

Beter dan bij Standard

Rest de vraag naar zijn niveau. Zijn seizoenen bij Porto werden een opeenvolging van hoop en teleurstelling. Zijn laatste twee jaar in Luikse loondienst waren ook al niet van de beste. De oorzaak daarvan ligt voor een groot deel bij blessures, maar op de achtergrond speelde meer: een voorliefde voor het Luikse nachtleven en daarrond ook een zeer grote generositeit. “Steven wil altijd iedereen helpen”, zegt Stefani. “Bij Porto nodigde hij tot vijftien vrienden uit. Op zijn kosten. Zo is hij. Altijd geweest.”

Réginal Goreux twijfelt er niet aan dat hij gaat slagen in Brussel. “Hij is drietalig, kent het kampioenschap als geen ander en heeft negen jaar op hoog niveau gespeeld. Hoe beter je hem kent, hoe meer je hem gaat appreciëren. Hij zet zich in, provoceert, je hebt hem beter in je ploeg dan tegen. Dat kon je zien in de duels tegen Anderlecht. Hij heeft bij Porto veel meegemaakt, maar ik twijfel er niet aan dat hij beter is dan in de periode bij Standard.”

Anderlecht kan opnieuw een trampoline worden voor Defour. Stefani: “Over twee jaar, waarom niet?”, aldus Stefani. “Ik zie hem wel bij een ploeg als Roma of Napoli meedraaien. Ergens waar ze gek zijn van voetbal, daar houdt hij van.” Steden waar het leeft, dat klinkt niet helemaal verrassend.

DOOR THOMAS BRICMONT

“De enige van Standard die bij Steven gepolst heeft over een transfer is de buschauffeur.” Paul Stefani

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content