TACTIEK
De coach van Ferencvaros, Sergej Rebrov, kennen we nog als speler van Tottenham, West Ham en Fenerbahçe. De Oekraïner trainde Dynamo Kiev voor hij twee jaar geleden verkaste naar Hongarije. Daar heeft hij al twee landstitels op zak. Rebrov is een aanhanger van een hyperactieve 4-2-3-1. Hij vraagt voortdurend aan zijn spelers om in alle richtingen te bewegen om zo ook de best voorbereide tegenstanders te destabiliseren. Dat werkt, en het resultaat is een ploeg waarin iedereen kan scoren. Al een vijftiental spelers wisten zich op het scorebord te mikken sinds het begin van dit seizoen. Om in de Champions League te geraken moest de Hongaarse kampioen maar liefst vijf wedstrijden afwerken. De eerste drie werden gewonnen en dan volgden twee gelijke spelen tegen het Noorse Molde. De meest succesvolle goalgetter is geen diepe spits – meestal spelen de Ivoriaan Franck Boli of de Albanees Myrto Uzuni op die positie – maar een echte winger, namelijk de Noor Tokmac Chol Nguen.
SMAAKMAKER: GERGO LOVRENCSICS
Hij heeft niet zulke goeie herinneringen aan een juni-avond in 2016. Gergo Lovrencsics, vaak opgesteld rechts in de verdediging, stond in de Hongaarse ploeg die in de achtste finales van het EK 2016 de kelk tot op de bodem moest ledigen tegen de Rode Duivels. Hij zit al bijna aan veertig caps in de nationale ploeg, maar het is in een ander land dat hij zich in de kijker speelde. Hij speelde bijna 150 matchen voor Lech Poznan in Polen. Dat is meer dan bij Ferencvaros, waar hij in 2016 naartoe trok.
