Impressies vanop de Afrika Cup in Zuid-Afrika. Van doodgeschoten mijnwerkers over ‘Baghana Baghana’ tot hagelbollen in het zwembad.

Maandag 4 februari

Ik word wakker in Kroondal, op een kilometer of tien van Rustenburg, in een oase vol palmbomen. Er wacht mij een flinke rit naar Nelspruit, maar ik heb tijd zat en besluit de omgeving te bezoeken. De bekendste plaatsen in de buurt zijn het zondige Sun City, het Las Vegas van Zuid-Afrika en dus niet echt interessant, en de platinamijnen van Marikana.

Marikana is al een half jaar in het internationale nieuws. Op 16 augustus van vorig jaar werden bij een staking 34 mijnwerkers doodgeschoten. Het ergste bloedbad sinds Sharpeville in maart 1960, waar het apartheidsregime 69 demonstranten neerschoot.

In Marikana zie je geen enkel maar dan ook geen enkel ‘wit’ gezicht. Dit is in alle opzichten een stukje zwart Afrika, met eindeloze rijen shacks. Zelfs de hoofdweg die dwars door het plaatsje loopt, is nauwelijks berijdbaar. Een beetje verder, voorbij de spoorwegovergang, bestaan de wegen nog slechts uit gravel. Bij het binnenkomen van het dorpje wordt wel de laatste hand gelegd aan een nagelnieuw shopping center. De middenstand lijkt ervanuit te gaan dat de kompels straks hun opslag krijgen.

Dinsdag 5 februari

De website van de Afrikaanse voetbalbond (CAF) kondigt om 14 uur een persconferentie aan bij Burkina Faso. Even later volgt de correctie: het wordt 16 uur. Ik ben dan ook verbaasd als de politie aan de ingang van het hotel vertelt dat alles al voorbij is.

Later verneem ik van AFP-collega Yann Bernal dat het finaal dan toch 14 uur was. Hij had me zondagavond in Rustenburg aangekondigd dat hij Paul Put over de affaire-Ye wou interpelleren. Ik vertelde hem dat het vergeefse moeite zou zijn. Mijn interview met de bondscoach van Burkina Faso mocht alleen over voetbal gaan. Vragen over de omkoopzaak waren voor zijn advocaat.

Put liet zich na de persconferentie, in gezelschap van vier of vijf buitenlandse journalisten, echter gaan. Wellicht in de euforie waarin hij zich bevond na de winst in de kwartfinale tegen Togo en in de overtuiging dat zij zijn standpunt beter zouden begrijpen.

Zijn uitspraken zijn hoogst ongelukkig. Juridisch is het een wereld van verschil dat hij handelde in opdracht van zijn werkgever – daarom nam de FIFA de sanctie van de Belgische bond ook niet over, maar dat praat zijn gedrag niet goed. Je kan ook nee zeggen als je baas verwerpelijke acties eist.

Woensdag 6 februari

Vanuit Nelspruit rijd ik een uurtje naar de Malelane gate van het befaamde Krugerpark. Ik heb ruim een halve dag om op zoek te gaan naar de heersers van de jungle. Ik krijg verscheidene neushoorns en olifanten te zien, maar de rest van de Big Five (leeuwen, buffels, luipaarden) laat het afweten. Een beetje zoals in de Jupiler Pro League.

’s Avonds woon ik Ghana-Burkina Faso bij. De Ghanezen hebben zich herdoopt tot ‘Baghana Baghana’ in de hoop de plaatselijke fans achter zich te krijgen. Het publiek schaart zich echter achter de Burkinezen, vanwege de onbegrijpelijke beslissingen van de Tunesische referee. De winst van David tegen Goliath wordt dan ook alom bejubeld. “Er is maar één man die hier van bij het begin in heeft geloofd”, zegt aanvoerder Charles Kaboré van Marseille na afloop. “Dat is onze coach. We hebben alles aan hem te danken.”

Donderdag 7 februari

Terug naar Johannesburg, waar deze Afrika Cup begon. Bijna vier uur met de auto, maar ik ben heel wat beter af dan de spelers van Burkina Faso die vliegen en tien uur vastzitten op de luchthaven in Nelspruit.

Ik logeer nu in Sandton, het economische hart van het land en tevens de belangrijkste uitgaansbuurt. ’s Avonds trek ik naar Nelson Mandela Square, waar een tien meter hoog beeld van de eerste president van het nieuwe Zuid-Afrika staat, voor een stevige steak in de originele Butcher Shop. Niet te missen voor carnivoren die het noorden van het land bezoeken.

Vrijdag 8 februari

Enkele jaren geleden was de South West Township, beter bekend als Soweto, een no-gozone voor toeristen. Nu is het een van de grootste attracties van het land. Vilakazi Street is de enige straat ter wereld waar twee winnaars van de Nobelprijs voor de Vrede werden geboren: Nelson Mandela en Desmond Tutu. Om de hoek ligt het Hector Pietersen Museum.

Hector Pietersen was een jongen van 13 die werd doodgeschoten bij een scholierenopstand op 16 juni 1976. De scholieren eisten onderwijs in hun eigen taal en niet langer in het Afrikaans. De kleine Hector werd neergeschoten en in beide armen weggedragen door Mbuyisa Makhubu. Een moment op plaat vastgelegd door Sam Nzima. De foto ging de hele wereld rond en werd het meest bekende beeld van de opstand tegen het gehate apartheidsregime.

’s Avonds krijg ik een mailtje van een collega dat het hagelt in het vaderland. Ik jen hem een beetje door te zeggen dat het weer hier ook wat tegenvalt: slechts 27 graden vandaag. Een uurtje later vergaat het lachen me. Het onweert boven Sandton en er vallen hagelbollen in het zwembad van mijn guest house.

Zaterdag 9 februari

De laatste persconferenties van deze Afrika Cup. Eerst Nigeria met Stephen Keshi, die zijn baseballpet achterstevoren heeft opgezet. Hij woont niet toevallig in Amerika. De ex-speler van Lokeren en Anderlecht lacht veel, maar zegt weinig. Hij toont zich wel bijzonder sportief. “Ik juich toe dat de CAF de rode kaart van Pitroipa heeft uitgewist”, zegt hij. “Een speler kan niet elk jaar een finale van de Afrika Cup spelen en de tv-beelden toonden overduidelijk aan dat hij geen schwalbe maakte maar neergehaald werd. De toeschouwers komen morgen om spektakel te zien en dit is een jongen die daarvoor kan zorgen.”

Paul Put klinkt als een klassieke Belgische trainer. Hij presenteert zijn team maar al te graag als de underdog en roept Nigeria uit tot het grootste voetballand van het continent.

Zondag 10 februari

Er wordt ons afgeraden met eigen vervoer naar het National Stadium te rijden. Ik neem de eerste persbus, die om twaalf uur vertrekt. Met 25 minuten vertraging begint de rit naar de schitterende kalabas in Soweto. Dat we twee rondjes rond het stadion maken, is echter niet bedoeld om ons te laten genieten van het stadion dat door de Belgische ingenieur Marc Meire werd gebouwd voor het WK 2010. De chauffeur weet niet waarnaartoe en we vragen dan maar uit te mogen stappen. Waar hij ons na de match zal opwachten? “Zeker hier niet.” Daar moeten we het mee doen, maar dat zijn zorgen voor later.

Het spektakel begint om 18 uur met de sluitingsplechtigheid en twee uur later volgt de finale. Er waren veel slechte partijen te zien op deze Afrika Cup, net zoals bij een WK of EK, maar ook een handvol beklijvende wedstrijden. Ieder duel was bovendien een feest van kleur, muziek en dans. Dit was een onvergetelijke belevenis.

DOOR FRANÇOIS COLIN IN ZUID-AFRIKA

De uitspraken van Put zijn hoogst ongelukkig.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content