Als een onbehouwen Guust Flater jaagt de voorzitter van Brussels veel mensen tegen zich in het harnas. Dat dreigt zijn club zuur op te breken.

Er is één iemand die de ontwikkeling van Brussels afremt en dat is niemand minder dan voorzitter Johan Vermeersch“, zucht een speler. Na het faillissement van RWDM kan Vermeersch er weliswaar prat op gaan dat er dankzij hem via de oprichting van FC Brussels, nog altijd wordt gevoetbald in Molenbeek, maar de meeste waarnemers zijn het er ook over eens dat de bouwondernemer uit Ternat een zware verantwoordelijkheid draagt voor de terugval van de club. Spelers zoals Dieter Dekelver en Aloys Nong, die ongetwijfeld hun plaats hadden bij een team als Brussels, liet hij vertrekken, terwijl de transfers van nogal wat jongens die in hun plaats kwamen zoals de Braziliaan Marcelo of de Gambiaan Ebou Sillah uitdraaiden op complete mislukkingen.

Het op zijn zachtst gezegd weinig geslaagde transferbeleid is echter niet het enige domein waarin de sterke man van de Brusselse fusieploeg de bal heeft misgeslagen. Zijn ongelukkige woorden in de affaire Zola, die hoe dan ook een zweem van racisme ademden, en zijn ongezouten kritiek op spelers, trainers en scheidsrechters hebben het imago van zijn club geen goed gedaan. Het ongenoegen tegenover de zich oppermachtig wanende voorzitter zit in ieder geval bij nogal wat mensen heel diep.

De spelers

Vermeersch geniet de twijfelachtige reputatie een echte tiran te zijn ten opzichte van zijn spelers. In drie jaar stelde de club liefst 67 spelers op. Nenad Stojanovic miste tegen Bergen een grote kans en werd dezelfde week nog getransfereerd. Maar de grilligheid van de voorzitter uit zich ook op andere manieren. Een jongere die uit de eigen jeugd komt, weigert hij te betalen, maar voor iemand als Ante Aracic keek hij op geen cent. De 26-jarige Kroaat heeft bij Brussels het beste contract van allemaal, maar hij zit wel in de B-kern.

Ook over het tekort aan opvang en de begeleiding van aangetrokken spelers valt er een boekje open te doen. Zo kwam de 23-jarige Rus Valery Sorokin eind december in België aan. Hoewel hem in zijn contract een appartement beloofd was, moest hij 38 dagen in een motel in Groot-Bijgaarden verblijven. Voor administratieve zaken werd de Rus bijgestaan door vertaler Dirk Diederich, maar Brussels profiteerde van een reisje van die laatste om Sorokin een papier te doen tekenen in het Frans. Daarin stond dat Sorokin om administratieve redenen in januari niet had kunnen spelen en dus pas vanaf februari betaald zou worden. De speler was echter verstandig genoeg om het papier, waarvan hij geen jota begreep, niet te tekenen. Anders had hij naar zijn centen van januari kunnen fluiten. Toen Sorokin Vermeersch vroeg om ervoor te zorgen dat zijn vrouw sneller zou kunnen overkomen, antwoordde de voorzitter door met een stapeltje bankbiljetten te zwaaien. Maar Sorokin maakte duidelijk dat het niet dat was waar hij om vroeg.

Ook de houding van Vermeersch ten aanzien van geblesseerde spelers doet de wenkbrauwen fronsen. Steve Colpaert, die nochtans de duiveltjes traint, kon op geen genade rekenen. Toen het wagenpak werd vervangen kreeg Richard Culek er geen nieuwe omdat hij op dat ogenblik ’toch gekwetst was’. De wagen van Mickaël Citony werd door de club weer opgeëist op de dag dat hij werd geopereerd.

Na een lange afwezigheid zou Citony weer in de selectie zitten voor de wedstrijd tegen Anderlecht. Het voor de verzekering vereiste doktersbriefje kon trainer Franky Van der Elst echter niet bemachtigen: Vermeersch stak er een stokje voor omdat hij wist dat de verzekeringen de Fransman niet langer zouden willen uitbetalen als hij zou spelen. Citony trok met zijn verhaal van deze onfaire behandeling naar de pers, maar moest de volgende wedstrijd aantreden met de invallers en kreeg tien dagen nadien te horen dat hij werd verwezen naar de B-kern.

De jongeren

Vermeersch roept al jaren dat hij op termijn een team wil met een sterke Brusselse inslag, maar betaalt de eigen jeugd in de praktijk slechts een aalmoes. Zo verdiende Arnaud Sutchuin slechts 250 euro per maand, Sydney Kargbo kreeg 650 euro en de overal bejubelde Steve Colpaert moest zich tevreden stellen met 1500 à 2000 euro.

Ook de psychologische begeleiding van de jongeren is bij Vermeersch ver te zoeken. “De club kan niet met jongeren omgaan”, zegt ex-speler Cédric De Troetsel, sinds de winterstop bij Verbroedering Meldert. “Iedereen weet dat je met de jeugd een minimum aan geduld aan de dag moet leggen, om ze tijd te laten om progressie te maken. Ik heb enkele wedstrijden als titularis gespeeld. Ik presteerde niet denderend, maar hield toch stand. En toch kreeg ik plots van de ene op de andere dag geen enkele kans meer, zonder dat daar een duidelijke reden voor was. Met een achttal spelers van mijn leeftijd zijn we tot in de A-kern geraakt, maar we werden naderhand allemaal naar de B-kern verwezen. Dit seizoen stootten vijf jongeren door naar de eerste ploeg, maar zes maanden later zaten ook zij in de B-kern.” En in dat geval is het of de spelers voor de club niet meer bestaan. In januari bijvoorbeeld wou Meldert Cédric Dellevoet aansluiten bij de voetbalbond en het kreeg te horen dat Dellevoet, die nochtans verschillende keren bij de A-ploeg op de bank zat, zelfs niet was aangesloten. Indien hij effectief in een bepaalde wedstrijd was ingevallen, dan had Brussels de partij hoe dan ook verloren met forfaitcijfers.

Samen met Maxime Verstappen en Sébastien Phiri maken Mickaël Jonckheere en De Troetsel deel uit van de spelers die verbannen werden. In het contract van Jonckheere stond dat hij opslag zou krijgen als hij tien wedstrijden speelde. In oktober 2006 was het met de partij tegen Westerlo zover, maar er gebeurde niets. “Telkens ik daar de voorzitter over aansprak, zei hij dat het later wel in orde zou komen. In juni 2007 heb ik aangeklopt bij de spelersvakbond Sporta. Die stuurde de club een aangetekende brief met een aanmaning om de situatie binnen de veertien dagen in orde te brengen.” Die dreiging werkte want Jonckheere kreeg dadelijk een aangetekende brief terug met daarin de melding dat hij …100 euro opslag zou krijgen. Ondertussen is dat geld echter nog altijd niet op zijn rekening terechtgekomen. Dit seizoen werd Jonckheere gedurende twee en een halve maand niet betaald. “Na die periode brengt Vermeersch wel de zaken in orde, want als hij een speler drie maanden niet betaalt, weet hij dat de club geen licentie zal krijgen”, onthult de speler nog. “Vandaag zijn er 32 geschildossiers in handen van Sporta of van advocaten”, voegt de vroegere secretaris-generaal Frans Hauwaerts er aan toe. Jonckheere tekende ondertussen bij Tubeke en hij is geen alleenstaand geval. Colpaert trekt naar Zulte Waregem en Phiri naar AA Gent.

Slecht imago

Een en ander doet het imago van de club uiteraard geen goed. “Lange tijd hebben we jonge spelers kunnen aantrekken, omdat het beeld bestond dat jongeren hier eerder dan bij Anderlecht een kans krijgen in de eerste ploeg”, aldus Jacques Colson, technisch directeur van de jeugdschool. “Maar de befaamde niet betaalde elektriciteitsfactuur van enige tijd geleden, was voor nogal wat ouders een signaal om hun kinderen hier geen aansluitingskaart te laten tekenen. Als we vorig seizoen naar tweede waren gedegradeerd, hadden we misschien een nieuwe start kunnen nemen met enkele talentvolle jonge gasten, maar Vermeersch heeft ze allemaal op een zijspoor gezet. Als we de resultaten van alle ploegen van -11 tot -19 naast elkaar leggen, zien we nochtans dat we enkel voor Anderlecht en Standard moeten onderdoen. Dat jongeren bij die topploegen nu wel doorstomen naar de eerste ploeg en bij ons niet, is de omgekeerde wereld. Als we de jongeren geen perspectieven kunnen bieden, dan vrees ik dat we snel de boeken zullen moeten toe doen. Zowel de -15- als de -16-jarigen werden vorig jaar kampioen. Maar in plaats van rond die jongens een degelijk toekomstplan uit te tekenen, heeft het bestuur, met Vermeersch op kop, ze laten stikken. Van de weeromstuit zijn de beste elementen andere oorden gaan opzoeken: DieumerciNdongala en JoanyMununga spelen nu voor Standard, RhedaDjellal voor Anderlecht. Vermeersch wil dat we jong talent klaarstomen voor de eerste ploeg, maar heeft er zo goed als geen oog voor en kijkt dan verrast op als die spelers van club veranderen.”

Geld

“In al die maanden als secretaris-generaal van de club, heb ik nooit een rekeninguittreksel gezien. Vermeersch houdt dat allemaal angstvallig bij zich. In die omstandigheden is het moeilijk om te weten wat je moet doen. We wisten niet waar het geld naar toe ging en hoe de club er financieel precies voor stond”, zegt Frans Hauwaerts.

Want de voorzitter vindt niet dat de club hem iets mag kosten: “Johan Vermeersch heeft een hekel aan verspilling. Terecht, maar dat leidt tot extreme situaties. Als het secretariaat een balpen nodig heeft, moet hij daarvoor het licht op groen zetten en het geld geven. Soms zegt hij wel ja op een vraag, maar dan zonder geld te geven. Als we dat dan voorschieten, kan het lang duren eer we het terugkrijgen.” Toen Neva, Citony en LePostollec in december 2006 werden aangetrokken, moesten ze pasfoto’s laten nemen. Ze wilden dat zelf gaan doen en vroegen daarvoor wat geld op het secretariaat, maar niemand wilde het hen voorschieten. Iedereen wist immers dat het dan een calvarietocht zou zijn om zelf het geld van de voorzitter terug te krijgen.

De jeugdschool is het belangrijkste slachtoffer van de gierigheid van de voorzitter. “De 300.000 euro die jaarlijks wordt voorzien voor de jeugdopleiding,” zegt Jacques Colson, “is natuurlijk erg weinig. Maar dat geld komt van het Brusselse gewest en van de gemeente Molenbeek. Vermeersch zelf geeft niets. Het is mijn zevende jaar bij Brussels en ik hoor hem al die tijd al zeggen dat de jongeren hem zo na aan het hart liggen en dat hij veel geld zal investeren, maar daarvan moet ik de eerste cent nog zien. Borden met reclame voor ‘Vermeersch Construct’ rond de jeugdvelden ging hij zogenaamd betalen, maar dat gebeurde natuurlijk niet, terwijl die borden wel publiciteit opleveren.”

Iedereen moet bij de club de eindjes aan elkaar knopen, maar ondertussen lopen de nutteloze uitgaven door beslissingen van de voorzitter hoog op. “Zodra een speler of trainer niet meer nodig is, vindt hij ook dat hij hen niet meer moet betalen”, zegt Hau-waerts. “Dat was het geval met Davy Theunis, EmilioFerrera en nu met AlbertCartier. Hij vergeet daarbij wel dat al die mensen reguliere contracten hebben ondertekend, die volledig moeten worden gerespecteerd. De club moet zo niet alleen de wettelijk verschuldigde bedragen ophoesten, maar ook de intresten en de advocatenkosten. Dat breekt de club zuur op.”

Sponsors: redde wie zich redden kan

De Zuid-Koreaanse autoconstructeur Kia trok zich terug als sponsor in de nasleep van de affaire Zola, maar het was niet de enige sponsor die zich door Johan Vermeersch belazerd voelde. Ook Michel Vanderveken, de vroegere verantwoordelijke van de firma Fulgor, voelt zich bij de neus genomen.

“Ik heb destijds een sponsoringakkoord ondertekend voor 180.000 euro. Nadat ik eerst had geïnvesteerd in het vrouwenvoetbal was ik van mening dat een deal met Johan Vermeersch ook heel interessant kon zijn voor ons. Enerzijds omdat de club voor naambekendheid kon zorgen, anderzijds omdat de voorzitter van FC Brussels, die ook baas is van een grote bouwgroep, mij mondeling had beloofd dat hij de appartementen, bungalows en villa’s die zijn groep bouwt zou uitrusten met de keukenapparatuur van ons bedrijf. Ik heb natuurlijk een grote fout begaan door dat niet op papier te laten zetten. Want zijn belofte is hij nooit nagekomen. Ik heb horen zeggen dat hij indertijd immers al een dergelijk akkoord had met Bosch en nu een met Alno. Als gevolg van een en ander ben ik zelfs mijn job kwijtgeraakt bij Fulgor.”

Maar zelfs de eigen commerciële mensen van FC Brussels weten dat hun voorzitter potentiële sponsors eerder afschrikt dan aantrekt. Michel Hubert, die van 2004 tot 2006 belast was met de taak om sponsors te vinden, kan ervan meespreken. “Het is gebruikelijk om kandidaat-sponsors uit te nodigen om bij thuiswedstrijden een hapje te komen eten. Het zou dan logisch zijn dat de voorzitter hen persoonlijk ontvangt of hen toch minstens de hand komt schudden aan tafel, maar Vermeersch heeft dat nooit gedaan. Toen een kleine sponsor die heel tevreden was over zijn avond eens zei dat hij 12.500 euro in de club wenste te investeren in plaats van de eerder geplande 2500 kreeg hij van Vermeersch te horen dat hij ‘zijn geld toch niet in zo’n strontclub zou steken’. Respect voor sponsors heeft deze club trouwens nooit gehad. Toen bij de match tegen Standard een bord omviel, hoorde ik commercieel directeur Gino Gylain, de rechterhand van Vermeersch, zeggen: ‘Het is niet nodig om het recht te zetten, het gaat toch maar om een kleine klant. ‘” S

door bruno govers en stéphane vande velde

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content